Het 'nieuwe leren' als zegen v14 Spectrum Zaterdag 27 oktober 2007 PZC Het 'nieuwe leren' ligt onder vuur, maar op het vmbo en in het middelbaar beroepsonderwijs is de lesmethode - onderwerp van een parlementair onderzoek - succesvol. Dankzij het meer praktijkgericht onderwijs daalt het aantal voortijdige schoolverlaters voor het eerst sinds jaren. „Met een ouderwetse meester voor de klas redden wij het niet meer." door Carine Neefjes foto's David van Dam/CPD Onderuit gezakt zit Sven (16) aan tafel. Terwijl drie andere jongens in zijn groepje hard aan het werk zijn, speelt hij met zijn mobiele telefoon. „Het is hier klote. Ik leer hier helemaal niks. Ik heb liever gewoon een meester die voor de klas staat. Dan leer ik tenmin ste nog wat." Arvid, die zijn wiskunde-opgaven maakt, kijkt verstoord op. „Ach man, je zeurt. Ik moet er niet aan denken om de hele dag stil te zitten. Daar kan ik echt niet tegen." De vierdejaars leer lingen op het vmbo De Goudse Waar den in Gouda hebben gekozen voor de richting voertuigentechniek. Van ochtend mochten ze sleutelen aan au to's, nu hebben ze één uurtje theorie. De sfeer is rommelig en rumoerig. Het lijkt alsof de jongens het vooral druk hebben met voetbal, brommers en meiden, maar intussen wordt er wél gewerkt. Natuurkunde, wiskunde of een technische tekening, de jongens bepalen zelf met welk vak ze aan de slag gaan. „Dat vond ik in het begin wel lastig. Als ik niets doe, heb ik een probleem. Dan moet ik later alles inha len", zegt Arvid. Sven is één van de weinigen die ver veeld rondhangt. Op zijn vorige school, waar hij klassikaal les kreeg, werd hij vijf keer per dag de klas uitge stuurd. „Typisch zo'n jongen die niet een hele dag in de schoolbank kan zit ten", zegt directeur Klaas Clements. „Normaal gesproken haakt zo'n leer ling af en gaat hij voortijdig van school. Ik verwacht dat hij door onze praktijkgerichte manier van leren, wél met een diploma de school verlaat." Ook op deze school in Gouda bestond veel cynisme over het nieuwe leren. „Die vrijheid dat leerlingen zelf bepa len wanneer ze welke vakken doen, dat leek mij helemaal niks", zegt do cent Rob van der Spek. „Onze leerlin gen hebben sturing nodig." Maar juist door 'het nieuwe leren' kan hij ze veel beter coachen. „Vroeger zag ik leerlin gen één uurtje per week, nu zie ik ze de hele dag. Ze trekken niet meer van lokaal naar lokaal, maar zitten in een grote werkruimte. Eigenlijk zit ik er voortdurend bovenop, help ze met plannen, kijk hoe het gaat met hun verplichte vakken, zoals Nederlands, Engels, natuur- en wiskunde. Maar ik leer ze ook met twee woorden spre ken. Leerlingen krijgen veel meer per soonlijke aandacht dan vroeger." Amper een jaar geleden luidden scho lieren de noodklok over het nieuwe leren. Ze klaagden over te weinig ken nisoverdracht en teveel aandacht voor het aanleren van vaardigheden. Zelf standig werken was het nieuwe mot to, maar leerlingen eisten juist meer structuur en begeleiding. Het protest leidde tot grote commotie in de Twee de Kamer. Als zelfs scholieren méér en beter les willen, moet het wel ern stig gesteld zijn met de kwaliteit van het onderwijs, was de gedachte. Op initiatief van de PvdA besloot de Ka mer tot een parlementair onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen jaren. Een commissie onder leiding van PvdA-kamerlid Dijssel- bloem gaat in november aan de slag. Terwijl Kamerleden hun hoorzittingen voorbereiden, klin ken er uit het onderwijsveld meer en meer positieve geluiden over het nieu we leren. De problemen hadden voor al te maken met de snelle invoering van deze lesmethode. Leraren kregen nauwelijks de tijd om over te schake len van klassikaal lesgeven naar indivi duele begeleiding. Sommige docenten verlieten overspannen hun school. Nu, bijna een jaar later, hebben vooral vmbo-scholen en het middelbaar be roepsonderwijs (mbo) het 'nieuwe le ren' beter op de rails. Scholen die al

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 86