Korstmos reageert snel op klimaat 36 Dinsdag 18 september 2007 PZC Korstmossen ontstaan door samengaan van een schimmel en een alg. Overal waar ze hou vast hebben, zitten ze: op de grond, bomen, stenen. Korstmossen zijn een graadmeter voor de luchtkwaliteit. Ze reageren ook op kli maatverandering. Heidelucifer Kauwgommos foto's Chiel Jacobusse niet is gewijzigd. Toch is hij positief over de ontwik kelingen als zodanig. Juist in de ge bied met de zwaarste ammoniak- belasting - in West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen en de punt van Walcheren - is het aantal korstmossoorten dat van ammoni ak houdt, gedaald. De inspannin gen om in de veehouderij tot een vermindering te komen, zijn niet vergeefs. Het onderzoek was er niet voor op gezet, maar Van Herk signaleert ook een duidelijke invloed van de klimaatverandering. Warmtemin- nende korstmossen doen het steeds beter en koelteminnaars da len. In 2003 bleek voor het eerst het aandeel van warme soorten groter dan het aandeel van de koe le soorten. Dat proces voltrekt zich in een snel tempo. Een doeltref fend klimaatbeleid verdraagt dan ook geen uitstel, aldus Van Herk. Van Wijngaarden wijst op de waar de van het langjarige onderzoek. „In het meetnet worden alle soor ten meegenomen. Je kunt er echt trends uithalen. Van belang is wel dat je steeds dezelfde plaatsen on derzoekt." 131 korstmossen gevonden De 272 meetpunten van het korstmosonderzoek bevinden zich vooral op populieren op dij ken en langs wegen. Een meetpunt bestaat uit een groepje van tien bomen, waar aanwezige korstmossen worden genoteerd. Ook de echte mos sen (andere familie dan de korst mossen) worden meegenomen. Bij de jongste ronde zijn 131 soorten korstmossen en 26 mos sen gevonden, een toename ten opzichte van 2003. Er staan 19 soorten op de rode lijst van bedreigde korstmossen. Het aantal vondsten van deze tot dusverre zeldzame soorten nam opvallend toe. Gaat dat door, dan kunnen ze van de lijst af. door Rinus Antonisse Bioloog Wim van Wijngaar den van de provincie noemt de korstmossen 'ge voelige organismen'. Dat komt onder meer doordat ze hun voedingsstoffen rechtstreeks uit de lucht en de regen halen. „Als de lucht of het regenwater vervuild zijn, reageren ze daar meteen op." Elke soort weer anders, weet hij. „Je hebt er die tegen zure regen kunnen en je hebt soorten die daar absoluut niet tegen kunnen." Deskundigen (die in ons land dun gezaaid zijn) kunnen aan de soor ten die ze op een plek aantreffen zien of er wel of geen verzuring op treedt. Door de ontwikkeling op dezelfde plekken gedurende een reeks van jaren te volgen is mooi na te gaan hoe het met de verzu ring is gesteld. In opdracht van de provincie doet het Lichenologisch Onderzoekbu reau Nederland (LON) sinds 1997 onderzoek naar de korstmossen. Landelijk is dat begonnen in gebie den met veel intensieve veehoude rij, die ammoniak veroorzaken. „We wilden in Zeeland ook weten hoe het daarmee zit", legt Van Wijngaarden uit. Hij tekent aan dat het grootste deel van de stikstofbelasting van buiten de provincie komt (van in dustriegebieden elders). Daarnaast is er uitstoot van ammoniak door de landbouw. ,„Dat kun je regio naal bekijken en daar kun je als provincie ook wat aan doen. De maatregelen van afgelopen jaren blijken effect te hebben". Waar niet op gerekend is dat de katalysa toren in auto's ammoniak uitsto ten. De afname in het landelijk gebied wordt teniet gedaan door een toe name langs drukkere wegen. Daar door is de daling van de ammonia- kuitstoot die begin deze eeuw waarneembaar was, tot stilstand gekomen. Over de jongste onder zochte periode constateert onder zoeker Kok van Herk dat de in vloed van ammoniak in Zeeland Melig takmos Geel dooiermos NAMEN Frankrijk Noord Het silhouet van Westkapelle wordt bepaald door zijn ho ge, stoere toren. Gebouwd omstreeks 1450 en al twee eeuwen bekroond met een lichtbaak. De toren schijnt ge bouwd te zijn als een kopie van de magnifieke toren van de O.L.V. Kerk in Brugge. Ooit stond er ook een mooie driehallen kerk aan de toren in Westkapelle, maar die is af gebrand rond 1830. Bijna in de schaduw van de toren ligt onzichtbaar in het geboomte een lange, lage boerderij. Die is ook oud. Waarschijnlijk uit de zeven tiende eeuw - gezien de vorm van de kelder in het boeren huis en de nog aanwezige oude gebinten en gezien het feit dat de hoeve vroeger ge heel omgracht was (typisch voor de zeventiende eeuw). Maar zoals zo vaak is ook hier veel verbouwd. Eén of twee keer rond 1795 en een keer rond 1900. De oude kloos termoppen van de afgebran de kerk hebben een plaats ge kregen in de eindgevels van de schuur. Het riet op het dak is verdwenen. Nieuwere span ten (soms masten) kwamen. De bouwer van de hoeve was, volgens mondelinge overlevering, een Hugenoot uit Noord-Frankrijk die Cijsouw heette. Sindsdien hebben er bijna altijd Cijsouws gewoond. Op de hoeve, waarvan de schuur in middels in tweeën gedeeld is, woont aan de ene kant Lein Cijsouw. Aan de andere kant met het oude huis wonen sinds enkele jaren twee vrien dinnen die eigenlijk in Frank rijk wilden gaan wonen. Maar ja, als je praat en schrijft voor je beroep, is Frankrijk en het Frans geen ideale op tie. Toen zij de hoeve in West kapelle vonden, waren zij meteen verloren. „Net zo goed en mooi als Frankrijk, en toch in Nederland." Geheel onwetend van de Noord-Franse afkomst van zo veel Cijsouws hebben zij de boerderij 'Frankrijk Noord' ge noemd. Aan de geschiedenis ontkom je blijkbaar nooit! Hoe dan ook, Frankrijk Noord is een oud, goed ver bouwd hof met een uniek oud wagenhuis in de scha duw van de lichtbundels van de middeleeuwse toren van Westkapelle. Gerard Smallegange

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 56