Jan Wolkers 1925-2007 'De dood is een mooie oplossing, eigenlijk' Beeldhouwer met eenvoud en helderheid 'Ze doen vaak of ik alleen over seksualiteit schrijf, terwijl de dood veel pregnanter aanwezig is' 1 2 I Zaterdag 20 oktober 2007 pzc door Nico de Boer TT an Wolkers was misschien I wel de bekendste schrijver I van Nederland. Ook wie I nooit een letter van hem ge- I lezen had, kende hem. Was t het niet vanwege zijn mar- kante verschijning, dan wel door Turks Fruit, dat tragikomi sche boek uit 1969 dat in populari teit nog werd overtroffen door de realistische film die Paul Verhoe ven ervan maakte. De jonge Wolkers was een artistie ke rebel die in de jaren zestig en ze ventig met zijn boeken generaties lezers rode oortjes bezorgde. De oude(re) Wolkers was de ideale grootvader die de jeugd op onor thodoxe wijze de liefde voor na tuur bijbracht. Hij was een man met een groot hart, en of je nu van zijn boeken hield of niet, van wege zijn grote persoonlijkheid en ontwapenende oprechtheid kon hij op veel sympathie rekenen. Al kon hij iemand ook onbarmhartig de oren wassen. De kunstenaar was een geboren verteller. Hij verhaalde even gloed vol over zijn werk en de natuur als over beeldende kunst en zijn zo nen. En hij sprak op karakteristie ke wijze, met een ietwat hoge, na sale stem, soms lichtelijk gejaagd, met een vloed aan treffende beel den. Nu en dan onderbroken door een langgerekt, lijzig 'hè'. Wolkers begon als beeldhouwer en schilder, maar groots was hij vooral in schrijverschap. Dat lever de een oeuvre op van ruim dertig boeken, die vanaf zijn debuut Ser- pentina'spetticoat (1961) bestsellers werden. Zijn commerciële succes was immens. Elk nieuw boek was in de jaren zeventig, op het top punt van zijn roem, een sensatie. Ook internationaal brak hij door. Zijn succes was zo groot dat daar door wel eens het zicht op de artis tieke kwaliteiten van zijn werk ver troebeld raakte. Wolkers was in zijn artistieke hoogtijdagen, zacht uitgedrukt, omstreden. Zo las hij in Bergen, het kunstenaarsdorp dat toch wel wat gewend was, ooit een hoofd stuk voor van zijn roman De walg vogel (1974), waarin hij onbarmhar tig uithaalde naar de 'koloniaal Co- lijn', premier van 1933 tot '39. De helft van de aanwezigen verliet de zaal. Het was niet de laatste keer dat hij publiek choqueerde. Nog beroemder werd hij in 1971 toen hij in navolging van zijn colle- wrake ook vond, 'die je al vroeg dreef uit het gelukzalig paradijs waar goed en kwaad geen beteke nis hadden', het Oude Testament bracht hem wél liefde voor taal bij. Zijn vader, die een kruidenierswin kel dreefj vond de kleine Jan van al zijn elf kinderen de lastigste. Wol kers vocht met hem conflicten uit, vooral toen hij op zijn vijftiende besloot niet meer naar de kerk te gaan en begon met tekenen en schilderen. „Ik denk dat ik van na ture atheïst was", zei Wolkers. „Hij sloeg me de trap op, en dan zei ik: 'Sla maar christen, ik keer u mijn linkerwang toe'." Wolkers heeft veel geschreven over zijn jeugd in de crisis- en oor logsjaren. Maar nergens zo preg nant als in Terug naar Oegstgeest (1965). In deze literaire autobiogra fie zijn alle thema's samengebald die Wolkers' vroege werk al ken- ga-schrijver en tv-komiek God fried Bomans een week lang al leen verbleef op het onbewoonde Rottumerplaat. Bomans ging er ka pot van eenzaamheid. Wolkers waande zich er Robinson Crusoe. De jeugd van de in 1925 in Oegst geest geboren Wolkers was door drenkt met het gereformeerde ge loof Hoe wreed hij de god der merkten: seks en wreedheid, god en de vader (van de schrijver), broederliefde en eenzaamheid, ver val en dood, oorlog en kunst. De thema's zetten de toon in de verha len in Serpentina s petticoat en de romans Kort Amerikaans (1962) en Een roos van vlees (1963) en zou den als vanzelfsprekend ook het la tere werk blijven beheersen. Wolkers maakte thuis ook kennis met Nederlands-Indië. Zijn vader verkocht koloniale waar. Na de oorlog wilde Wolkers weg uit Ne derland. Hij meldde zich aan om Indië te bevrijden. Hij werd afge keurd, een vriend en broer gingen wel. Op hun verhalen baseerde hij deels De walgvogel en De kus (1977). Wolkers volgde een opleiding aan de Rijksacademie voor de Beelden de Kunst en ontmoette zijn eerste vrouw, Maria, bij wie hij twee zo nen en een dochter kreeg. Latei- scheidden zij. De grote liefde in Wolkers' leven was Annemarie, de Olga uit Turks Fruit. Een semi-au- tobiografisch liefdesverhaal, zoals veel wat hij schreef aan zijn eigen leven was ontleend. „Mijn lust voor haar werd niet minder, maar haar moeder zat in de relatie te sto ken, zodat het uitging. Daarna zat ik in een rouwproces, in Turks Fruit gesymboliseerd door Olga's kanker en haar sterven." In tegenstelling tot wat je op grond van boeken en reputatie misschien verwachtte, leefde Wol kers in die tijd allang niet meer als een bohémien of roekeloze kunste naar. Hij had een opvallend huise lijk leven. Liefst omringde hij zich met familie en was hij dagelijks in zijn (volks)tuin aan de rand van Amsterdam te vinden, waar hij tot 1980 woonde. Daarna verhuisde hij naar Texel waar hij zich thuis voelde met vrouw Karma, die als 17-jarige scholier bij zijn atelier aan klopte om hem een vragenlijstje voor te leggen voor haar examen. Ze is nooit meer weggegaan bij de man die ze liefkozend 'beesteke' noemde. Na De doodshoofdvlinder (1979), een juweel van vertelkunst over de dood van een vader, volgde nog een reeks romans, maar gelet op de tanende kwaliteit ervan zag het ernaar uit dat Wolkers was uitge schreven. Hij legde zich in zijn ate lier op Texel weer hoofdzakelijk toe op de beeldende kunst. )an Wolkers: beeldhouwer, schil der, schrijver: het is de rangschik king die de kunstenaar zelf aan hield. Al hield hij van al zijn kunst evenveel: „Het is hetzelfde als een volksvrouw met twaalf kinderen vragen om wie ze het meest geeft. Dat is beledigend." Het duurde lang voordat Wolkers' meesterschap werd erkend. Voor de top werd hij een maatje te klein bevonden. In 1989 werd hem de P.C. Hooftprijs toegekend. Die hij prompt weigerde, 'geschof feerd' als hij zich voelde. Want, verklaarde de eigengereide schrij ver, 'je weet nooit wie de prijs het jaar daarop zal krijgen'. Nu de stof van jaren is neerge daald, kun je vaststellen dat enkele van zijn boeken moderne klassiek en zijn geworden. „Ze doen vaak net of ik alleen maar over seksuali teit heb geschreven", zei Wolkers. „Terwijl de dood veel pregnanter aanwezig is. De dood is de reden waarom we leven. Als er geen dood was, dan kón je driehonderd jaar worden, terwijl je kinderen al tweehonderd jaar in de AOW zit ten. Daar moet je toch niet aan denken. De dood is een mooie op lossing, eigenlijk." door Fran;oise Ledeboer den haag - Hoe immens popu lair Jan Wolkers ook was als au teur, hij voelde zich eerst beeld houwer, daarna schilder en pas dan schrijver. „Beeldhouwer is een speciaal be roep. Je hebt er een speciale op leiding voor gehad, je moet de techniek beheersen. Schrijven, dat doet iedereen. Zodra vingers met tranen de toetsen beroeren, moet de zaak blokkeren", ver klaarde hij dat gevoel met een van de prikkelende kwinkslagen waarop hij het patent had. Wolkers had ook in de kunst een hekel aan sentimentele ge moedsuitstortingen, vertelde hij ter gelegenheid van zijn laatste overzichtstentoonstelling in een interview. Het Cobra Museum in Amstel veen liet in 2002 zien dat zijn kunstenaarschap in drie verschil lende periodes uiteenviel. Zijn stijl verschoof van figuratie naar abstractie, om daarna te ein- M WUB WÊtÊÈÊBBËBRBM 5 -WiéfSi Het kunstwerk 'Tot hier en niet verder' van Jan Wolkers op Texel, waar hij tot zijn dood heeft gewoond. foto Paul Mookhoek/GPD digen bij het pointillisme. Vol gens hemzelf was er wel degelijk sprake van een rode draad: „Ik houd van eenvoud, van helder heid, van licht. Wat dat betreft sta ik in een Nederlandse kunst traditie, zoals Rietveld en Mon driaan." De expositie toonde hoe veelzij dig Wolkers was. Uit zijn figura tieve periode (1941-1960) waren er sobere, indrukwekkende zelf portretten, landschappen met ka le bomen, naakten en een brons. Omstreeks i960 zegde hij de figu ratie vaarwel en ordende materi alen als oud roest, lood en koeienstront op geometrische materieschilderijen. Deze met lijnen en cirkels be grensde vlakken straalden een grote harmonie uit. In die perio de maakte hij ook gelaste abstrac te spijkerbeeldjes. Vanaf 1987 -Wolkers was inmid dels naar Texel verhuisd - reflec teerde hij als kunstenaar op de schoonheid van de natuur met pointillistische schilderijen, gro te vlakken met kleurige stippels waarin duinen waren te herken nen. In het Cobra Museum stonden kleine glazen modellen van de grote sculpturen die Wolkers tus sen het schilderen door overal in Nederland in opdracht vervaar digde. „Een beeld moet je sculp turaal ondergaan. ]e moet niet te veel vertellen, met te veel tierlan tijnen, dan zit je het verhaal in de weg", vatte hij de essentie van die beelden samen. Wolkers kreeg zijn grootste be kendheid met zijn Auschwitz- monument van gebroken spie gels in het Wertheimpark in Am sterdam, tot zijn afschuw omdat het een aantal keren ten prooi viel aan ernstig vandalisme. Dat gebeurde ook met andere beel den van Wolkers. De kunstenaar die rust en even wicht in zijn werk zocht, voelde dat altijd weer als een dolkstoot in zijn rug.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 12