Als de trein niet verder rijdt v19 PZC Zaterdag 15 september 2007 Zelfmoorden of pogingen daartoe, vechtende stellen, agressieve passagiers: NS-personeel krijgt heel wat voor de kiezen en menigeen zit wel eens ziek thuis met een posttraumatisch stresssyndroom. Hoofdconducteur Ernest van Loon schreef er een boek over. door Carlo Nijveen foto's Ade Johnson en Stijn Rademaker De nachtelijke wandeling langs het spoor, in de veron derstelling dat iemand zich voor 'zijn' trein had ge gooid. De blauwe plekken, die hij opliep tijdens een worsteling met een hevig ruziënd paar op Den Haag Cen traal. Hoofdconducteur Ernest van Loon (28) werkt pas drie jaar bij de Nederlandse Spoorwegen, maar heeft het al veel te vaak zwaar voor de kiezen gekregen. Confrontaties met vechtende of schelden de reizigers en andere malheur. In het boek Deze trein rijdt niet verder, eind sep tember in de winkel, beschrijft de Haarlem mer zijn leven op de rails. Van Loon zette z'n ervaringen afgelopen voorjaar op pa pier, toen hij na een zoveelste incident twee maanden ziek thuis zat. Door de vondst van een verdachte sporttas begin maart, veranderde een gewone werkdag voor Van Loon op station Amsterdam-Slo- terdijk plotseling in een nachtmerrie. „In die tas kon van alles zitten. Ik moest een trein ontruimen, met daarin zo'n zeshon derd passagiers. Nadat ik alarm had gesla gen, kwam al het verkeer op en rond Am- sterdam-Sloterdijk stil te liggen. „In de sporttas, achtergelaten door een En gels sprekende man die de trein in en uit was gerend, bleken uiteindelijk slechts sportschoenen en -kleding te zitten. Ik heb er slapeloze nachten van gehad, want ik had besloten per intercom de boodschap 'deze trein rijdt niet verder' te geven. Ik realiseerde me opeens hoeveel mensen door mijn handelen waren gedupeerd. Het was de druppel die de emmer deed overlo pen. De bedrijfsarts bij wie ik terecht kwam, stelde vast dat ik last had van post traumatisch stresssyndroom. Werken ging niet meer. Als ik maar in de buurt van een trein kwam, begon ik al te trillen." Na de noodgedwongen time-out rijdt Van Loon intussen weer dagelijks kriskras door Nederland. Met hulp van Vangrail, een in terne opvangdienst voor psychisch in de knel geraakte NS'ers, klom hij stukje bij beetje uit het dal. Herinneringen aan nare voorvallen op het spoor komen nog gere geld bovendrijven. „Een week of drie gele den was ik 's nachts aan het werk op een trein tussen Zwolle en Amersfoort. Ter hoogte van Stroe klonk opeens een harde klap. Het lawaai kwam van onder een coupé. Nadat we de trein hadden stilgezet, ben ik met de machinist teruggelopen naar de plek waar we de klap hoorden. Ik maak te nog nooit een zelfmoord op het spoor mee, dacht dat dit de eerste keer zou zijn. Ik vroeg me af wat we zouden aantreffen. „Tijdens die wandeling van ongeveer een kilometer heb ik twee sigaretten wegge- paft. Ook de machinist had het moeilijk. We hebben wel wat met elkaar gepraat, maar er vielen ook lange stiltes. Uiteinde lijk viel het relatief mee. We hadden een Een veel voorkomend beeld op NS-stations: conducteurs en politieagenten gaan de discussie aan met een zwartrijder. wild zwijn aangereden. Voor hetzelfde geld was het een mens geweest." Ook een incident waarbij hij ongeveer drie jaar geleden betrokken was, staat Van Loon nog levendig voor de geest. „In de hal van station Den Haag Centraal zag ik rond half twaalf's avonds hoe een man een vrouw in elkaar sloeg. Ik ben ertussen gesprongen. Een stuk of drie collega's moesten te hulp komen, die vent was heel sterk. Uiteindelijk hebben we hem aange houden. Het gezicht van zijn vriendin zat onder het bloed. Ik stond nog even met haar te praten, toen ze opeens door het lint ging. Met haar nagels krabde ze een servicemedewerker van de NS die bij ons was komen staan en een beveiligingsman. Dus kwam ik weer in actie, dit keer tegen het aanvankelijke slachtoffer. Uiteindelijk hebben we die vrouw met z'n vijven tegen de grond moeten werken. Ze was onder invloed van drank én drugs. Waarom die man en vrouw ruzie kregen? Die kerel bleek te laat voor hun afspraakje en was ook nog dronken. Dat pikte die vrouw niet en vervolgens ging hij haar te lijf." Van Loons relaas over de confrontatie met het ruziënde paar is terug te vinden in De ze trein rijdt niet verder, evenals zijn zielen roerselen tijdens de 'zelfmoordnacht' en de ontruiming van de trein op station Am- sterdam-Sloterdijk. De hoofdconducteur maakt de lezer ook deelgenoot van gebeur tenissen waaraan hij géén vervelende na smaak heeft overgehouden. Zoals de ont moeting met dat jochie dat vanwege voort durende pesterijen op school en bij z'n voetbalclub van huis was weggelopen. „Ik reed op een stoptrein in de buurt van Zwolle toen ik vanuit een toilet zacht ge huil hoorde. Ik klopte op de deur en ont dekte een jongen van een jaar of 13, die eer der die avond had besloten de wijde we reld in te trekken. 'Ik ga ergens heen waar niemand me pest en waar niemand last van me heeft', klonk het vanachter de deur. Ik heb ongeveer een kwartier op hem ingepraat, toen kwam hij het toilet uit. We gingen in een coupé zitten en heb ben nog een tijd verder gepraat. „Ik zette de trein bij Nunspeet stil om hem door de politie naar huis te laten brengen. Als die jongen onontdekt tot Amersfoort of Utrecht was gekomen, had hij mis schien een internationale trein gepakt en was hij echt zoekgeraakt. Gelukkig is het goed afgelopen. Bovendien bleken de reizi gers vol begrip over het feit dat ik de trein stilzette. Dat is wel eens anders geweest." Behalve voor Van Loons ervarin gen is in het boek ook plek voor luchtige(r) spoorwegverhalen uit de mond van vier bekende Neder landers, onder wie Paul Haenen en Mart Smeets. „Haenen beschrijft de reis die hij eens met een autoslaaptrein maakte. Het is een leuk verhaal geworden", zegt Van Loon. „Smeets vertelt over medepassagiers die zich tijdens treinreizen wel eens op hem storten omdat hij een bekende Neder lander is, en over de manier waarop hij dan door collega's van mij wordt ontzet." Van Loon glimlacht. De rode draad in zijn betoog blijft narigheid op het spoor. „Al is het maar voor even, ik hoop dat mijn boek de aandacht vestigt op agressie in het open baar vervoer. Ook op de kleinere vormen van agressie, zoals scheldpartijen. Laatst kreeg ik het in Haarlem bijvoorbeeld aan de stok met een man die met een ongeda teerd kaartje instapte. Ik wilde hem alsnog een geldig ticket verkopen, maar daar was hij het niet mee eens. 'U kunt een brief schrijven aan NS-klantenservice', zei ik. Hij antwoordde: 'Dat heeft geen zin, want er zijn altijd ordinaire nazi's als jij, die het heerlijk vinden een regime in stand te hou den'. Dat krijg je dan naar je hoofd geslin gerd omdat je je werk doet „Ongeveer driekwart jaar geleden stond ik tijdens een rit op de Flevolijn met een pas sagier te praten, toen we een harde klap hoorden. Iemand gooide een baksteen door de ruin Die miste ons op slechts an derhalve meter. Ik hoop dat lezers van mijn boek zich realiseren dat wat ons over komt niet normaal is. Ik heb niet de illusie dat agres sie in het openbaar vervoer door dit boek zal afnemen." Ernest van Loon, Deze trein rijdt niet verder, 12,50 euro. Verkrijgbaar in de boekhandel en via www.ovpersoneel.nl IlstSsa

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 97