Nieuw leven voor
markante torens
Als het flink waait
merkje de hoogte
Levend monument
en trouwlocatie
v2
Goese watertoren doet
al zeven jaar dienst
als kantoorruimte.
Wie wil niet even naar
boven klimmen en de
hoogte ervaren?
Zaterdag 6 oktober 2007 PZC
De Zeeuwse watertorens doen hun naam geen eer meer aan. Hun rol
in de drinkwatervoorziening is uitgespeeld. De meeste torens hebben of
krijgen een andere bestemming, waardoor dit cultureel erfgoed behouden blijft.
De tentoonstelling Watertorens onder druk in de Middelburgse Kuiperspoort
toont twaalf voorbeelden van een tweede leven.
door Rinus Antonisse fotografie Ronald den Dekker
Vraag architect Ben Gillissen naar waterto
rens en hij barst enthousiast los. „Het
spannendste van de watertorens is dat
ze allemaal een verschillende architec
tuur hebben. Vaak heel karakteristiek.
De architecten hebben zich er destijds echt op uitge
leefd."
Het heeft er volgens hem mee te maken dat bijna ie
dereen apetrots was op de komst van de drinkwater
leiding en dat moest getoond worden. „De torens
moesten vrij dicht bij de stad staan. De meeste ves
tingwerken waren gesloopt en daar was ruimte. Daar
om staan ze ook meestal op redelijk markante plek
ken. Ze mochten er dus best een beetje mooi uitzien.
Allerlei stijlen zijn erop losgelaten."
Voor de technische functie was het opdirken niet
echt nodig, stelt Gillissen. Een waterreservoir op eni
ge hoogte overeind houden, meer hield die in feite
niet in. Maar ze waren voor de waterleidingbedrij
ven ook een visitekaartje. De eerste torens (teede
helft 19e eeuw) waren traditioneel metselwerk (met
veel toeters en bellen). Ze werden steeds strakker en
met minder details, uitmondend in de drie stalen bol
len op poten in Eindhoven.
Hij tekent aan dat de gietijzeren watertoren in Goes
in Zeeland de enige is die industrieel vervaardigd
werd. In Oudelande stond een kleiner exemplaar).
„Een soort bouwpakket, ze werden in serie gebouwd
door een Duits bedrijf. Waarom dat niet aangeslagen
is, weet ik niet."
De functie van de watertorens is van lieverlee overge
nomen door lage voorraadkelders en opjaagpompen.
De waterleidingbedrijven waren de in onderhoud
vrij dure torens liever kwijt dan rijk. Slopen was, ge
geven het beeldbepalende karakter, geen eerste op
tie. Vandaar de zoektocht naar nieuwe bestemmin
gen.
Voor acht van de negen nog aanwezige Zeeuwse
torens is die gevonden. Brabant Water zit nog met
de nu ongebruikte toren in Sint-Philipsland. Een art
deco-achtig ontwerp noemt Gillissen het.
Hij zou er met plezier mee aan de slag willen. In
middels ervaring genoeg, want hij tekende plannen
voor een herbestemming van torens in Middelburg,
Vlissingen, Oostburg, Hazerswoude, Tiel en IJmui-
den.
Wonen, kantoorruimten of een combinatie ervan lig
gen het meest voor de hand. Gillissen zegt dat altijd
sprake is van een spanningsveld: een ontwikkelaar
wil een goed verkoopbaar product, de gemeente
heeft er belang bij dat de toren niet verpaupert en
dat de (brand)veiligheid in orde is en de rijksdienst
voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten
waakt over het zo goed mogelijk intact houden van
het cultureel erfgoed.
Voor de architect betekent dat koorddansen en alle
registers van vindingrijkheid open trekken. De span
ning om iets goeds te doen met een oud gebouwen
vindt Gillissen leuk. „Je moet er niet te veel in willen
proppen. Het wordt makkelijker als een nieuwe func
tie wat ruimer in zijn jasje zit. Dan kun je meer het
karakter behouden."
Als je, zoals ondergetekende,
nog nooit in de Goese wa
tertoren bent geweest, is
het wel even slikken als de 'panora-
malift' je tussen het stalen frame
door langzaam boven de stad uit
tilt.
Werknemers van Van Garderen
Dekker, de projectontwikkelaar die
kantoor houdt in het markante ge
bouw, stappen er elke dag min
stens twee keer in. „Alleen als het
waait voel je dat je in een zestig
meter hoge toren zit", zegt mede
werkster Merel Geernaert.
Het laat zich raden dat het uitzicht
op zo'n hoogte geweldig is, hele
maal in de speciale 'relaxruimte' in
het uiterste puntje van de toren.
„Als het gesneeuwd heeft is het erg
mooi", weet Geernaert. Nadeel: we
gens gebrek aan airco is het er 's zo
mers bloedheet.
De Watertoren van Goes, ge
bouwd in 1912, behoort tot de twin
tig waardevolste van Nederland.
Het door Carl Francke ontworpen
monument aan de 's-Gravenpolder-
seweg was de eerste Nederlandse
watertoren met een 'open' skelet
en betonnen reservoir met stalen
binnenwand. Hij is met ruim zes
tig meter tevens de hoogste van
het land. Sinds 2000 doet de water
toren dienst als kantoorruimte
voor onder meer projectontwikke
laar Van Garderen Dekker, te
vens eigenaar van het gebouw. In
de voormalige 'kuip' zijn vijf kan-
toorlagen gemaakt. Op sommige
plekken is de roestige, stalen bin
nenwand nog zichtbaar, als stille
getuige van de oorspronkelijke
functie; de opslag van 1250 kubieke
meter water.
Geernaert vindt de watertoren een
bijzonder en imposant gebouw. „Je
ziet hem vanuit de trein en vanaf
de snelweg, het blijft gek om je
dan te realiseren dat je daar
werkt."
Luc Oggel
Wie bij Zelzate de grens
oversteekt, van Hulst
richting het Kanaal van
Gent naar Terneuzen trekt of de
brug bij Sas of Sluiskil in oostelijke
richting passeert ziet het malle en
tegelijkertijd charmante groene
'hoedje', dat de watertoren Axel
tooit, opdoemen.
De voormalige gemeente Axel wist
al dat de watertoren een grotere
Axel
trekker was dan boter, vis of week
markt. Zij gaf het bouwwerk een
belangrijke promotionele rol. De
rol van levend monument, exposi
tieruimte en natuur- en milieu-edu
catiecentrum is door de gemeente
Terneuzen zelfs uitgebreid. De to
ren is ook een officiële trouwloca
tie.
Niet alleen omdat Axelaars in het
stadsbestuur veel in de melk heb
ben te brokkelen, bezweert ambte
naar Co van Meurs. Goed, hij is
Axelaar, maar ook inwoners van an
dere plekken zien de toren aan de
Kinderdijk als één van de belang
rijkste, meest zichtbare en mooiste
bakens in het gemeentelijke land
schap. Van Meurs: „Het gebouw is
opengesteld om er te kunnen genie
ten van kunst of iets te leren over
natuur en milieu. Maar de toren is
zelf natuurlijk de grootste attractie.
Wie wil er nou niet even naar bo
ven klimmen om de overblijfselen
van een waterbassin te zien en te
ervaren hoe hoog de toren is."
Hij is optimistisch over de toe
komst van de toren. „Niet alleen
omdat het de enige overgebleven
watertoren in de gemeente is, maar
wat kost de toren ons nou? De be
tonnen constructie vergt ook na
zestig, zeventig jaar nauwelijks on
derhoud. Af en toe een likje verf
op de deur en de spaarzame raam
kozijnen en het interieur schoon
houden. Nauwelijks lasten en des
te meer lusten dus."
René Hoonhorst