voor altijd Sinterklaas
Inspiratie te over, maar het podium is hem ontvallen. Het missen van Jiskefet is voor
Michiel Romeyn als fantoompijn. Dat je een been bent kwijtgeraakt, terwijl het voelt alsof
het er nog aanzit. Nu zit hij 'in de kunst' en leeft hij zijn fascinatie voor geweld uit in foto's
en videoinstallaties. In de film Alles is Liefde speelt hij voor Sinterklaas.
v17
PZC Zaterdag 13 oktober 2007
door Berrit de Lange
Zijn metgezel Nouf maakt bin
nen op z'n dooie gemak een
rondgang langs de tafeltjes
met eters. „Is die hond nog
binnen? Shit!" Na enige over
redingskracht nestelt de hond zich in het
zonnetje, met een schuin oog op de terras
tafeltjes waar restjes gebak lonken.
Michiel Romeyn (52), die grote populari
teit verwierf als onder anderen kantoor
klerk Storm, de 'witte bosneger' Oboema
en corpsbal Van Binsbergen in het satiri
sche VPRO-programma Jiskefet, is een hon
denman. „Ik heb altijd honden gehad. Lek
ker het bos in, ik kan het echt aanraden."
In de met sterren en romantiek overladen
speelfilm Alles is Liefde is hij Jan, gelegen
heidssinterklaas, die ondanks zijn oncon
ventionele, botte optreden in één klap Ne
derland verovert. Een prettige rol: „Een
man met een verleden, weinig tekst. Het is
een schimmige, beetje tragische figuur. In
plaats van Storm, Oboema of Lullo ben ik
nu Sinterklaas voor de rest van mijn le
ven."
Hij heeft in het verleden nooit veel gedaan
'in dienst van'. „Zoals dat bij zo'n speel
film gaat. Alles staat van tevoren vast en ik
deed netjes mijn aandeel. Je bent één van
de kleurtjes op het palet. Het was één van
mijn leukste ervaringen ooit. Ik kon de
tekst dit keer gemakkelijk onthouden. Het
is echt verbluffend goed. Meestal hou ik
m'n hart vast bij Nederlandse speelfilms."
Zijn beroerde tekstvastheid is één van de
redenen waarom hij vaak aanbiedingen
voor speelfilms afslaat. „Ik kan heel slecht
teksten onthouden. Acteur Gerard Tholen
heeft eens gezegd: het is alsof je lichaam
een nieuwe nier afstoot. Zo voel ik dat
ook. Het is tegelijkertijd een soort natuur
lijk afweersysteem voor slechte teksten."
Hij verkeert trouwens liever met de Neder
landse crème de la crème aan BN'ers, dan
met grootheden als Peter O'Toole en Colin
Firth, Romeyns tegenspelers in Wings of
Fame (1990). Of John Gielgud, met wie hij
speelde in Peter Greenaway's Prospero's
Books in 1991. „Die geven je een hand en
dat is het dan. Je verlaagt je toch niet tot
een gesprek met acteurs die ver onder je
staan?"
Dan klinkt het ineens gretig: „Je raadt
nooit waar ik laatst geweest ben. In de bun
ker, bij het proces van Holleeder. Fasciné-
rend. Ik ben nu een van de laatste perso
nen die Bram Zeegers in levende lijve
heeft gezien. Heel wrang." Toevallig stond
net de getuigenverklaring van de advocaat
die eerder deze week dood werd aangetrof
fen in zijn woning, op het programma.
„Holleeder heeft die Zeegers in de rechts
zaal zeker een uur lang totaal gebiologeerd
zitten aanstaren. Intimiderend, als een
soort Bokito."
De Amsterdamse onderwereld fascineert
Romeyn in hoge mate. Zelfs al voordat de
hoofdrolspelers bij bosjes werden geliqui
deerd. De geldsmijterij, de drugs, al dat on
roerend goed, de macht, de bravoure, het
geweld. Hij haalde er zijn inspiratie uit
voor het 'liquidatiekunst'-project Nieuw
Werk, met onder meer foto's van moord
plekken op reusachtig formaat.
„Holleeder heeft heel duidelijk de touwtjes
in handen, hij bepaalt de gang van zaken.
Niet Kuijpers, zijn advocaat." Hij staat op
en geeft een Holleeder-imitatie ten beste.
'Kijk, meneer de rechter, ik had natuurlijk
ook liever Moszkowicz gehad', klinkt het
in onvervalst Amsterdams. „Het heeft een
hoog Danny de Munk-gehalte. Holleeder
als gevatte, joviale Amsterdammer. Hij
heeft met Endstra altijd het beste voorge
had. 'Ja, meneer de rechter. Écht'. Een
vriend van mij kijkt graag naar The So
pranos, nou, dat is hierbij vergeleken alleen
maar leuk en aardig. Dit is de real thing."
Zijn fascinatie begon een jaar of vier gele
den met de liquidatie van Cor van Hout in
Amstelveen. Daarna rukte Romeyn daags
na een afrekening, gewapend met camera,
uit om ook de stoeptegels in Amster
dam-Zuid waarop onder anderen Sam
Klepper en Willem Endstra hun laatste
adem uitbliezen, vast te leggen.
Ja, hij was deze week ook bij de woning
van Zeegers, vlak nadat bekend werd dat
de advocaat dood was, camera in de aan
slag. „Dat was binnen, daar heb ik niet zo
veel aan. Ze laten me echt niet bij dat bad
in de buurt komen."
Aan de moord op Pim Fortuyn heeft hij
een enorme, uit roze marmer opgetrokken
videoinstallatie gewijd. Opgebouwd rond
een uitvergrote foto van Volkert van der
G., waarop hij poseert 'als een soort dan
dy', legt Romeyn uit terwijl hij het geheel
schetst op een kladblaadje. „Hoe verwron
gen moet iemands brein moet zijn om tot
zo'n daad te komen?"
In een poging zich in te leven in het ge-
dachtenpatroon van zo'n 'totaal verknipte
gek', legde Romeyn dezelfde route af als
Van der G. op de dag dat hij Fortuyn ver
moordde. Van Bennekom naar het Media
park in Hilversum, met een camera op zijn
hoofd en het laatste optreden van Fortuyn
in het radioprogramma van Ruud de Wild
op de speakers. In een gehuurde Toyota
Starlet, net zo een als Volkert van der G.
had.
Je wilt niet weten hoe duur zo'n geintje is,
zegt Romeyn over zijn expositie, met al
dat marmer en die reusachtige fotolijsten.
„Misschien moet het volgende project
maar in papiermaché." Maar de maker
vindt het goed gelukt. „Het is heel confron
terend." Jammer alleen dat maar zo weinig
mensen er naartoe gaan. De expositie zou
eerst in Amsterdam te zien zijn, toen dat
niet doorging werd het een galerie in Maas
tricht. Bovendien is hij ondanks zijn ach
tergrond - Grafische School, Rietveldacade
mie - een nieuwkomer in de kunstwereld.
„Mensen denken al gauw: die komiek als
kunstenaar, dat kan toch bijna niet serieus
zijn."
Hoewel hij nu 'in de kunst' zit,
mist hij Jiskefet. Twee jaar gele
den besloten de makers, Kees
Prins, Herman Koch en Ro
meyn, dat het na ruim vijftien jaar mooi
was geweest. Jiskefet was een warm bad.
Je bedacht iets en een paar dagen later was
het op tv. Ik mis vooral de discipline, ik
ben iemand die behoefte heeft aan regel
maat." Het is net als fantoompijn, zegt hij.
„Dat je een been bent kwijtgeraakt terwijl
het voelt alsof het er nog aanzit. Jiskefet
was een soort bloedtransfusiedienst, het is
heel lekker om iets goeds te doen voor de
ze wonderlijke wereld, die soms een klote
wereld is."
Daar is-ie dan weer, zijn lijfspreuk: „Irrita
tie is de beste inspiratie. Er lopen zo ontzet
tend veel schofterige mensen rond." Ter
plekke geeft hij een paar scènes ten beste
die in Jiskefet niet zouden hebben mis
staan, met nietvermoedende voorbijgan
gers als lijdend voorwerp. Er schiet hem
een voorval te binnen, laatst in hartje Am
sterdam. „Een paar studenten waren op de
Magere Brug bezig met een ontgroening,
iets wat trouwens weer helemaal de trend
is. Ik liep te twijfelen of ik me er mee
moest gaan bemoeien. Hebben wij dat
soort taferelen nou op ons geweten? Er
zijn immers 700.000 Jiskefet-dvd's ver
kocht. Nou ja, ze doen het toch zichzelf
aan."
Inspiratie te over, maar het podium is hem
ontvallen. „Er is geen alternatief voor Jiske
fet, ik zie mezelf bijvoorbeeld niet in Koef-
noen zitten. Ik mag het eigenlijk niet zeg
gen, want dan ben ik weer jaloers en rancu
neus, maar ik moet er niet om lachen. Ik
denk alleen maar: fijn jongens, dat jullie zo
leuk mensen na kunnen doen. Ik zou me
veel meer bezig willen houden met de tijd
geest."
Een eigen programma? Niet bij de publie
ke omroep, waar de netmanagers het te
genwoordig allemaal uitmaken. „Al die be
moeienis voordat een programma über
haupt op televisie is, is beneden mijn
stand. Ik ben nu veel meer bezig met
kunst."
Kunst en geweld, om precies te zijn. Hoe
wel er nog geen opvolger in de maak is
voor Nieuw Werk. „Geweld fascineert me
enorm, altijd al. Neem dat filmpje van de
Ajax-rellen in dat weiland, waarbij Carlo
Picornie omkwam. Ik kan daar keer op
keer naar kijken. Ik ben een trouwe kijker
van Opsporing Verzocht. Er wordt steeds ge
zegd dat er meer allochtonen op tv zou
den moeten zijn. Fokke en Sukke zeiden
het al: we hebben toch Opsporing Ver
zocht!"
Het is een dankbaar onderwerp om te iro
niseren, zegt Romeyn. „Geweld heeft iets
heel onbeholpens, iets diep treurigs en
ook wel iets geestigs. Het allergeestigst is
het als er, hoe verschrikkelijk ook, een mili
tair in Afghanistan wordt omgelegd. Die
verontwaardiging die dan ineens losbarst.
Terwijl zo iemand toch echt zelf in zo'n
tank gaat zitten." Zelfheeft hij naar eigen
zeggen geen gewelddadige inborst. Hoe
wel: „Als iemand mij of mijn hond iets
zou aandoen, sloop ik 'm."
Romeyn
Michiel Romeyn
Geboren: 19 januari 1955 in Amsterdam.
Bezocht de Grafische School en de Rietveldacademie, maakte de overstap naar het theater in
voorstellingen van Het Onafhankelijk Toneel en Orkater.
Hij was één van de oprichters van de 'audiovisuele' uitgaansgelegenheid Mazzo in Amsterdam.
Kreeg in 1987 een Gouden Kalf voor zijn rol in Pieter Verhoeffs speelfilm Van geluk gesproken.
Tussen 1983 en 1989 werkte hij mee aan het VPRO-radioprogramma Borat, met Herman Koch,
Rik Zaal en Marjan Luif.
Werd bekend bij het grote publiek door Jiskefet, het satirische VPRO-programma dat hij vijftien
jaar lang maakte met Herman Koch en Kees Prins. Populaire sketsches waren onder meer De Die
renwinkel, Debiteuren/Crediteuren, De Lullo's, De Heeren van De Bruyne Ster en Sint Hubertus-
berg. In november 2005 stopte Jiskefet.
In 2007 keerde Romeyn terug naar de beeldende kunst met de expositie Nieuw Werk.
Speelt Sinterklaas in de speelfilm Alles is liefde.
Geweld heeft iets heel onbeholpens,
iets diep treurigs en ook wel iets geestigs
Michiel Romeyn als Storm, samen met
juffrouw Jannie, in Jiskefet. fot