wordt het liefst componist
v16
Zaterdag 20 oktober 2007 PZC
Jeroen Brouwers
Hij ontvangt volgende maand de
Prijs der Nederlandse Letteren.
Jeroen Brouwers' nieuwe roman,
Datumloze dagen, is met lijden en
dood omgeven. Het overlijden
van acteur Roef Ragas zette de
schrijver, net als de held van het
boek, aan het denken over de zin
van het bestaan.
door Theo Hakkert foto's Phil Nijhuis
De voordeur geeft krakend
mee. De schrijver steekt het
hoofd om de deur. 'Noli me
tangere'waarschuwt het
bordje naast de deur: 'Kom
mij niet te nabij'. Maar Jeroen Brouwers
laat het bezoek met een uitnodigend ge
baar binnen. Een duim geeft het koffiezet
apparaat het commando te doen waarvoor
het werd uitgevonden. „Kom verder."
Het is zeven jaar geleden dat van Jeroen
Brouwers (67) een roman is verschenen.
Met een mengeling van verwondering en
sarcasme stelt hij vast dat hij blijkbaar op
zijn romans wordt beoordeeld en afgere
kend. Met een nieuwe roman op komst,
wil iedereen hem opeens spreken. „Alsof
ik in die zeven jaar niks gedaan heb. Ik
werk altijd." Hij wijst naar De schemer
daalt, een aflevering van Brouwers' eigen
tijdschrift in boekvorm, Feuilletons, en
naar het oerboek In het midden van de reis
door mijn leven. „Minstens zo belangrijk
voor mij als mijn romans."
Op 15 oktober verschijnt in dat genre het
negende boek: Datumloze dagen. „De ne
gende symfonie, ja. Als je een romantische
ziel hebt, heeft dat enige betekenis. Die
zou het voor mij kunnen hebben, ware
het niet dat de tiende in de maak is. Ik heb
al drie hoofdstukken liggen. Dat moet ik u
niet vertellen, je tart zo het bijgeloof Je
moet niet praten over werk in uitvoering.
Anders wordt het manuscript kwaad."
Jeroen Brouwers woont sinds 1993 in een
bos in België. „Ik voel me hier goed. Bijna
grenzend aan het gevoel van geluk." Geen
TomTom die hem vinden kan, hier ruim
twintig minuten en even zovele kronkelpa
den over de grens bij Sittard. Het raam bij
de grote tafel in zijn woonkamer kijkt uit
Jeroen Brouwers
Geboren: Batavia, 30 april 1940. Woonde om en om in
Nederland en België „Ik ben Nederlander. Ik heb niet
ook een Belgisch paspoort."
1967: Joris Ockeloen en het wachten. „Iemand wees mij
op parallellen tussen dit boek en Datumloze dagen. Ik
heb altijd beweerd dat mijn oeuvre één groot geheel is,
waarbij het ene boek het andere aanvult."
1980: Bezonken rood.
1983: De laatste deur. „Over zelfmoord van schrijvers.
Toen het verscheen, was het een nieuw onderwerp. Na
vier drukken had blijkbaar iedereen het gekocht die er
belangstelling voor had."
1993: Constantijn Huygensprijs voor gehele oeuvre.
»- 1996: Feuilletons I. Inmiddels zeven delen.
2000: Geheime kamers. Gouden Uil, Publieksprijs Gou
den Uil, Multatuliprijs, AKO-prijs.
2007: Prijs der Nederlandse Letteren.
»- 2007: Datumloze dagen. „Alles in het boek is rood, ja.
De herinneringen van de vader lopen door elkaar, dus
ik denk dat hij in zijn gepieker alles rood ziet. Zijn zoon
heeft een bloedziekte. En ik heb al eerder rode boeken
geschreven."
op gras met bomen. Daarachter het bos,
het bos ook van Datumloze dagen. In het
boek wandelt een oudere man daar ner
veus rond en overdenkt zijn leven. Zijn
vrouw wilde een kind, hij niet.
Het kind kwam er toch. Deze zoon werd
na een succesvol leven als musicalprodu
cer het slachtoffer van een obscure Afri
kaanse ziekte, met een gruwelijk, traag ver
loop. Waarbij de ziekenhuisartsen hem al
leen in leven leken te houden om onder
zoeken te kunnen doen.
Heeft de schrijver het idee dat dit praktijk
is in ziekenhuizen? „Ja, dat gebeurt zo.
Dus zorg ervoor dat je nooit in een zieken
huis terechtkomt. Je zit zo op een lopende
band. 'Laat uw maag eens zien', zo begint
het. 'Er is iets met uw ogen'. 'Weet u dat
er vlekjes op uw longen zitten'? Je blijft
maar door al die afdelingen heen schui
ven. Dat is moordend. Blijf daarvan weg!
Hoezo, maagonderzoek? Ik heb toch geen
maagpijn. Ik weet dus dat het zo gaat. Ver
der hul ik mij in zwijgen."
Dat duurt niet lang. De tweede
keer koffie halen, laat hij graag
aan het bezoek over. Brouwers
heeft een luchtpijpprothese,
die voor extra lucht in de longen zorgt.
Van iedere inspanning moet hij hijgend
bijkomen. Wat hem er niet van weer
houdt met regelmaat een Caballero zonder
filter op te steken - maar dat terzijde. „Ik
durf niet in een interview te zeggen dat
het in de ziekenhuizen een grote rotzooi
is. Maar ik heb zelf ziekenhuiservaring.
Mijn luchtpijp was aan het dichtgroeien.
Ik had nog maar een kanaaltje ter dikte
van een speld. Toen ze dat ontdekten en
vonden dat ik daar aan geopereerd moest
worden, wist niemand hoe dat moest.
„Er is aan gerommeld en gedaan, tot in de
eindeloosheid aan toe. Ik ben tal van keren
geopereerd. Ze gingen het zo proberen, ze
gingen het zus proberen. Totdat ze bij dit
pijpje uitkwamen. Eerst hebben ze ge
dacht een stukje uit mijn rib te nemen en
daar een spalkje van te maken dat mijn
luchtpijp uiteen zou drukken. Tien, vijf
tien dagen lag ik in coma. Het spalkje zette
zich niet. Uiteindelijk is het dit gewor
den."
Zeven jaar geleden verscheen van zijn
hand Geheime kamers. De roman werd een
groot succes. Brouwers kreeg er een hele
serie prijzen voor. Ooit waren er vier druk
ken van zijn zelfmoordbijbel De laatste
deur, nu was er voor het eerst een bestsel
ler. „Voor het eerst in mijn schrijverscar
rière was ik rijk. Het geld kwam in kruiwa
gens hier de kamer binnen. Totdat de be
lasting kwam. Daar moet ik niet over zei
ken, per slot van rekening leef ik mijn hele
leven al op centen van de belastingbeta
ler."
„Ik schaam me er niet voor te zeggen dat
ik een broodschrijver ben. Ik schrijf voor
mijn 'living'. Dat lukt natuurlijk niet, want
ik heb behalve Geheime kamers nooit een
klapper. Ik ben nog altijd genoodzaakt op
mijn knieën voor het Fonds van de Lette
ren te smeken voor een werkbeurs. En dat
op mijn leeftijd, het valt me steeds zwaar
der en moeilijker. Ik schrijf al veertig jaar