Amerika s hart en ziel v18 Zaterdag 27 oktober 2007 PZC Iemand die de VS wil leren kennen, ont komt er niet aan: honkbal. Ergens in die sport liggen het hart en de ziel van Ame rika verborgen, beweerde de historicus Jacques Barzun ooit. Helemaal overtuigd was ik desondanks niet toen ik me opmaakte voor mijn eerste honkbalwedstrijd. Eerdere pogingen om een wedstrijd op televisie uit te kijken, waren jammerlijk mislukt Te saai. Er is wel eens gezegd dat honkbal de enige sport is waarbij je als speler een dutje kunt doen: zo weinig gebeurt er. Voor een televi siekijker is het nog rustiger. Ie kunt een kopje koffie zetten, de was doen, de krant en een boek Oorlog en Vredeuitlezen en dan heb je nog niks gemist. De Amerikaanse ziel in baseballGaap. Het helpt ook niet dat het voorseizoen liefst 162 wedstrijden duurt. In Neder land hoorde ik wel eens iemand (mijn vrouw) klagen dat de partner te veel voetbal keek, maar het leven van ie mand die getrouwd is met een honkbal fanaat moet dan een hel zijn. Van de lente tot de winter: er is in Amerika bijna altijd honkbal op tv. Nog erger moet het zijn om dan ook nog eens getrouwd te zijn met iemand die supporter is van een verliezend honkbalteam. Bij voetbal ben je als fan na 34 wedstrijden verlost van de martel gang, hier heb je dan nog 128 potentiële nederlagen te gaan. De Washington Nationals, het honkbalteam van de Amerikaanse hoofdstad, is zo'n matig team. Kans op de World Series: nul. Van de drie Amerikanen met wie ik naar mijn eerste wedstrijd ging, was er maar één fan van de Nationals. Hij leek niet gebukt te gaan onder de slechte prestaties van zijn team. „Laten we langs de rivier de Potomac rijden", stelde hij bij vertrek goedgemutst voor. „Komen we al vast in de stemming." We passeerden het Lin coln Monument, de jachthaven van Washing ton en het Jefferson Monument. In de verte schitterde het Capitool in de zon. Op de gras velden bij het RFK-stadion werd gehonkbald, gebarbecued en gedronken: het befaamde tail- gating. Uren voor een sportwedstrijd bouwen Amerikanen samen met familie en vrienden al een feestje op de parkeerplaats. Voetbal is oorlog maar honkbal heeft meer weg van een dagje op het strand. We kochten grote zakken pinda's, dronken flesjes Budweiser en aten hotdogs. Verder keken we vooral naar mannen die missloegen. Voor de televisie had ik al lang weggezapt, maar nu vond ik het prima. Honkballers doen er ook alles aan om fans geen complexen te bezorgen. Een behoorlijk aantal spelers torst forse bierbuiken boven de spillebenen. Er was voor ons dus geen enkele reden om niet nog een biertje te bestellen. In de zevende van negende innings werd er gepauzeerd voor de zogenoemde seventh in ning stretch, in de vorige eeuw ingesteld om de drinkende en etende fans even de benen te laten strekken voordat ze na de negende in ning naar huis gaan. Iedereen zong uit volle borst God save America ('From the moun tains, to the prairies, to the ocean, white with foam') en daarna het schitterende Take me to the Ball Game ('For it's one, two, three strikes, you're out, at the old ball game'). Loom van de zon en het bier mochten we daarna ook nog juichen voor een overwinning van de Nationals op de Philly's. Eenmaal thuis vroeg ik me af of ik de Ameri kaanse ziel had gevonden in honkbal. Mis schien niet, maar het was me wel duidelijk ge worden waarom de uitspraak van Jacques Bar zun zo vaak wordt aangehaald door honkbal- fans. Het is een perfect excuus om naar het stadion te gaan. Het tijdverdrijf krijgt er iets diepzinnigs door. Volgend jaar wil ik dan ook een seizoenkaart kopen. Goed voor mijn ge zinsleven is het misschien niet, maar een cor respondent is nu eenmaal verplicht te zoeken naar de ziel van Amerika. STANDPLAATS WASHINGTON door Frank Hendrickx abC<i Onder de hete Ecuadoriaanse zon sjouwen tienduizenden bananenplukkers dagelijks met loodzware trossen bananen, bestemd voor Europese supermarkten. Ze worden onderbetaald en moeten werken met gevaarlijke bestrijdingsmiddelen, zeggen de arbeiders en Europese ontwikkelingsorganisaties. Fairtrade is volgens hen de weg uit the race to the bottom in bananenland. door Cyril Rosman foto's Bernd Out Gevecht in Dat het bloed van Victor niet in orde is, heeft de dokter hem al eens ver teld. Maar ach, dat het niet goed zat met zijn gezondheid, had Victor de bananenplukker zelf ook al in de ga ten: waar komen die jeuk en uitslag op zijn armen anders vandaan? Hij weet eigenlijk zeif het ant woord wel: het zijn de bestrijdingsmiddelen waar mee hij moet werken op de grote bananenplantages in Ecuador. Als hij er zelf niet mee werkt, wordt het spul wel over de plantages gesproeid door vliegtuig jes. Soms ook als de plukkers nog tussen de planten lopen, vertelt Victor, terwijl hij met een tros van zes tig kilo op zijn schouders door de klamme Zuid- Amerikaanse hitte loopt. Er zijn veel Victors in Ecuador. Mannen die zich dag in, dag uit verhuren als arbeider aan de bana- nenbaas die hen die dag nodig heeft. Ze snijden de trossen van de bomen en wassen, verpakken en ver voeren ze. Het tropische land is de belangrijkste ba- nanenexporteur van de wereld. Al tientallen jaren maken de Grote Amerikaanse Drie (Chiquita, Dole en Del Monte) de dienst uit in het politiek instabie le land. De bananenbonzen kochten steeds meer land van kleine boeren op en voegden dat toe aan hun eigen immense plantages. Veel boeren konden niet anders dan verkopen vanwege de lage prijzen die zij voor hun bananen kregen. De bananenwe- reld, na koffie wereldwijd het belangrijkste export product, belandde in een race to the bottom, zeggen Europese ontwikkelingsorganisaties als het Neder landse ICCO, de interkerkelijke organisatie voor ont wikkelingssamenwerking. Kleine keuterboeren en landarbeiders proberen nu een vuist te maken tegen de grote multinationals. Langzaamaan wordt geprobeerd vakbonden op te richten om de rechten van de arbeiders op een ge zonde werkomgeving en een fatsoenlijke betaling af te dwingen. „Maar het gaat moeizaam. Pas zijn er nog veertien gewonden gevallen toen de politie in greep bij een oprichtingsvergadering", zegt Leonie Haakshorst van ICCO. Kleine boeren verenigen zich in coöperaties. Bij voorbeeld in El Guabo, een stadje in Zuid-Ecuador. El Guabo leeft van bananen, het ligt als een eiland in een groene, wuivende zee van grote bananenbla deren. Onder die bladeren hangen de trossen die, nog groen, worden geplukt en met tientallen vracht wagens naar de haven van Machala worden ver voerd. Vanaf daar vertrekken meerdere keren per week koelschepen naar Europa om de bananen af te leveren in de Westerse supermarkten. In de El Guabo-coörporatie, die naar het stadje is vernoemd, hebben zich 450 kleine boeren verenigd. De coöperatie verhandelt het overgrote deel van haar bananen als Fairtrade. Anders gezegd: die wor den in Europese supermarkten verkocht met een Fairtrade-sticker erop, in Nederland is dat het keur merk van Max Havelaar. Europese handelaren die zaken doen onder Fairtrade-voorwaarden geven hen een hogere, meer eerlijke prijs voor hun bana nen en laten ze zo de strijd met de grote multinatio nals aangaan. Het houdt voor de Ecuadoriaanse boeren in dat ze tenminste een kostendekkende prijs voor hun bana nen krijgen. Het is een prijs die meestal beduidend

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 90