„Het is niet belangrijk dat een leerling weet waar Hoogezand-Sappemeer ligt, hij moet de weg kunnen vinden..." v15 PZC Zaterdag 27 oktober 2007 Leerlingen op het vmbo De Goudse Waar den in Gouda aan het werk. Studeren en las sen gebeuren in het zelfde lokaal, zodat de leerlingen zelf hun tijd kunnen indelen. langer volgens deze methode werken, oogsten hun eerste successen: het aan tal voortijdige schoolverlaters daalt. Op het Friesland College in Heeren veen, een mbo met ruim 10.000 leer lingen, is de schooluitval op niveau 1 - het laagste niveau - drastisch terugge bracht: van 60 naar 12 procent. „Voor kinderen die moeilijk kunnen leren, is dit een uitkomst", vertelt Bert Schee pers, loopbaan-adviseur en verant woordelijk voor de in- en uitstroom. Ook hier is er veel praktijkgericht on derwijs. Op school werken leerlingen in een geïmproviseerde supermarkt, broodjeszaak of kantoorboekhandel. Dagelijks krijgen ze opdrachten: schoonmaken, vakken vullen of verko pen. Als zich problemen voordoen - een leerling weet niet hoeveel geld hij moet teruggeven - krijgt hij extra re kenles van een docent. Scheepers: „De ze moeilijke groep leerlingen is gemo tiveerd. Dat is een enorme winst." Gedegen onderzoek naar het effect van het nieuwe leren is er in Neder land nog niet gedaan. Uit de eerste, kleinschalige studies komt wel een eenduidig beeld naar voren: leerlin gen zijn enthousiast, er is minder schooluitval. Leraren hebben het moeilijk, zij moeten de grootste om slag maken. Ook is er veel onzeker heid, vooral over wat leerlingen wél en niet moeten kennen en kunnen. Dat probleem wordt goed zichtbaar op het A. Roland Holst College in Hil versum. In de onderbouw van havo/vwo kunnen leerlingen kiezen voor het 'nieuwe leren'. In de boven bouw is deze methode absoluut taboe. Hier moeten leerlingen vooral kennis stampen zodat ze hun eindexamen kunnen halen. Oot Verharen, docente geschiedenis: „Ik moet als een speer door die stof heen. We moeten de héle geschiede nis behandelen, vanaf de prehistorie tot heden, dat is een nieuwe eis van het ministerie. De Grieken en Romei nen hebben we net achter de rug, ik begin nu met de middeleeuwen." Ver haren benadrukt dat het in de boven bouw essentieel is dat 'de docent de regie houdt'. Bij het 'nieuwe leren' is het net andersom: leerlingen hebben de regie, leraren zijn begeleiders. Ver hagen: „Dat werkt hier echt niet. Dan wordt het drie keer niks met dat eind examen. Het krankzinnige is namelijk dat er in het eindexamen helemaal geen rekening mee wordt gehouden dat er zoiets als het 'nieuwe leren' be staat. Mijn leerlingen moeten straks de hele geschiedenis paraat hebben." Het grootste probleem in het onderwijs is dat ner gens vaststaat wat leerlin gen aan basiskennis moe ten hebben, zegt Robert Jan Simons, hoogleraar digitaal en didactiek aan de Universiteit Utrecht. Simons is de man die al in 1995 het 'nieuwe leren' introduceerde. Hij signaleerde dat scholen er onvoldoende in slaagden hun leerlingen te boeien. Het aantal voortijdige schoolverlaters nam ge staag toe. Minder vakken, méér vaar digheden, dan houd je leerlingen bij de les, is nog steeds zijn overtuiging. „Ik vind het niet belangrijk dat een leerling weet waar Hoogezand-Sappe meer ligt, maar hij moet wel een kaart kunnen lezen, hij moet de weg kun nen vinden. Hij moet ook meer weten over oorzaken van de klimaatverande ring. Dat geldt zowel voor een vmbo- als een vwo-leerling." Het probleem is dat beleidsmakers het oneens zijn over wat wel en niet be langrijk is in het onderwijs. Simons: „We klagen over pabo-leerlingen die niet kunnen hoofdrekenen. Tegelijker tijd krijgen sommige kinderen op de basisschool al een rekenmachine in hun hand gedrukt. We mopperen over de slechte beheersing van de Ne derlandse taal, maar als we echt willen dat niemand meer een d- of t-fout maakt, dan kan iedereen dat leren. Maar daar doen we niks aan. Kenne lijk is het niet belangrijk." Dat zijn ge dachtegoed succes oogst op het vmbo en mbo doet Simons deugd. Het 'nieu we leren' is hier een noodzaak gewor den. Vooral om moeilijk lerende kin deren binnenboord te houden. Volgens directeur Klaas Clements van het vmbo in Gouda is er geen weg meer terug. „Met een meester voor de klas die zegt wat leerlingen moeten doen, redden wij het niet. Die motiva tie en concentratie hebben onze kinde ren niet. Voor het vmbo is het 'nieu we leren' een zegen."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 87