De boerin
wordt
een boer
v15
PZC Zaterdag 20 oktober 2007
Coby Dekker-van den Berg: „Een boer is heel vaak gelukkig. Bij het zaaien, als je de gewassen ziet opkomen en als je hebt geoogst en de producten hebt afgeleverd." foto GPD
Groene kaplaarzen. Blauwe
overal. Achter het stuur van
een tonnenzware tractor. Al
les klopt. Het enige wat ont
breekt aan dit plaatje is de
aloude pet. Verder ziet Coby Dekker-van
den Berg (50) eruit als een klassieke boer.
Uren rijdt ze over het uitgestrekte land
van honderdduizenden vierkante meters
in de gemeente Dronten. Terwijl ze ploegt,
is er niemand die haar vraagt naar haar
werkzaamheden als vrijwilliger in een
woonzorgcentrum of naar haar kinderen.
Dat zijn kleinigheden, zeker als de grond
voor het einde van de dag moet zijn omge
ploegd.
„Dingen lopen zoals ze lopen", zegt ze
nuchter. „Als mijn ouders een zoon had
den gekregen in plaats van drie dochters,
was mijn leven misschien anders gelo
pen." Vooralsnog geniet ze van de voorde
len die het werk als boer haar verschaft.
„Een boer is heel vaak gelukkig. Bij de zaai-
momenten, als je de gewassen ziet opko
men, en met name als je hebt geoogst en
de producten hebt afgeleverd."
Van oudsher werkte de boerin mee op de
boerderij, maar steeds vaker doet zij dat als
bedrijfshoofd. In 2005 was de boerin op
ruim een derde van alle boerenbedrijven
tevens bedrijfshoofd (meestal samen met
de echtgenoot). In de laatste tien jaar is dit
aantal verdubbeld, mede door de populai
re man-vrouwmaatschap. Deze onderne
mingsvorm heeft fiscale voordelen ten op
zichte van de enkelvoudige bedrijfsvoering
en maakt het mogelijk de winst te delen.
„We werken er hard aan om de financiële
positie van de vrouw op het platteland te
verbeteren", zegt Marianne Eringa van
LTO-Noord. „Afgelopen anderhalfjaar or
ganiseerden we bijeenkomsten en cursus
sen met als doel vrouwen te informeren
over zaken als beloning, aansprakelijkheid
en pensioenopbouw."
Ze merkt op dat de vrouwen voornamelijk
de administratieve taken binnen de maat
schap op zich nemen en de mannen de uit
voerende taken. „Mondjesmaat kiezen
vrouwen er bewust voor de leiding van
een boerenbedrijf over te nemen. Dat kon
vroeger niet, maar doordat vrouwen veel
meer studiekeuzen hebben, komen zij
steeds meer in beeld."
Toen Coby Dekker-van den Berg in 1996
het stokje overnam in haar vaders akker
bouwbedrijf, sloot ze een tijd als 'manager
van mensen' af. Ze kocht het huis en de
machines en pachtte tot 1999 de 28 hectare
grond van haar vader. Geheel vanzelfspre
kend was deze overname niet. Na het gym
nasium werd ze drie keer uitgeloot voor
diergeneeskunde. Om toch wat om han
den te hebben, volgde ze een jaar Schoe-
vers om vervolgens aan de slag te gaan als
secretaresse. Ze klom op tot bedrijfsleid
ster, met 25 vrouwen onder haar. Nu, als
bedrijfshoofd van het akkerbouwbedrijf,
staat zij als enige op de loonlijst. Door het
ontbreken van een mannelijke opvolger,
was de weg vrij voor haar en haar twee an
dere zussen om het bedrijf over te nemen,
maar die bedankten voor de eer.
„In eerste instantie zag ik het niet zitten
toen mijn vader mij vroeg of ik misschien
op de boerderij wilde werken. Ik had geen
partner. Nadat ik mijn man ontmoette,
vroeg ik hem of hij eventueel op de boer
derij zou willen wonen, zonder er te wer
ken."
Eind jaren tachtig stapte ze in een
maatschap met haar vader, waardoor zij
een deel van haar tijd op de boerderij
werkte als bedrijfsleidster en ook voor
haar inmiddels geboren zoon kon zorgen.
Haar man, die als manager bij Hewlett
Packard werkt, mocht de taak van 'boerin'
op zich nemen. Coby weigert dan ook de
term boerin op zichzelf te betrekken, aan
gezien zij zowel het land bewerkt, de admi
nistratie bijhoudt als de zakelijke contac
ten onderhoudt.
„In 1965 verhuisden mijn ouders vanuit de
Alblasserwaard naar Oostelijk Flevoland
waar ze het bedrijf opzetten. Tot 1974 was
het een gemengd bedrijf met dertig
koeien, aardappelen, uien, suikerbieten en
tarwe. Mijn vader besloot toen de koeien
weg te doen."
Ze is er niet rouwig om dat haar vader zich
helemaal op de akkerbouw richtte. Dekker
verbouwt nu op haar land vijf gewassen:
aardappelen, tarwe, suikerbieten, sperzie
bonen en uien. „Een veehouderij is inten
siever dan akkerbouw. Ie bent zeven da
gen per week, twee keer per dag in de
weer met het melken en het voeren van
de koeien. Eind november ga ik twee we
ken naar Benin voor een project van de
NBvP Vrouwen van Nu. In principe kan
mijn man in deze rustige periode dan alles
regelen omdat de oogst binnen is."
Vrouwen hebben een andere kijk op za
ken, meent Coby. „Mijn vader had er in
2001 moeite mee dat ik besloot goede land
bouwgrond uit productie te halen en die
terug te geven aan natuurbeheer. Ik vond
het een leuke invulling en door die groen
stroken heb ik mijn eigen wandelpad om
met mijn hond te lopen." Met haar lange,
ranke figuur, lijkt Coby Dekker niet op
een typische boerin uit oud-Hollandse
prentenboekjes, de goedlachse stevige
vrouw met blozende wangetjes die ge
dwee naast haar man staat. Het is eerder
haar man die tijdens piekmomenten zijn
vrouw bijstaat en een deel van zijn tijd in
ruimt om haar te helpen.
„Hij staat niet op de loonlijst en hij neemt
het ook niet op als een aftrekpost. Bij het
zware fysieke werk, zoals het aankoppelen
van de machines, roep ik zijn hulp in of
die van mijn t8-jarige zoon, omdat ik dat
niet aan kan." Als vrouw word je niet al
leen maar tegengewerkt door biologische
wetten maar ook door de Arbowet. Offici
eel mag ze niet meer dan 20 kilo per keer
tillen. Dat betekent dat zij de manshoge
losse reservebanden niet mag verplaatsen.
De 50-jarige vrouw roept al een
paar jaar dat ze tot haar vijftigste
zou werken, maar tot op heden
staat ze om vier uur in de ochtend op het
land. Ze weet nog niet wie haar bedrijf
gaat overnemen. „Zoals het bedrijf nu ge
voerd wordt, kun je er niet van rondko
men. Ik heb soms een negatief inkomen.
De kosten zijn dan hoger dan de inkom
sten. Voor een gezinsinkomen moet je de
oppervlakte verdubbelen. Het boerenbe
drijf is een mannenwereld waar je als
vrouw lastig wordt geaccepteerd", zegt
Coby. "In het begin hielden de andere boe
ren me in de gaten. Ik heb er dan ook be
wust voor gekozen om bij landbouworga
nisaties bestuursfuncties te vervullen, waar
door ik mijn netwerk vergrootte. Ik had
immers bijna al mijn kennis via mijn va
der verkregen."
Ze merkt dat de boeren gedurende de ja
ren haar op waarde schatten. „Ze zien dat
ik administratief mijn zaken goed voor el
kaar heb en dat ik op de hoogte ben van
wat er in de agrarische sector gebeurt." Vol
gens haar buurman is ze zelfs te perfectio
nistisch en precies om dit werk te doen.
Eenmaal vrouw, altijd vrouw.