Veldwachter was een sleutelfiguur De hengst beschreven 30 Dinsdag 16 oktober 2007 PZC Veldwachter Pieter Croenleer met echtgenote. Hij was tussen 1897 en 1924 veldwachter in Kapelle. V Tussen 1795 en 1943 zorgden in Zeeuwse dorpen veld wachters voor handhaving van de openbare orde. Opvallen de, slecht betaalde eenlingen in de samenleving. Met een moeilijke positie, ingeklemd tussen autoriteit en solidariteit. Historicus Albert Kort uit 's-Heer Hendrikskinderen is bezig de geschiedenis van de veldwachters uit de archieven te peuren. Zijn onderzoek moet uitmonden in een boek. door Rinus Antonisse Een sleutelfiguur met een groot takenpakket. Vaak een kleurrijke figuur. Zo omschrijft Albert Kort graag de veldwachter. „Een spil in de dorpssamenleving. Hij kwam met alles en iedereen in aanra king." Volgens hem ten onrechte een beetje vergeten figuur, die best belangrijk was en bijna anderhalve eeuw heeft bestaan. Met zijn Zee- landbrede onderzoek wil hij de veldwachter opnieuw tot leven brengen. Drie jaar geleden begon hij er aan. Waarom? „Mijn opa was politieagent in Goes. Daar zit misschien de link", lacht Kort. In het onderzoek voor zijn proefschrift over de Beveland- se armenzorg kwam hij de veldwachter al tegen. „Ze wer den ook ingezet om de bedeel den in de gaten te houden. Of ze niet te veel geld uitgaven. Ze waren een soort spion." De functie van veldwachter is ingevoerd uit Frankrijk, waar hij garde de champêtre heette. Zeeuws-Vlaanderen kreeg in 1795 de primeur en vanaf 1810 trad de veldwachter ook in de rest van Zeeland aan. Nadrukkelijk voor het platteland. In de stad waren er agenten en dienaren van politie. Hoewel de burgemeester de veld wachter aanstuurde (en hem dik wijls als een persoonlijke dienst knecht inzette) was het de com missaris des konings die de veld wachter benoemde en ontsloeg. Wel op voordracht van de burge meester. Kort vertelt dat de veldwachters doorgaans mensen uit de lagere so ciale klassen waren. „Met weinig opleiding. Aan veel sollicitatiebrie ven kun je zien dat het geen geoe fende schrijvers waren. Voorrang kregen mensen met een militaire opleiding en die liefst ook gedeco reerd waren. Iemand moest bij voorkeur niet uit het dorp zelf af komstig zijn of er familieleden heb ben." De veldwachter had een groot ta kenpakket. Uiteraard viel het hand haven van de openbare orde daar onder. Kort noemt verder het con troleren van de sluitingstijd van de cafés, stroperij, kijken of de straten schoongeveegd en de sloten door Rinus Antonisse Ooit zeilden honderden hengsten in de Scheldedelta. Houten plat bodems, vooral gebruikt voor bot- visserij en mosselvangst. Geknipt voor de wateren met vele zandbanken en droogvallende haventjes. Van dit maritiem erfgoed zijn slechts enkele varende exempla ren over gebleven. Alle bijzonderheden over dit scheepstype, met inbegrip van een gedetailleerde bouwbeschrijving, zijn voor het nageslacht vastgelegd in het boek De Hengst, de botvisserij en mosselvangst in Zee land en in Vlaanderen. Jules van Beylen, ere-conservator van het Nationaal Scheepvaartmuseum Antwerpen, werkte tot aan zijn overlijden in 2000 aan het manuscript. Leden van de Vlaamse vere niging Tolerant en de Zeeuwse stichting Be houd Hoogaars maakten het persklaar. De provincie Oost-Vlaanderen gaf het uit. Mid delburger Han Reijnhout tekende in bijna een stripverhaal het vangen van mossels en bot, vader en zoon Seghers uit Antwerpen vervaardigden beelden van Scheldedorpen. Het gaat uiteraard met name over de hengst (voor het eerst in de zeventiende eeuw bij naam bekend), maar ook komt een histo risch en technisch overzicht van de botvisse rij aan bod. Voor het eerst heel uitvoerig. Dat hierover in Zeeland zelf weinig is ge schreven, heeft te maken met de scheiding tussen boven en onder de Schelde. Op bot werd vanouds gevist op water waar van de randen bij eb droogvielen. In de eer ste helft van de twintigste eeuw waren circa 85 botvissers geregistreerd in tal van Zeeuw se en West-Brabantse dorpen. In Vlaande ren kwamen ze uit dorpen als Kieldrecht, Doel, Zandvliet, Berendrecht en Lillo; nu vooral bekend vanwege de Antwerpse ha venexpansie. De Hengst. De botvisserij en de mosselvangst in Zeeland en in Vlaanderen. Door Jules van Beylen. Uitgave provinciebestuur Oost-Vlaan deren. Prijs 30 euro. Botnetten worden schoongemaakt en gedroogd. illustratie Han Reijnhout

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 56