Zeeuws trekpaard
bestaat niet echt
De paarden nemen afscheid van de wei
PZC Zaterdag 13 oktober 2007 19
Een handvol boeren werkt
er nog mee op het land.
Voor ringrijders zijn ze on
misbaar. Ook zijn enkele fok
kers actief. Dankzij hun inzet
wordt het Zeeuwse trek
paard in stand gehouden.
Zeeuwse trekpaarden tijdens een ploegkampioenschap.
foto Ruben Oreel
Het aantal daalde wel van
ongeveer 36.000 in 1920
tot 500 a 600 nu. Naast de
eigenaren koestert ook
stichting Het Werkend
Trekpaard Zeeland dit
cultuurhistorisch erfgoed.
door Rinus Antonisse
Het Zeeuwse trekpaard be
staat niet. Niet als apart ras
althans. De wortels liggen
in België. Daar wordt in de
loop van de 19e eeuw een krachtpat
ser - één trekpaard is gelijk aan 15
pk - gefokt voor het zware werk op
het boerenland. Via Zeeuws-Vlaan-
deren verovert het zware paard ook
Nederland.
De geschiedenis van het trekpaard
is één van de onderwerpen die be
handeld worden in het boek Het
Trekpaard. Een omvangrijk naslag
werk, waarin Jos Peerlings, Ton van
der Weerden en Will van Hoof aan
dacht besteden aan werkelijk alle fa
cetten van dit werkpaard, dat zijn
glorietijd beleeft tussen i860 en
1950. Door de ontwikkelingen in de
landbouw groeit de behoefte aan
sterkere werkpaarden. Zware hals,
stevige billen, forse benen met ru
we beharing en grote ronde hoeven.
Dat wordt uiteindelijk het beeldbe
palende type dat op zwaardere klei
gronden bergen werk verzet.
Een Stamboek voor het Belgisch
trekpaard komt in 1886 tot stand en
in 1904 een Stamboek voor het
Zeeuwsch-Belgisch Trekpaard. Pas
in 1914 wordt het Stamboek voor
het Nederlandsche Trekpaard (Bel
gisch type) opgericht. Van de 1873 le
den die zich aanmelden, woont
bijna de helft in Zeeland.
Het stamboek krijgt de vaart erin
door het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog. Voor de Belgische
fokkerij een ramp, voor het neutra
le Nederland een onverwachte
kans. Tal van Belgische fokpaarden
worden in Zeeuws-Vlaanderen in
veiligheid gebracht. Befaamde bees
ten als Laboureur d'Isaac, Moustic
de Grandlise en Indigène de Wis-
becq. Zeeland kan hierdoor uit
groeien tot een belangrijke leveran
cier van hengsten voor de rest van
Nederland. Het Zeeuws trekpaard is
vanaf die tijd een begrip.
Langzaam maar zeker wordt de taak
van de trekpaarden overgenomen
door de trekkers. In 1939 in Zeeland
nog maar voor 5 procent van het
werk, na de Februariramp 1953 vrij
wel volledig. Nu is het paard nog
sporadisch op het land te zien en
bij het verrichten van bosarbeid.
Brouwerijen zetten ze uit recla
me-oogpunt in en mensen houden
Open dag trekpaarden
Zaterdag 20 oktober houden
trekpaardenhouders een open
dag, van 10.00-12.00 en van
13.30-16.00 uur. De paarden
verrichten diverse najaarswerk
zaamheden.
De adressen: Weelweg 2, Ga-
pinge; Hurgronjeweg 2,
Serooskerke (W); Heuvelsweg
3, Kerkwerve; Notenboomdijk
5, Nisse; Zandweg 54a, Rit-
them, Weelweg 25, Waarde;
Dorpsring 17, Noordwelle;
Westhovenseweg 5, Oostka-
pelle; Bartelmeetweg 6, Tho-
len en Groenewegje, 's-Gra-
venpolder.
ze ook gewoon voor hun plezier.
In het boek naast de opkomst en
neergang veel aandacht voor voe
ding, gezondheidszorg, hoefverzor-
ging, betuigen, tentoonstellingen en
keuringen en een overzicht van trek
paardenrassen in West-Europa en
Amerika. Met vele illustraties.
Het Trekpaard. Door Jos Peerlings,
Ton van der Weerden en Will van
Hooff. Uitgeverij Roodbont, Zutphen,
240 pagina's, prijs 39,95 euro.
Kamperen
bij de boer
De maatschap Poppe-Dekker heeft een
landbouwbedrijf, paardenpension en mini-
camping De Kreekrug bij Grijpskerke. We
volgen beide families wekelijks tijdens het
kampeerseizoen.
door Miriam van den Broek
De nachten worden kou
der, het gras in de wei is
kaal gegraasd, het sei
zoen is ten einde. Ten
minste, voor de pensionpaarden
van maatschap Poppe-Dekker.
Sinds deze week staan ze alle
maal 's nachts weer op stal. Dat
betekent voor Monique Poppe
en Katinka Dekker dat er veel
werk is bijgekomen.
De stallen uitmesten is een klus
waar de twee vrouwen bijna een
volle ochtend aan bezig zijn.
„Dit is voor mij de drukste perio
de van het jaar", zegt Monique.
„Er zijn nog steeds enkele cam-
pinggasten en dat betekent dat ik
het toiletgebouw nog een paar
keer per week moet poetsen. En
omdat het nog best warm is,
moet ook het gras nog altijd ge
maaid worden. En dan heb je na
tuurlijk nog de administratie van
de camping. Als dat allemaal
over een paar weken is afgelo
pen, krijg ik het wel een beetje
minder druk."
's Ochtends om zeven uur voert
Piet Dekker alvast de paarden in
de stal. Anderhalf uur later
brengen Katinka en Monique al
le paarden naar buiten. De ene
helft gaat, zo vroeg in de herfst,
nog naar de wei. De andere helft
staat al op de paddock, een afge
zet stuk verharde grond dat gro
ter is dan de box in de stal en
waar paarden contact kunnen
maken met elkaar. „De wei be
gint nu drassig te worden. Uit
angst voor blessures hebben som
mige paardeneigenaren gevraagd
of hun paarden al op de paddock
kunnen", zegt Monique.
„Ik merkte het laatst zelf al aan
mijn eigen paard. Die was een
paar dagen niet in de wei ge
weest. En toen Roma merkte dat
hij weer terug mocht, was hij
net zo enthousiast aan het bok
ken en racen als toen hij in het
voorjaar voor het eerst naar bui
ten ging. Een blessure is dan snel
opgelopen." Als het binnenkort
kouder en natter wordt, gaan al
le paarden naar de paddock.
Maar nu is een aantal van die
plekken nog in gebruik als par
keerplaats voor de camping. Zo
dra alle paarden 's ochtends bui
ten staan, mesten Monique en
Katinka de boxen in de stal uit.
Daarna worden de stallen voor
zien van vers voer en krijgen
ook de paarden op de paddocks
hooi.
„Meestal zijn we tegen elf uur
klaar. En 's middags om half vier
begint alles opnieuw in omge
keerde volgorde. Dan brengen
we de paarden weer naar binnen
en maken de paddocks schoon."
Het is veel werk, maar Monique
doet het met plezier. „Het geeft
veel voldoening om te zien dat
de stallen weer lekker fris zijn en
de paarden tevreden staan te
eten."