Op zoek naar de garnaal Dijken en dammen ,.v PZC Zaterdag 29 September 2007 j 23 door Chiel Jacobusse Van Decapoden in Zeeland weten we heel wat. Be zien we standaardwerken als het boek De krabben van Nederland van de KNNV, dan zien we voor veel soorten een aaneengesloten reeks van stippen op de ver- spreidingskaart. Het lijkt een fluitje van een cent om een nieuwe actuele kaart te maken, waarbij de lezer in één oog opslag kan zien waar een soort wel of niet voorkomt. Maar dat valt bij nader inzien tegen. Stippenkaarten in offi ciële publicaties zijn vaak de samenvoeging van alles wat er gedurende de laatste eeuw of nog langer is waargenomen. Per kaartvak van vijf bij vijf kilometer wordt aangegeven of een soort wel of niet voorkomt. Of de waarneming stamt uit bijvoorbeeld 1906 of uit 2006 wordt op zon kaartje niet zichtbaar. En daar zit het probleem. Met de uitvoering van de Deltawerken is er zoveel veranderd dat van veel dieren het verspreidingspatroon totaal veranderd is. Een voorbeeld. Na de afdamming van het Veerse Meer raak te het water brak en op een gegeven moment dook daar het zeldzame zuiderzeekrabbetje op. Het duurde niet lang of in het Veerse meer was deze soort wijdverbreid. Maar of de soort er nog steeds zit nu er een open verbinding is? En hoe zit dat in het oostelijk deel van de Westerschelde? Daar is het zuiderzeekrabbetje op een gegeven moment ook op gedoken. Los daarvan zijn er de laatste decennia meerdere nieuwe krabbensoorten verschenen. Garnalen vormen een ander probleem. Kun je een heleboel krabbensoorten nog opsporen door gewoon langs de laag- waterlijn te lopen en daar stenen om te draaien - voor gar nalen moet je op visvangst. Van de gewone garnaal is onze kaart al zo dicht met stippen bezet dat er nauwelijks nog zinvolle toevoegingen mogelijk zijn. Maar de roodsprietgar- naal of de zeegrasgarnaal worden veel minder gezien. Ook kampen we met een onevenwichtige waarnemersdicht heid. In de Oosterschelde en de Grevelingen wordt veel ge doken en daardoor is er redelijk veel bekend. Voor bijvoor beeld de Westerschelde en het Veerse meer moeten we veel meer zoeken om voldoende gegevens boven water te krij gen. Van de wateren in Zeeuws-Vlaanderen en van het Vol kerak-Zoommeer weten we haast niets over decapoda. Dat is vervelend, ook al omdat ervoor gekozen is om alleen gegevens van de laatste 25 jaar op de nieuwe kaartjes weer te geven. Om het beeld zo compleet mogelijk te krijgen heeft Het Zeeuws Landschap allerlei instanties medewerking ge vraagd. Naturalis, de Strandwerkgemeenschap, de stichting Anemoon, de waterschappen en het NIOO in Yerseke heb ben allemaal hun gegevens ter beschikking gesteld. Ook een beperkt aantal amateurs heeft losse waarnemingen ge stuurd. Maar al met al kunnen we nog heel wat waarnemin gen gebruiken. Afgezien van de gewone garnaal en de gewo ne zwemkrab behoeven al onze kaartjes van kreeften, krab ben en garnalen nog de nodige aanvulling. Lezers die over betrouwbare gegevens beschikken worden uitgenodigd om te helpen de kaartjes verder aan te vullen. Natuurlijk kan ook geholpen worden bij het op naam brengen van het materiaal. Gegevens zijn welkom via e-mail: info@hetzeeuwselandschap.nl of per post: Postbus 25, 4450 AA in Heinkenszand. De PZC sponsort stichting Het Zeeuwse Landschap. In Natuur- joumaal gaat hoofd ecologie Chiel Jacobusse wekelijks in op wat er aan de orde is in de Zeeuwse natuurgebieden. Het Zeeuwse Landschap geeft de boekenserie Fauna Zeelandica uit, waarin ge poogd wordt een actueel overzicht te geven van de dierenwereld in Zeeland. Nu wordt gewerkt aan een deel over de Decapoda, letterlijk de tienpotigen, waartoe on der meer kreeften, krabben en garnalen behoren. foto Chiel Jacobusse Het Zeeuws Landschap brengt in kaart waar diverse garnalensoorten (maar ook kreeften en krabben) in de regio voorkomen. illustratie Adri Karman Bij eb vallen niet alleen de schor ren en slikken droog, maar ook de strekdammen die als golfbrekers dienst doen. Wie zo'n dam be treedt, wordt dikwijls verrast door de steenlopertjes met hun opval lende zwart-wit getekende vleugel patroon (hier afgebeeld in zomer kleed, het winterkleed is minder gekleurd). Zo opvallend als ze zijn in de vlucht, zo onopvallend zijn ze tijdens het foerageren. Tussen en onder de stenen van de dam men en aan de dijkvoet zoeken ze naar strandvlooien, kleine schelp diertjes, insecten en kleine visjes.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 23