'Liever te
vroeg dan
te laat'
„Dat ze één persoon aanwijzen die de schuld zou hebben aan de dood van een kind
dat is Onverdraaglijk. Jan Nijssen, sectormanager Jeugdbescherming Noord-Holland
PZC Zaterdag 27 oktober 2007 1 3
Het Inspectierapport heeft wel ge
holpen. Sinds 'Savanna' krijgen de
gezinsvoogden minder gezinnen
onder hun hoede. Het streven is
nu maximaal vijftien gezinnen per
medewerker, dat waren er vóór Sa
vanna meer dan twintig. Daar
naast kunnen de voogden kracht
ontlenen aan een nieuweling bij
de bureaus: de gedragsdeskundige.
Met hem maken ze nu voor het
eerst een systematische risicoanaly
se van een gezin. Is het kind onder
voed, de moeder depressief of het
huis een chaos? Al die aanwijzin
gen dat het met een kind wellicht
niet goed gaat, staan nu op een af-
streeplijst.
De gedragsdeskundige is er ook
september:
vocaten gezins-
Dgd dienen be-
aarschrift tegen
'dere vervolging
21 december:
Gezinsvoogden
demonstreren
tegen de vervolging
van de
gezins
voogd
voor een mentaal steuntje in de
rug. „Als je als gezinsvoogd iets
met de psychiater bespreekt, gaat
dat beter als je iemand achter je
hebt staan die academisch ge
schoold is, zoals een gedragsdes
kundige. Ook de rechter laat ons
oordeel zwaarder wegen als er een
academisch iemand achter staat",
is de vaste overtuiging van Hes.
Samen met de risicoanalyse waar
mee de hulpverleners zich naar
buiten toe systematisch kunnen
verantwoorden, moet het helpen
om het naar beneden gehaalde mo
reel op te vijzelen en te voorko
men dat er ooit nog eens een ge
zinsvoogd voor de rechter moet
verschijnen.
9 februari:
Zitting
raadkamer
over bezwaar
verdere
vervolging.
31 mei:
Regiezitting
waarin wordt
besloten dat
er nog drie
hulpverleners
worden
gehoord.
29 oktober
tot en met 2
november:
Rechtszaak
tegen gezins
voogd.
al
W-
2007
Wat ging er mis
bij Jeugdzorg?
De Jeugdzorg Noord-Holland, de
Raad voor de Kinderbescherming
en het Meldpunt Kindermishande
ling hadden onvoldoende kennis
van zaken, wisselden essentiële
informatie niet met elkaar uit en
schakelden ten onrechte geen
deskundigen in. Ze hadden veel
eerder moeten en kunnen ingrij
pen. Dat er al langere tijd wat mis
was, is 'in zijn geheel niet herkend'
door de jeugdzorg en heeft fatale
gevolgen gehad voor Savanna.
De voogd handelde vanuit de posi
tie van de moeder en niet vanuit
die van het kind en nam daardoor
een onaanvaardbaar, onveilig risico
voor het kind.
In februari 2002 werd Savanna uit
huis geplaatst en onder toezicht ge
steld. Het Bureau Jeugdzorg liet
het meisje een halfjaar later weer
naar huis gaan, terwijl er signalen
waren dat de moeder geen opvoed-
advies accepteerde. Alarmerende
signalen, bijvoorbeeld van het con
sultatiebureau, werden niet se
rieus genomen. De teamleider
hield geen toezicht.
Bron: Rapport Inspectie voor
de Gezondheidszorg 2005
Dat Jeugdzorg sneller ingrijpt en
sneller kinderen uit huis
plaatst na de dood van Savan
na, heeft een 29-jarige moeder uit Alp
hen aan den lijve ondervonden. In haar
woning slikt ze haar tranen weg. „Dat ik
in dezelfde flat woon waarin Savanna
werd vermoord, heeft heel veel invloed
op de manier waarop de hulpverlening
met onze zaak omgaat", vertelt de
vrouw. Ze legt een dik pak papier op ta
fel. „Je mag alles lezen, maar om mijn
zoon te beschermen, wil ik niet dat je
onze namen noemt." Zo'n anderhalf
jaar geleden werd haar - nu negenjarige
- kind uit huis geplaatst. „Praat me niet
over professionaliteit", briest de moe
der. „Jeugdzorg is gewoon een doorge
draaide machine. Ik mag eens in de
maand mijn zoon een uurtje zien. On
der toezicht. Zo houd je een moe
der-kindrelatie toch niet gezond. Ik heb
mijn zoon nooit iets aangedaan. Toch is
hij me afgenomen. Dit komt allemaal
door de situatie die na Savanna is ont
staan."
De jonge moeder kampte met opvoe
dingsproblemen omdat ze zelf na de be
valling van haar kind depressief was ge
raakt. Bovendien leed ze aan een zeldza
me, ernstige zwangerschapsziekte, waar
bij haar lichaam haar huid afstootte. „Ik
zat zwaar onder de medicijnen en kon
wel wat hulp gebruiken." Er kwam een
hulpverlener van de Basiszorg Kwetsba
re Kinderen (BBK) bij haar langs. „Pri
ma vond ik dat. Toen hij werd vervan
gen door een ander, liep het helemaal
mis. Op een gegeven moment is er vast
gesteld dat mijn kind een autistische
stoornis had, terwijl ik maar riep dat
mijn kind niet aan autisme leed. Onder
tussen zaten zijn vader en ik totaal niet
op één lijn. Uiteindelijk zijn we uit el
kaar gegaan. Ik bleef achter met onze
zoon."
Na een melding vanuit de BKK werd de
jongen bij zijn moeder weggehaald om
vervolgens van de ene crisisopvang
plaats in de andere te worden gestopt.
In die periode werd het ventje opnieuw
intensief onderzocht. „Wat bleek? Hij
leed niet aan autisme! Wel werd duide
lijk dat hij behoefte had aan een duide
lijke structuur. Ja, dat probeerde ik ie
dereen al tijden te vertellen." De Alp-
hense probeert haar zoon terug te krij
gen maar stuit op een muur van verzet.
In de stukken wordt telkens benadrukt
dat de jongen bang is voor de agressie
van zijn stiefvader die een drugsverle
den heeft. „Mijn huidige partner zou
een gevaar voor mijn zoon zijn." „Ik ben
inderdaad geen lieverdje geweest", rea
geert de man daarop. „Na de scheiding
van mijn eerste vrouw raakte ik de weg
kwijt. Ik kwam ook in financiële proble
men terecht. Dat is allemaal verleden
tijd."
De Alphense vindt dat Jeugdzorg zo
snel mogelijk nieuw onderzoek moet
doen. „In de dossiers die er nu liggen,
staan zoveel onwaarheden en halve
waarheden. Waarom hebben ze mijn
kind van me afgenomen zonder echt bij
mij te komen kijken?"
„Liever te vroeg dan te laat, is het mot
to", zegt Hans Lomans, voorzitter van
Maatschappelijke Ondernemers Groep,
koepelorganisatie van de bureaus Jeugd
zorg. „We grijpen eerder in en werken
intensiever samen met de andere par
tijen. Na Savanna en de andere inciden
ten is de druk vanuit de samenleving
enorm toegenomen. Alsof Jeugdzorg de
kinderen zelf heeft vermoord. Dat heeft
natuurlijk zijn weerslag."