v12
Zaterdag 15 september 2007 PZC
maakt me furieus'
Bij het grote publiek werd Arthur Docters van Leeuwen
(62) bekend als de man die 'muitte' tegen zijn éigen
minister. Van dat beeld van boeman is weinig meer over.
Afgelopen week nam hij afscheid als bestuursvoorzitter
van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Over een
leven lang in dienst van de publieke zaak.
door Jan Salden foto David van Dam
A Is baby was ik al te
/l zwaar. Dat zit in de fami-
ZJ* lie. Mijn oma en mijn
moeder waren ook ste-
-A- JL. vig. Waar ik baat bij heb,
is het dieet van Atkins, minder koolhydra
ten dus. Dat diëten is soms wel nodig, als
ik té zwaar word.
Ik heb wel eens van die periodes dat ik
veel reisjes en feestjes heb en dan slibt het
zo aan. Dan moeten er echt weer een paar
kilo af. Dat merk ik ook aan hoe ik me be
weeg. Normaal gaat dat me vrij gemakke
lijk af, maar als ik te zwaar ben, word ik
log.
Op mijn 33e heb ik een hartinfarct gehad.
Daarvoor had ik al veel last van pijntjes in
mijn borst en die zijn daarna verdwenen.
Er zat gewoon iets niet goed, denk ik. Ik
vroeg de cardioloog of ik mocht hardlo
pen. Dat moest ik vooral doen, zei hij, en
hij gaf me een pilletje mee voor als ik weer
pijn zou krijgen.
Sindsdien loop ik een aantal keren per
week een rondje tussen Kijkduin en Sche-
veningen. Op mijn manier dan, met een
kop koffie tussendoor. AI heb ik wel een
behoorlijk uithoudingsvermogen. In het
begin word ik door iedereen ingehaald, ko
men ze één voor één voorbij huppelen,
maar op het eind kom ik ze allemaal weer
tegen.
Vroeger ben ik wel gepest met mijn ge
wicht en mijn grote bril. Dan sloeg ik van
me af. Ik was niet de sterkste van de klas,
maar ik kon de meeste jongens wel aan.
Natuurlijk heeft dat pesten me geraakt,
maar écht last heb ik er nooit van gehad.
Er zijn in de loop der jaren heel wat spot
prenten van mij gemaakt. Heb ik allemaal
bewaard. Tüürlijk. Waarom niet? Ik was
voor tekenaars een dankbaar model. Dat
ei-achtige hoofd. In de Financial Times
hebben ze me echt een keer als paasei gete
kend. Strik eromheen. Een stel dames bij
de AFM heeft die tekening op T-shirts la
ten drukken.
In de loop der jaren ben ik een bekende
Nederlander geworden. Daar word je niet
beter van, al doen de hartelijke reacties die
je krijgt je wel goed. Als een gezin speciaal
voor jou de straat oversteekt en je Pietje,
Marietje én de baby een hand mag geven,
dan is dat best leuk.
Soms is het ook vervelend. Ben ik aan het
hardlopen op het strand en word ik aange
klampt door iemand die een onbegrijpelijk
verhaal afsteekt of over huwelijksproble
men begint. Daar zit ik dan echt niet op te
wachten.
Wat mij drijft? Ik heb altijd een sterk ont
wikkeld gevoel voor rechtvaardigheid ge
had. Van jongs af aan al. Op de lagere
school kwam ik regelmatig tussenbeide.
Dan gooide ik me er met mijn toen al aan
zienlijke gewicht tussen. Bovendien ben ik
nogal goed van de tongriem gesneden, dus
ik kon scherp uit de hoek komen. Op een
gegeven moment ben ik daarmee opgehou
den, omdat ik merkte dat mensen bang
van mij werden.
Als je kijkt naar wat ik allemaal gedaan
heb tijdens mijn loopbaan, dan is dat ook
niet helemaal toevallig. Onrechtvaardig
heid maakt me furieus. Nog steeds. Al uit
ik het nu wat minder agressief.
Ik herinner me nog een financieel product
dat wij onderzochten toen ik net was be
gonnen als voorzitter van de Stichting Toe
zicht Effectenverkeer (de voorganger van
de Autoriteit Financiële Markten, red.).
Dat product bleek altijd uit te pakken in
het voordeel van degene die het aanbiedt.
De bedenker ervan sprak ons van achter
uit de keel toe. We begrepen er niets van.
Vervolgens ben ik er echt voor gaan zitten
en langzaam begon het me te dagen hoe
het in elkaar stak. Hoe dat is afgelopen?
Nou, het bedrijf in kwestie bestaat niet
meer. Ie mag je boosheid natuurlijk geen
rol laten spelen, maar in dit soort gevallen
maakt zich wel een zekere vastbesloten
heid van mij meester.
Toen ik aan deze klus begon, wist ik niets
van effecten. Toch zei mijn intuïtie dat ik
het meteen moest doen. Ik geloof dat het
ethisch besef bij ondernemingen is ge
groeid sinds de komst van de AFM. Als je
vijfjaar geleden tegen banken, verzeke
raars en adviseurs begon over een 'zorg
plicht' voor de klant, dan keken ze je aan
of ze water zagen branden.
Nu weet men dat ze door moeten vragen:
wat is goed voor de cliënt en wat niet? Er
is een financiële bijsluiter gekomen. Daar
begint men nu in de rest van Europa over
na te denken.
Waar ik me over blijf verbazen, is het ge
mak waarmee door mensen in financiële
producten wordt geïnvesteerd, tot de
meest exotische beleggingen in teakhout
en wijnen aan toe. Producten waarvan je
op je klompen kunt aanvoelen dat je op je
hoede moet zijn. Als mensen een huis ko
pen, sloven ze zich geweldig uit. Er wordt
een taxatierapport opgesteld, een bouw
Si;
technische keuring. Uit onderzoek is geble
ken dat consumenten gemiddeld 25 uur be
steden aan de aankoop van een auto tegen
een half uur voor een levensverzekering.
Terwijl de waarde hetzelfde is. Tegen dom
heid en hebzucht doe je niets.
Ik was 12 jaar toen mijn vader over
leed. Misschien dat ik daar mijn grote
verantwoordelijkheidsgevoel aan heb
overgehouden. Ik was niet de oudste
thuis, maar na de dood van mijn vader
werd ik een beetje de 'pater familias' van
het gezin. Ik ging over de centen. Later
heb ik daar wel last van gehad. Ben er zelfs
depressief van geworden. Ik moest beslis
singen nemen over het gezin, terwijl ik
daar eigenlijk nog niet aan toe was.
We hadden het niet breed thuis. Mijn moe
der kreeg een kleine uitkering, maar dat
was lang niet genoeg om een gezin met
vier kinderen te onderhouden. Daarom
nam ze kostgangers in huis: één in de ach
terkamer en één op zolder. Mijn zusje en
ik hielpen mee in het huishouden, ook om
dat mijn moeder veel last had van reuma.
Ik kan dus alles in het huishouden, behal
ve streeploos ramen zemen en het kreuk
vrij strijken van overhemdsmouwen. Dat
heb ik nooit geleerd. Van al dat meehel
pen in het huishouden heb ik er trouwens
gloeiend de pest aan gekregen. Ik doe niks
meer in huis, behalve als het echt niet an
ders kan. Als mijn vrouw de griep heeft bij
voorbeeld.
Ik ben opgegroeid tussen de rijkeluiszoon
tjes in Zeist. Met hen ging ik samen naar
het gymnasium, en na school gingen we
zeilen. Of ik ging met een klasgenoot toe
ren in de Amerikaanse bak die hij van zijn
vader mocht lenen. Natuurlijk waren dat
twee verschillende werelden. Nou en? Had
ik mezelf dan zielig moeten vinden? Daar
heb ik het nut nou nooit van ingezien.
Mijn ontslag als hoogste baas van het open
baar ministerie was een moeilijke tijd
(Docters van Leeuwen werd in 1998 aan
de kant geschoven na vermeende muiterij