West-Brabant en Zeeland, dat v2 <-:u Zaterdag 27 oktober 2007 PZC Twee vrouwen, beiden commissaris der Koningin; Karla Peijs, sinds maart dit jaar voor Zeeland, Hanja Maij-Weggen, sinds maart 2003 voor Noord-Brabant. Wat is er zo leuk en boeiend aan 'hun' provincie? Hoe erg vindt Karla Peijs het dat haar provincie geen betaald voetbal kent? En hoe jaloers is Hanja Maij-Weggen op het Zeeuwse volkslied? Zeeland of Brabant; wat is de boeiendste provincie? door: Annelies Vlaanderen foto: Thom van Amsterdam Karla Peijs (KP): „Ik wil geen concurrentie tussen de twee. Ik ben geboren in Brabant, ik woon pas sinds maart in Zee land, en ik vind het er fantas tisch. Als je Zeeland binnenrijdt, dan ruik je al de zee... Dus: beide hebben een stuk van mijn hart." Hanja Maij-Weggen: „Brabant is eigenlijk een beetje Klein-Nederland. Alles wat je in Nederland ziet, kom je ook tegen in Bra bant. Brabant is heel veelzijdig, met high tech, universiteiten, de Brabantse Wal, de Kalmthoutse Heide, de rijke cultuur met de gilden - ga zo maar door." KP: „Wat ik nou juist zo leuk vind aan Zee land, is dat het niet heel Nederland is." - Een heel specifieke provincie, dus. KP: „Een héél specifieke provincie, ja, met een heel eigen karakter. Geboren vanuit ei landen, wat je nog steeds kunt merken. Met het stuk boven de Westerschelde dat toch weer een ander soort karakter heeft dan Zeeuws-Vlaanderen." HMW: „Brabant heeft juist heel veel ver schillende kenmerken. Dat is ook niet gek: er wonen tweeënhalf miljoen inwoners, in 68 gemeenten. De verschillen tussen noord en zuid, oost en west zijn al groot. West- Brabant bijvoorbeeld is echt een an der gebied dan de rest van de provincie. Je merkt het zelfs aan de lichte dialectver schillen." - Kunt u alle Brabantse dialecten verstaan HMW: „Ja, dat lukt me nu wel." - Wat bindt de Brabanders nog, anno 2007? HMW: „Dat is toch wel de bourgondische inslag. Die maakt dat er een ontspannen klimaat heerst, dat er veel plezier gemaakt wordt, terwijl er ook heel hard gewerkt wordt Brabant: dat zijn wij eigenlijk met elkaar. Als je zo lang in Brabant woont, is mijn 25 jaar lange ervaring, dan wórd je een Brabander." - Wat hebben Brabanders met Zeeland, en omgekeerd KP: „Ik heb mijn jeugd doorgebracht in West-Brabant en Zeeland. Naar mijn ge voel is dat een beetje één gebied, hoort het bij elkaar. Een groot deel van de Zeeuwen is trouwens van oorsprong Brabander. Je weet toch wel wat er vroeger altijd werd gezegd: 'Mensen, hou je dochters binnen, want de Brabanders komen!' We werken ook veel samen, met Bergen op Zoom bij voorbeeld, en met de regio rondom Breda. Vorige week hadden we de minister van Economische Zaken op bezoek, en daar no digen we West-Brabant dan ook bij uit; dat gaat gewoon goed samen." HMW: „West-Brabant en Zeeland gaan bijna automatisch in elkaar over, kunnen inderdaad goed met elkaar opschieten. Je ziet ook dat het katholieke Brabant lang zaam maar zeker verschuift naar het meer protestantse Brabant in het westen en naar het Zeeuwse. Ik denk dat de grenzen helemaal niet zo strak zijn." KP: „Het verschil tussen klei- en zand grond heeft wel altijd meegespeeld. Zeeu wen moesten altijd aanpoten: of de klei nu droog was of nat, het was afzien. Enigszins gelijk hieraan loopt het verschil tussen katholieken en protestanten. Toen ik als kind in Hooge Zwaluwe woonde, haalde mijn moeder brood bij de protestantse bak ker. Nou, dat was wat. Alsof we ketters wa ren!" HMW: „Ik heb wel het idee dat het ver schil tussen protestant en katholiek aan het verdwijnen is. Ik kan het aan mezelf zien. Ik ben geboren in Drenthe, ik ben protestant - maar ik word er nooit op aan gesproken. Wie zich wil inzetten voor Bra bant is altijd van harte welkom." KP: „En het bourgondische deel van Zee land, Zeeuws-Vlaanderen, dat is toch ei genlijk ook een klein stukje van Vlaande ren." - Zeeuws-Vlamingen zouden meer lachen op een begrafenis dan Zeeuwen op een bruiloft. KP: „Je moet niet alle verhalen geloven, hoor. Want dat is gewoon niet zo. Zeeuw en zijn helemaal geen stug volk. Zeeuwen zijn ook niet zuunig; niet zuunig met har telijkheid, en al helemaal niet zuunig met geld." - Dat was vroeger zo, blijkbaar. KP: „Dat zuunige, dat Zeeuwse meisje, dat was een zuiver commerciële uitvinding van Unilever." - Het Zeeuws Meisje bestaat nog wel. KP: „Maar ze is niet zuunig meer. Weet je, Zeeuwen zijn zuinig zoals ze in Brabant zuinig zijn op hun zondagse jurk." - Een zondagse jurk, dat is toch zeker ook al verleden tijd? KP: „Tuurlijk niet." HMW: „In sommige streken kom je de gewoonte nog wel te gen om zondagse én doordeweekse kle dingstukken te hebben." Peijs: 'Zeeland is zo veilig als wat. Je kunt in Middelburg een kanon afschieten en dan gebeurt er niets' KP: „Ja, in die zin zijn Zeeuwen zuunig. Ze zijn zuunig op de natuur. Op hun kinde ren. Maar ook ongelooflijk hartelijk. Ik ben daar zó hartelijk ontvangen." - Dat kan ook aan u liggen. KP: „Ik denk toch dat het van twee kanten moet komen." - Zeeland kan dan wel de zee hebben, het toe risme in Brabant komt als beste van alle pro vincies uit de bus, bleek laatst uit onderzoek. Verrassend. HMW: „Brabants toerisme doet het inder daad erg goed. Vorig jaar hebben we 1,7 miljoen overnachtingen en 800.000 men sen gehad. Die komen vooral voor lange weekenden en korte vakanties. Brabant heeft ook veel te bieden: mooie natuur ontspannen sfeer, grote trekpleisters zoals de Efteling en de Beekse Bergen en prachti ge steden. De watersport groeit ook hard; je ziet dat bijna alle stadjes langs het water, zoals Willemstad, Heusden en Grave, be zig zijn om havenstadjes voor de plezier- vaart te worden. Dat hebben we gemeen met Zeeland. Dat wil niet zeggen dat er niets verbeterd hoeft te worden. We zijn bezig om een kwaliteitsslag te maken. Bra bant heeft traditioneel heel veel huisjes en campings. We proberen om daarnaast hoogwaardigere voorzieningen te krijgen. Wat we gaan stimuleren, is plekken bij na tuurgebieden geschikt maken voor kleine hotels met goede eetvoorzieningen, boer derijen laten ombouwen tot luxe bed- en breakfastgelegenheden - dat soort toeris me groeit snel." KP: „Ik denk dat er wat dit betreft een groot verschil is tussen beide landsdelen. Zeeland is echt een provincie waar je je zo mervakantie doorbrengt. Wij zijn hard be zig om het toerisme niet meer alleen van mooi weer afhankelijk te maken; dat is ón ze kwaliteitsslag. Dat lijkt te lukken, want zelfs in de maanden zoals we die nu gehad hebben, is het net ietsje beter gegaan dan vorig jaar, toen we wél een mooie zomer hadden." - Hoe doet u dat? KP: „Onder andere met evenementen. We hebben dit jaar schitterende evenementen gehad naar aanleiding van het Michiel de Ruyter-jaar, en natuurlijk de Sail Vlissin- gen en de Maritieme Sail in juli. Toen zag je echt een stoere provincie naar boven ko men. We hadden heel woest water, dat zag er echt spectaculair uit. En dan hebben we ook nog het Nazomerfestival, het ringrij- den en 0 ja, de Zeeuwse Oesterpartij. Vijf Maij-Weggen: 'Er moet veel meer vervoer per trein. Daar zijn we in Nederland nooit goed in geweest' jaar geleden moesten mensen overgehaald worden om daar bij te zijn, nu tel je niet mee als je d'r niet bent." HMW: „Dat klopt, ja." KP: „En ik hoef het niet eens over eten en drinken te hebben, want wat dat betreft heeft Zeeland natuurlijk ook het allerbeste van heel Nederland. Wij hebben de mees te sterren per hoofd van de bevolking van heel Nederland. En we hebben de Zeeuw se zilte zaligheden: de oesters, de mosse len, de garnalen. Die horen bij de mooiste exportproducten van Nederland. Ga in een Brussels restaurant eten, hè Hanja, dan krijg je mosselen uit Yerseke." - Kan Brabant daar tegenop? HMW: „Het niveau van de restaurants is de laatste jaren enorm gestegen, we heb ben tegenwoordig veel goeie restaurants waar jonge mensen in staan en het aantal sterren neemt toe. Wij houden erg van lek ker eten en drinken. Denk aan de drie A's uit Bergen op Zoom: asperges, ansjovis, aardbeien..." - Hoe lang blijft Brabant nog bourgondisch, gezien het feit dat er steeds meer mensen 'van buiten' komen wonen? HMW: „Brabanders zullen hun bourgondi sche inslag nooit opgeven. Dat moeten ze ook vooral niet doen, want ook als ik buitenlandse investeerders vraag - of ze nu uit Japan of India komen - 'wat vindt u van Brabant?', dan komt altijd naar boven: een geïndustrialiseerde provincie waar mensen gewend zijn om hard te werken, maar ook de mooie natuur, de gezellig heid, het prachtige wonen..." - Terwijl Brabant juist zo is volgebouwd. KP: „Zeeland niet. Dat is een van de sterk ste punten van Zeeland: die weidsheid, die openheid, de schone lucht, de zee." HMW: „Ik wil eerst benadrukken dat Bra bant er de afgelopen tijd, en dat zal nog verder gaan, juist steeds meer natuur bij heeft gekregen.Waar de agrarische sector zich terugtrekt - we hebben een tijd gehad dat er 24.000 boeren waren en dat zijn er nu nog circa 10.000 - wordt meer dan de helft van de grond teruggegeven aan de na tuur. Brabant vol, zei u? Ja, Brabant is best vol, omdat er tweeënhalf miljoen mensen wonen. Die zijn wel goed verdeeld over de vijf grote steden, de redelijk grote zoals Bergen op Zoom en Roosendaal, en de dor pen." KP: „Wat Brabant niet kan bieden, is ver keer zonder files. Daarvoor moet je echt in Zeeland zijn. Hiervoor heb ik de laatste vier jaar in de Randstad doorgebracht. Ik woonde maar 65 kilometer van het minis terie af; maar ik deed er tweeënhalf uur over op maandagmorgen." - Gaat het u niet aan het hart, als voormalige ministers van Verkeer en Waterstaat, dat het fileprobleem alleen maar toeneemt? KP: „Ik heb zelf de verandering in gang ge zet, de enige die werkt, en dat is het prij zen van de weg. Dat is de enige oplossing. Die zou in 2012 van kracht moeten zijn." HMW: „Ik ben het eens met mijn collega dat rekeningrijden het meeste soelaas biedt. Je hoeft niet eens zo veel mensen uit de files te halen. In een stillere periode als de herfstvakantie zie je de oplossing al: tien procent minder auto's en het verkeer loopt gewoon door. Alle deskundigen zeg gen dat rekeningrijden werkt, en ik heb dat met eigen ogen gezien in Londen, Noorwegen en dergelijke. Dus dat brugge tje moet maar een keertje open. Naar mijn beste oordeel heb je wel meer wegen no dig, maar in de Nederlandse situatie, met zo'n dichtbevolkt land, kun je daar niet mee volstaan." KP: „Het cruciale punt voor Zeeland wordt: slagen we erin om de bedrijvigheid die we in Vlissingen willen opvoeren, door containerisatie van de havens, zo te borgen dat ook in Zeeland niet alle wegen dichtslibben? Dat gaat we doen met de bin nenvaart. Zeventig procent van alle contai ners die in Vlissingen aankomen, kan met binnenvaartschepen worden vervoerd." HMW: „Dat is heel verstandig beleid. In Brabant willen we dat ook steeds meer toe passen, bijvoorbeeld in Moerdijk. Tegelij kertijd moet er veel meer vervoer op de trein. Daar zijn we in Nederland nooit echt goed in geweest. Het vrachtvervoer heeft altijd geconcurreerd met het persoon lijk vervoer op de rails. Ik ben best blij in Brabant met de Betuwelijn. Tegelijk doet het me verdriet dat het vrachtvervoer nog steeds door Brabantse steden gaat. Als ik naar West-Brabant kijk, dan zijn wij er gro te voorstander van dat de spoorlijn die naar Antwerpen loopt, wordt omgelegd, dat het een soort Betuwelijn- Zuid wordt, maar dan om de steden heen. Dan kan het personenvervoer natuurlijk wel door de steden blijven gaan." - Dan gaat het vrachtvervoer door de mooie natuur en de dorpen heen... HMW: „Het verstandigste is altijd om een spoorlijn zo strak mogelijk langs de snel weg te leggen. Dat is ons streven." KP: „En dan vanuit de havens een recht streekse verbinding met Antwerpen. Dat zou ideaal zijn. Zo kunnen steden weer een centrum ontwikkelen. Want let op mijn woorden: deze eeuw is de eeuw van de binnenstad. Kijk naar Tilburg, dat is zijn centrum aan het opknappen. Dat is na tuurlijk een fantastische ontwikkeling. Ik ben blij dat ik dat mede in gang heb mo gen zetten." HMW: „Daar ben ik het mee eens. Zo kan een stad als Roosendaal ook eindelijk een

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 74