Gezondheid Kanker krijgen in het spitsuur van je leven Wat is een goede arts? 20 Woensdag 19 september 2007 PZC R HUISARTS door Marieke van Schie Het eigen verhaal van de patiënt past niet in vijf of tien minuten 9 1 'in. dat u er weer bent! Ik heb u zo gemist." Het is leuk, |H dat een aantal van mijn patiënten me op handen JL draagt, maar het is ook elke keer een beetje schrikken. Er komt een dag dat ik afscheid wil of moet nemen. Daar ben ik in het verleden al een keer mee geconfronteerd, toen ik door veranderende gezinsomstandigheden mijn toenmalige praktijk vaarwel moest zeggen. Ik had daar met hart en ziel vijfjaar gewerkt. Het afscheid was roerend: kindertekeningen, bloemen, brieven en gesprekjes waarin de laatste geheimen op tafel kwamen. En nog jaren later brieven met kerst en Nieuw jaar. Dat doet goed én verplicht. Ik realiseerde me dat ik er voor mijn patiënten was en zij er niet voor mij. Dus antwoordde ik alle lieve brieven en probeer de anderzijds mijn opvolger niet in de wielen te rijden. In mijn nieuwe praktijk bleef mijn voorganger mijn patiënten nog jaren bezoeken en controleerde dan of ik wel de juiste me dicijnen voorschreef. Na een paar jaren nam dat af Een praktijk overnemen duurt ongeveer vijfjaar. Pas dan win je het vertrouwen van de patiën ten die zich hadden gehecht aan de dokter. Het is wederzijds in vesteren, waarbij de patiënt de gene is die vertrouwen moet krijgen in de nieuwkomer. Gelukkig verkeer ik in de omstandigheid dat ik nu twintig jaar in mijn huidige praktijk werk, waardoor ik de levensgeschiede nis van een groot aantal patiënten ken. Vertrouwen wordt op gebouwd in een aantal consulten van telkens tien tot vijftien minuten. Op intensieve momenten, bij een geboorte of een sterfbed, groeien we in hoog tempo naar elkaar toe. Dan worden we een beetje familie. Drinken wat, zitten bij elkaar en delen vreugde en verdriet. Dat zijn dierbare herinneringen, waar ik nog jaren mijn voordeel mee doe. Kortgeleden bezocht ik een congres waar de relatie tussen pa tiënt en arts centraal stond. „Wat maakt een dokter tot een goede arts, en welke pa tiënt past bij welke dok ter?" Dat blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn. Er is geen absolute norm voor een goede relatie. Empathie is vereist, het kunnen aanvoelen wat de patiënt nodig heeft. Dat verschilt erg per persoon. Ikzelf probeer steeds ruim te te maken voor het ge sprek en zo de achtergrond te leren kennen van de pa tiënt die voor me zit. Veel per soonlijke omstandigheden hebben in vloed op het klachtenpatroon. Dan is een langer consult meer dan de moeite waard, waar bij de man of vrouw in kwestie de kans krijgt het ver haal te vertellen waar hij of zij mee rond loopt. Dat past niet in het consult van vijf tot tien minuten dat de verzeke ring ons toestaat. Daarom bestaat mijn middagspreekuur nu uitsluitend uit dub bele consulten, zodat we de tijd hebben. Mijn patiënten weten dat, in de ochtend kunnen ze een afspraak maken voor een kort consult. In het middagspreekuur ontstaat de rust die wel dadig werkt voor mijn patiënten, maar ook voor mij. Ik ben geen dokter geworden om in hoog tempo om de tien minuten mijn wachtkamer leeg te werken. Persoonlijke aan dacht over en weer levert de kwaliteit, waardoor ik gemoti veerd blijf en mijn patiënten blijer naar huis gaan. In dat ge sprek kan ik achtergronden aanroeren en vragen naar persoon lijke omstandigheden. De patiënt kan ook de tweede en derde klacht aan bod laten komen, die meestal met de deurkruk in de hand aarzelend geuit wordt. Dat maakt een vervolgconsult op korte termijn overbodig en zorgt ervoor dat ik plezier houd in mijn werk. Er zijn natuurlijk ook patiënten, die van kort en krachtig hou den, die een zakelijke verhouding met hun dokter willen en het op prijs stellen als het spreekuur precies op tijd wordt afge wikkeld. Zulke mensen zijn gebaat bij een collega die zich dat ten doel stelt. Gelukkig is er voor iedere patiënt wel een dokter naar zijn of haar hart te vinden. Er wordt wel gezegd: je krijgt de praktijk die je verdient. Maak dus kennis met een nieuwe huisarts en schat in of u bij elkaar past. Dat maakt de kans op een goede relatie in de toekomst groter. Je bent een jonge vrouw en je krijgt borstkanker. Hoe moet het verder met je leven, je kinderen, je relatie? Lotgenoten steunen elkaar bij de Amazones. door Lindy Jense illustratie Simone Golob Een weekendje bijkletsen in de Ardennen, asper ges eten in Limburg, winkelen in het outlet- center van Lelystad en af en toe een hardloopwedstrijd. Als je naar de agenda van de Amazo nes kijkt, zou je bijna vergeten dat het gaat om jonge vrouwen met borstkanker die elkaar door de zwaarste tijd van hun leven sle pen. Van de 10.000 Nederlandse vrou wen die per jaar borstkanker krij gen, zijn de meesten ouder dan 50 maar sommigen zijn aanzienlijk jonger, soms nog geen 30. Ze krij gen kanker in het spitsuur van hun leven, als man, kinderen en baan ook nog veel aandacht vra gen. Begin 2005 richtten twee van die jonge borstkankerpatiënten de stichting de Amazones op. Lotge noten vinden op de bijbehorende website, sinds augustus 2004 in de lucht, informatie, steun en advies. De Amazones zijn een doorslaand succes: ruim duizend jonge vrou wen hebben zich aangemeld en het forum, waar ook veel gasten inloggen, telt maandelijks maar liefst zo'n 4 miljoen hits. Sinds januari van dit jaar is Ellen Kooijmans uit Schijndel lid van het bestuur van de Amazones. Ze is een typische Amazone: een en thousiaste, sportieve veertiger met een drukke baan en een gezin. En 0 ja, ze heeft al twee keer borstkan ker overleefd. Ellen was 34 toen ze voor het eerst een knobbeltje in haar borst voelde. Haar zoon Vic was een dreumes van twee. „In het ziekenhuis was ik een enorme bijzonderheid. Zo jong al borstkan ker krijgen, dat was nog nauwe lijks vertoond. Borstkanker was vooral een ziekte van oudere vrou wen." Ellen onderging de borstsparende operatie, de bestralingen en de che- mo met veel veerkracht en opti misme. „Ik ben wel even bang ge weest. Maar toen dacht ik: als ik nog een jaar te leven heb en ik breng dat jaar door in angst, is het zonde van mijn tijd. Dat schijnt een hele apart redenering te zijn maar voor mij hielp het wel. Ik ben ook zo snel mogelijk weer aan Ellen Kooijmans bevocht al twee keer succesvol borstkanker. Ze is be stuurslid van de Amazones, een club van jonge borstkankerpatiënten. het werk gegaan, dat was een ge weldige afleiding. Onze zoon heeft ook geen nare herinneringen aan die tijd." Kanker zat bij Ellen Kooijmans niet in de familie. Maar er rezen bange vermoedens toen haar va der ook borstkanker kreeg, een zeldzaamheid bij mannen. Gene tisch onderzoek in de familie Kooijmans gaf echter geen uitsluit sel. „Vier jaar geleden is hij overle den, hij is uiteindelijk niet door de kanker gestorven. Kort na de begra fenis zat ik in weer het ziekenhuis. Dit keer met een knobbel in mijn andere borst. Weer kanker." Is het pure pech, of is Ellen toch er felijk belast op een manier die met de huidige genetische technieken nog niet aan te tonen is? In elk ge val nam ze dit keer het zekere voor het onzekere: allebei haar bor sten zijn geamputeerd. Omdat de tweede tumor hor- moongevoelig is (zie kader), werd ze behandeld met middelen die de hormoonproductie stilleggen. Een daarvan was Arimidex. „Dat legt ook de hormoonproductie van de bijnierschors stil. je dendert niet al leen in een keer de overgang in, je hebt gelijk de hormoonhuishou ding van een vrouw van honderd. Ik werd er somber van. En ik ben nooit somber, ik kende mezelf niet meer terug in die huilende vrouw aan de ontbijttafel. Bij de oncoloog kreeg ik geen gehoor. Toen ben ik op internet gaan zoe ken en ik kwam de Amazones te gen." Ellen had direct het gevoel dat ze bij de Amazones thuis kwam. „Dit was precies wat ik zocht. Voor het eerst had ik veel behoefte aan lotgenotencontact. Daarvoor kwam ik ook wel eens wat tegen op internet maar ik liet het aan me voorbij gaan. Sommige van die vrouwen gingen dood, dat Kanker, erfelijkheid en hormonen Van alle nieuwe gevallen van kanker blijkt 5 tot 10 procent erfelijk te zijn. Patiënten hebben een ernsti ge fout in een stukje erfelijk materiaal. Vrouwen die zo'n mutatie in een van de twee zogeheten BRCA-ge- nen hebben, lopen 60 tot 80 procent risico voor hun 80e levensjaar borstkanker te krijgen. Ook is er meer gevaar te duchten voor eierstokkanker. Wetenschappers vermoeden dat er andere genen zijn die de risico's op kanker licht verhogen. Feit blijft dat leefgewoonten (roken, te veel drinken, ongezonde voeding) en omgevingsfactoren het meest bijdragen aan kanker. Het KWF schat de invloed op 50 tot 70 procent, maar bijvoorbeeld de Amsterdamse epide mioloog en hoogleraar Floor van Leeuwen houdt het zelfs op 90 procent. Sommige soorten kanker, waaronder bepaalde vor men van borstkanker, zijn voor hun groei (deels) af hankelijk van hormonen. Het lichaam maakt deze hor monen zelf aan. Een hormoonbehandeling is geba seerd op dit principe. Deze behandelingen beperken de productie van eigen hormonen of verminderen hun invloed. Daardoor neemt de groei van de tumor af of wordt de tumor kleiner. In het gunstigste geval verdwijnen de kankercellen. Een hormonale behande ling kan maanden of jaren duren. Borstkanker in cijfers Een meisjes dat nu geboren wordt, heeft een kans van 1 op 8 om ooit in haar leven borstkanker te krij gen. Dat blijkt uit de jongste statistieken van de In tegrale Kankercentra Nederland. Twee van de drie patiënten krijgen borstkanker na de overgang (meno pauze). Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Bij de meeste vrouwen ontstaat borstkanker in de melkgangen (86 procent). Bij 12 procent van de vrouwen ontstaat de borstkanker in de melkkliertjes. Een grote tumor is niet altijd kwaadaardiger dan een kleine. Een agressieve kleine tumor kan al uit zaaiingen veroorzaken en een grote kan bestaan zon der uitzaaiingen. Borstkanker is vaak te 'genezen', met huid- en borst sparende chirurgie of amputatie. Er kan ook worden gekozen voor chemotherapie of bestraling om de tu mor voorafgaand aan de operatie te verkleinen. Be langrijk bij de kans op genezing is dat de borstkan ker vroeg genoeg ontdekt wordt en optimaal behan deld wordt. De overleving na 5 jaar (percentage van de patiën ten dat na 5 jaar nog leeft) bedraagt bij borstkanker gemiddeld 80 procent. Bron: Borstkankervereniging Nederland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 20