Buitengebied
Waar de bomen de heme
3 6 Dinsdag 2 oktober 2007 PZC
Bloemen ontbreken nagenoeg in het oude gedeelte. Die werden geassocieerd met vreugde en pasten niet bij rouw.
De paarsbloeiende Buddleia trekt veel vlind
en voor de mens die zich verpopt van stoff<
Begraafplaatsen krijgen steeds
meer de functie van stadspark.
Neem nu de Middelburgse begraaf
plaats. „Vooral als het een mooie
zondag is, net geen strandweer,
staan er zo veel auto's dat je
denkt: er was vandaag toch geen
plechtigheid?", zegt beheerder
johan Antheunisse.
door Ondine van der Vleuten
foto's Ruben Oreel
Johan Antheunisse, die in 1977
bij de Middelburgse begraaf
plaats kwam werken, neemt zo
nu en dan een stekje van een
bijzondere boom mee. Dan zoekt
hij een mooi plekje en kijkt: slaat
hij aan? „Een begraafplaats is heel
geschikt om eens wat uit te probe
ren. Zo'n boom staat in de luwte
van het andere groen, je komt er
vaak langs en kunt er wat meer
aandacht aan geven."
Aan de Westelijke Oude Haven-
dijk kun je uren dwalen. Het
oudste deel van de begraafplaats
vertoont kenmerken van de Engel
se landschapsstijl, die in het begin
van de negentiende eeuw nog erg
in trek was. Naar verluidt zou de
befaamde Haarlemse tuin- en land
schapsarchitect Zocher, liefhebber
van de Engelse landschapsstijl, de
begraafplaats ingericht hebben. Ty
perend voor die stijl zijn grasveld
jes, boomgroepen en doorkijkjes.
Op de begraafplaats vertaalt zich
dat in 'kamers' aan weerszijden
van het pad, gevormd door muren
van metershoge taxushagen die
het zicht op de graven erachter
ontnemen. Taxus baccata kan wel
duizend jaar oud worden. De
plant, ook wel venijnboom ge
noemd, bevat het giftige baccatine.
Dat is de grondstof voor het kan
kermedicijn Taxol. „Die hagen
worden gratis gesnoeid door een
bedrijf dat Taxol maakt", vertelt
Antheunisse. Soms komt er ie
mand om taxushout vragen. Door
de trage groei liggen de groeirin-
gen heel dicht tegen elkaar aan.
Dat maakt het hout heel geschikt
voor fijn werk, zoals katrolletjes
maken voor een modelboot. Ook
voor het hout van de seringen, de
linden en notenbomen op de be
graafplaats zijn liefhebbers.
In het oude gedeelte groeien bijna
uitsluitend typische begraafplaats
bomen: kastanjes, olmen, beuken,
buxus, vlier, aucuba's en grote vi-
burnum-struiken. Ze werpen hun
schaduw over de stille, oude gra
ven, soms omzoomd door een
rand klimop. Wat opvalt is de tota
le afwezigheid van bloemen, op
een enkele sering of aronskelk na.
De inrichting is sober, de sfeer is
melancholiek. Memento mori: ge
denk te sterven, ademt het groen.
Maar dan staat er opeens een
prachtige, luchtige boom met fijn,
lichtgroen blad en lange trossen
vlinderachtige, roomwitte bloe
men. Het is een probeersel van
Antheunisse: een honingboom
(Sophora japonica), afkomstig uit
China en Korea en in Japan ge
bruikt als tempelboom en heilige
boom op begraafjalaatsen. „Een
ideale begraafplaatsboom", knikt
Antheunisse. „Als daar de blade
ren van afvallen, heb je er heel wat
minder last van dan van een catal-
pa."
Een olmenlaan verbindt dit deel
van de begraafplaats met het nieu
we stuk. Dat heeft een totaal ande
re uitstraling. Het merendeel van
de graven heeft een of andere
vorm van beplanting: gebroken
hartjes, vergeet-mij-nietjes, rozen,
Japanse anemonen en veel bodem
bedekkers. „Het mooiste is, als je
het zo combineert dat er altijd wel
iets bloeit. Bodembedekkers hou
den onkruid tegen, dat is handig
voor nabestaanden die niet vaak
langs kunnen komen om de be
planting bij te houden." Hij wijst:
vrouwenmantel, ook mooi na de
bloei. Jeneverbes, maagdenpalm,
waldsteinia, hertshooi. Er zijn
zelfs bodembedekkende rozensoor-
ten. Antheunisse bukt en plukt
wat onkruid dat toch de kop heeft
opgestoken. „Als de bodembedek-
De roos, bloem van de liefde, is in stamvorm zeer geschikt voor graven.
Langzaam groeiende coniferen (achter) en een Hibiscus, die overigens zon
der snoeien tot een forse struik uitgroeit.