Buitengebied Molen is nu een restaurant Nieuwe raadkaart Ei je a gas 1 8 I Zaterdag 20 oktober 2007 P2C Deze week de laatste aflevering uit de korte serie ansichten over Zeeuw se steden. Verzamelaar Hans Lindenbergh heeft de afgebeelde kaart in kleur, maar dat maakt voor de gebruikelijke vraag aan de lezers niet uit: in welke plaats ligt de afgebeelde straat en hoe luidt de naam van de straat? Nadere bijzonderheden over de afbeelding zijn welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk donderdag 25 oktober worden gezonden naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van een goe de oplossing worden drie waardebonnen verdeeld. sé. Inzender Smoorenburg geeft aan dat vishandelaar Wage samen met zijn vrouw Dina een café dreef, thuishonk van de duiven- club Recht voor Allen, die na ruzie werd gesplitst in Recht voor Allen en Tot Weerziens. „De laatste kreeg onderdak bij Anna de Pauw in Lamminsvliet aan de Kaai." Rechts op de foto de huizen van A. Geijsels, Timmerman, Tas, G. de Meijer, J. Coppens (tevens ca fé), Bogaert, Van Wijnsberge (waaraan een smederij),Van Pamel en veldwachter Van Hurck ('met zijn kwaaie hond'). Ook te zien de tramlijn van de Stoomtram Bres- kens-Maldegem en prominent mo len De Brak van de familie I. San ders. „Die brandde door oorlogs handelingen af op 31 oktober 1944, één dag voor de bevrijding. Bij die brand kwam het paard van Sanders om", aldus Smoorenburg. I. Keijmel uit Vlissingen werkte in 1951 mee aan de herbouw van de molen en D. E. Tollenaar uit Ter- neuzen weet dat toen een zilveren munt uit 1604 is gevonden, die ge slagen werd ter ere van de verove ring van Sluis door Maurits van Nassau. „Ik meen dat hij werd ge vonden door Jan Quaetaart, die be kend stond als de kloefkapper (klompenmaker)." De ouders van Frans van den Nes- te uit Hulst lieten in 1935 naast de molen een woning bouwen, waar door het zicht op het Belfort gro tendeels verdween. „In de jaren 50 zijn naast deze woning nog twee huizen en een bungalow ge bouwd. In 1972 is mijn ouderlijk huis opgekocht en afgebroken voor de ontsluitingsweg naar een nieuwe woonwijk op de weilan den van de familie Du Fossé." Kees Stevense uit Middelburg en andere inzenders merken op dat in de molen sinds 1964 een restau rant gevestigd is, met later ook een souvenirwinkel. De waardebonnen gaan naar: K. Krull, Oostburg, R. Calon, Philippi ne en C. van Liere, Sluis. door Rinus Antonisse Volgens M. de Visser-Cap- pon uit Nieuw- en Sint-Joosland toonde de raadkaart van vorige week Sluis, met Belfort en molen De Brak. „De Nieuwstraat, hier liep ik elke dag te voet naar school. In het eerste huis woonde mijn school vriendin en we liepen samen naar de andere kant van de stad, hele maal naar het bejaardentehuis Ro- zenoord. Daarin was een soort school ingericht." „De foto is genomen ter hoogte van mijn ouderlijk huis (nummer 71), waar tevens gevestigd was de huidenhandel AHC, in de volks mond het vellenkot, en de gebou wen van de Zeeuws-Vlaamse Ex portslachterij, het abbatoir, waar mijn vader bedrijfsleider was", schrijft F. J. F. Smoorenburg uit Krabbendijke. Links op de foto de woningen van ijscoboer P. Geijsels, vishandelaar J. Wage en landbouwer W. du Fos- v V. door Rinus Willemsen Het is maandagavond rond half acht. Een paar weken geleden. Het dorp ligt er verlaten bij als we door de stille straten naar de maquettezaal stappen. Anita en ik. Al maanden zijn we bezig met ons verkleind dorp na te maken. Één van de modelbouwers is Willy. „Ik dochten dat 'r iemand van 'tgas was", zegt zijn vrouw, die als een speer naar de voordeur schiet, als ik aan bel. ,,'f Wör noe toch wèl tiid ee," gaat ze verder. Vanmorgen is 't gebeurd. „Ze waoren an de weg an 't wérken en toen goeng 't mis." Te dicht bij de buis in de grond gegraven. Maondagmorgen ee? De hoofdleiding naar Bier vliet en omstreken was gerocht. „Ik mérkende dat a bots", zegt een vrouw die in het begin van de straat woont. Ze staat me op te wachten als ik 's avonds van mijn werk thuis kom. "'k Wou net gaon kooken. Jao, wudder eten ommerst nog 's middags om twaolf uuren." Ze schudt eens met d'r hoofd, als ik vraag waar om er niet 's avonds warm wordt gegeten. „Bel nêêd, joengen, da smaokt toch nii zö goed, dan zit je een êêlen aovund mee een volle maoge op de ban- ke." Die uitspraak wordt gevolgd met nog een hele boel argumenten om maar niet 's avonds de war me hap te gebruiken. Ik wil ze hier niet opschrij ven, want iedereen kent ze al. Van den afwas doen onder Man bijt Hond, tot Dan zit ik nii zo ge makkelijk en 's middags vertêêr m'n eten beter, dan loop ik 't d'r af. Als Willy onderweg vertelt dat zijn vrouw eigen lijk al een paar uren op de mannen van 't gas zat te wachten toen de belle gieng, had ze naar hem geroepen: „Willy, dao binnen ze." Maar dat was anders uitgepakt; 't was Rinus. Eerlijk gezegd was Willy het vergeten, dat we deze avond aan de maquette zouden werken. Door de conster- naotie van het gas. Als we 's avonds tegen tienen naar huis gaan, is het nog steeds stil in de straten. De lantaarnpa len branden. Alli, de lampen dan. Een paar man nen lopen in onze straat. Ze bellen bij alle hui zen aan. Die binnen van 't gas, denk ik. En jawel, we krij gen te horen dat de druk er weer op staat en dat de vlam onder de pan kan. (daar is het noe trou wens te laote voo De jongste van de twee stapt op me af en vraagt of ik in deze straat woon. Ik knik en zeg m'n huisnummer, Op nummerfuuftiene. De andere pakt een pen en schrijft ijverig iets achter mijn naam. Ik kan niet zien wat het is. Daarvoor is het eigenlijk toch nog te donker in onze straat, hoewel er vorige herfst vijftien nieuwe lantaarn palen zijn gezet. Maar helaas allemaal aan één kant. „Dan wazze hie vanmorgen nii thuus vraagt hij verder. Ik knik. Blijkbaar was dat alle maal genoteerd, schiet het door mijn hoofd. Waar nu precies die hoofdleiding lag naast de weg, dat was schijnbaar niet zo nauwkeurig op papier gezet. Dan stopt het gevraag en krijg ik een brief met de mededeling dat alles in orde. De handteke ning van de burgemeester staat eronder. Dus het moet wel kloppen. Ik kijk naar Anita die naast me staat. Ik twijfel of ik zal zeggen: En vanaovund én 'kfrietjes geeten. Van Friteuze Anita. Ik doe het niet. Anders schrijft de man-met-het-hesje het misschien nog op ook. En daor ei toch gêên méns wei mee te maoken ee? Zeg noe zelf Ook al is het ruim veertien dagen geleden, toch praten ze er in het bejaardenhuis nog dagelijks over. Over da gas.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 18