Spectrum v15 'In de jeugdgevangenis had ik een tv op mijn kamer. Hier heb ik helemaal niks' PZC Zaterdag 6 oktober 2007 Sportles in de gesloten jeugdinrichting de Koppeling. Dat wringt." Een ander probleem is de wetgeving. Aangezien de Koppeling onder het ministerie van Jeugd en Gezin van André Rouvoet valt en niet onder Justitie, mag de instelling minder 'vrijheidsbeper kende maatregelen' nemen. Fouilleren, vi siteren, kamer en post controleren mogen officieel niet, totdat de wet op de jeugd zorg wordt aangepast. Maar de instelling ziet zich genoodzaakt om in ieder geval de post wél te checken. „Ouders nemen heel veel drugs mee voor hun kind. Stoppen stukjes wiet in een fles shampoo. Gewoon, omdat hun zoon of dochter dat zo graag wil. Of omdat ze bang zijn dat ze door hun eigen kind in elkaar worden gesla gen." Camera's op de gang zijn ook verboden. Daarom worden jongeren voortdurend be geleid als ze van de ene naar de andere vleugel in het gebouw gaan. Contact met lotgenoten moet zoveel mogelijk worden vermeden. Dat leidt tot louche handeltjes. Als om kwart voor drie de school uit gaat, haalt de groepsleider de zes jongens uit de klas. 'Ik heb schijt aan de overheid!', rap pen ze over de gang. Ze zijn op weg naar hun favoriete hangplek: het uitwaaiplein, een afgesloten binnenplaats. In de jeugdge vangenis heet dit 'luchten', hier 'uit waaien': roken, roddelen, chillen. Vijf keer een kwartiertje per dag. Lesley (15) kijkt verveeld om zich heen. „In de jeugdgevangenis was het veel beter. Had ik een tv op mijn kamer. Hier heb ik helemaal niks." Zijn leven buiten was een zooitje, erkent hij. „Drank en drugs. Ik ging niet naar school." Hij heeft vastgeze ten voor straatroof met geweld. „En nu moet ik behandeld worden", zegt hij op cynische toon. Lesley vindt het allemaal onzin. „Eén van mijn 'behandeldoelen' is: rustig praten bij boosheid. Denk je nou echt dat ik ga praten met mensen op wie ik boos ben? Dan loop ik gewoon weg." Verderop op het uitwaaiplein gaan de laat ste nieuwtjes rond. Eén jongen mocht niet uitwaaien. Hij had bijna een hele wietplan- tage op zijn kamer aangelegd. „Ik ging bijna van mijn stokkie van die wietlucht", zegt een groepsleidster. Dan zijn er zorgen over een meisje dat niet is teruggekeerd van verlof De kans bestaat dat zij in han den is gevallen van loverboys. Later die dag blijkt dat ze weer boven water is. Ook uit de verhalen van groepsleiders blijkt dat hier soms zeer gevaarlijke jon gens komen. Zo is onlangs een stel door de politie verwijderd nadat ze een meiden groep hadden aangevallen. Ze hadden het brandalarm gebruikt en zijn door de gan gen de 'vrouwenvleugel' binnengedron gen. De jongens zijn inmiddels terugge stuurd naar een justitiële inrichting. „Dat soort types vreet energie. Ze frustreren de behandeling van anderen", zegt groepslei der Mano van der Blom. Als het kwartiertje uitwaaien bijna voorbij is, klinkt de loeiende sirene weer. Als een kleuterklasje worden de pubers weer begeleid naar hun afdeling. Van drie tot vier moeten ze verplicht 'op kamer' zit ten. Rusten, huiswerk maken of muziek luisteren. Hier vindt eigenlijk 24 uur per dag behandeling plaats. Van half acht 's ochtends tot tien uur 's avonds leven ze volgens een strak regime. Ze zijn verplicht hun kamer op te ruimen, hebben corvee, moeten naar school, moeten de krant le zen, 's middags én 's avonds verplicht een uur 'op kamer', ze moeten het journaal kij ken en daarna mogen ze tot bedtijd re laxen. Wie zich goed gedraagt, krijgt pun ten en verovert privileges. Ze mogen een spelletje doen op de computer of krijgen een radio op hun kamer. Alle jongeren hebben hun eigen 'behandel doelen'. Dat kan zijn: leren omgaan met agressie. „Daar maken we concrete afspra ken over. Bijvoorbeeld: Ga twee keer per dag naar de groepsleiding als jij je ergert. Of: Ga naar je kamer als je irritatie voelt", vertelt kinder- en jeugdpsychiater Elsa Stam. Als een jongere toch explodeert, gaat hij naar de time-outruimte. Op de afdeling wordt het gedrag aange pakt, in therapie wordt samen met de ouders gekeken waarom een kind agres siefis. Therapeuten werken volgens de Amerikaanse Junctionalfamily therapy, die gaat ervan uit dat de oorzaak van de pro blemen in het gezin liggen. Want zoonlief is niet zomaar een lastpak, ouders zijn er verantwoordelijk voor dat het kind is ont spoord. Gezinsbehandelaar Marieke Busch zit een paar keer per week met de jongere en zijn ouders om tafel. „Samen zoeken we uit waar het mis is gegaan. Ik heb bij voorbeeld een jongen die seksueel is mis bruikt. Regelmatig explodeert hij van woe de. Hij is boos op de hele wereld. Dat hij misbruikt is, heeft hij nooit aan zijn moe der verteld. Die was vaak ziek en hij wilde haar geen verdriet doen. De eenzaamheid waarin zo'n kind leeft, is vreselijk. Jaren lang heeft hij al zijn emoties opgekropt. Daar komt die woede vandaan." Een behandeling kan slagen als ouders en kind zich verantwoordelijk voelen voor hun gedrag. Inzien dat het zo niet gaat en de knop om willen zetten. Busch: „Maar de buitenwereld moet daar niet te hoge verwachtingen van hebben. Het gaat om gezinnen waar soms al jarenlang geweld is. Dat kunnen wij in negen maanden niet veranderen. Als een kind terug naar huis gaat, moet de situatie veilig zijn. Dat bete kent niet dat er nooit meer een klap valt." Voor Ashley (15) is het bijna zo ver. Ze gaat niet naar huis, maar wél naar buiten. Begin volgend jaar gaat ze begeleid op ka mers wonen. Op haar 13e is ze van huis weggelopen, logeerde bij vrienden en be landde in de kleine criminaliteit: jatte ma- ke-up, fietsen of lekkere dingen om te eten. Zo kwam ze in de jeugdgevangenis terecht. „Ik vond mijn moeder te streng. Na een feestje moest ik altijd om tien uur thuis zijn. Dat vond ik stom." Ze had nog wel contact met haar moeder, maar hun verhouding raakte zodanig ver stoord dat ze niet meer thuis kon wonen. Inmiddels zit ze bijna een halfjaar voor be handeling in de Koppeling. Op haar ka mer, vrolijk ingericht met posters van pop idolen, hangt boven haar bed een gedicht van haar vriend. Op haar kussen ligt een bijbel. Ashley heeft spijt van haar daden. „Mijn moeder heeft heel veel gehuild. Ik heb haar pijn gedaan. Dat vind ik het ergste." Hier heeft ze geleerd om te gaan met haar agressie. „Vroeger begon ik snel te schreeu wen en te vechten. Ik was echt heel erg agressief. Hier heb ik geleerd om eerst te denken, dan te doen. Als ik voel dat ik kwaad word, tel ik eerst tot tien." Ze vraagt haar begeleidster of ze naar buiten mag. Bijna vijf uur, tijd om uit te waaien. Roken, roddelen, chillen. Dat wil Ashley voor geen goud missen. Daarna zit ze weer tot de ochtend achter slot en gren del. Omwille van de privacy zijn de namen van de jon geren veranderd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 127