VI
ortwoekeren
Spectrum vil
PZC Zaterdag 15 september 2007
het belangrijk was, staat inmiddels vast.
De gewone politieagent Nino Agostino
was zo belangrijk dat op zijn begrafenis,
volledig onverwacht, maffiabestrijder Gio
vanni Falcone verscheen. Het staat Agosti
no nog allemaal helder op het netvlies.
Nog hoort hij de stem van de man die er
net in was geslaagd de hele top van de maf
fia, de Cosa Nostra, veroordeeld te krijgen.
Falcone zegt: „Ik kon hier niet ontbreken,
ik heb mijn leven aan die jongens te dan
ken."
De zin bleef een mysterie, zoals talloze an
dere zaken. Falcone was kort ervoor ont
snapt aan een aanslag bij een vakantiewo
ning aan zee. Misschien wist Nino Agosti
no hiervan. Anderen menen dat Agostino,
en ook zijn vrouw, wisten wie in het Pa
leis van Justitie en bij de politie de 'mol
len' waren, die de strijd van Falcone tegen
de maffia frustreerden.
„Onderzoek wijst in de richting van agen
ten van de geheime dienst Sisde", zegt Ago
stino. Hij balt uit onmacht zijn vuisten.
„Magistraten hebben concrete aanwijzin
gen. Ze hebben gevraagd om lijsten met
namen, maar die worden niet gegeven.
Staatsgeheim."
Agostino is woedend. „Ik was de eerste die
rebelleerde tegen de maffia en tegen een
staat die met de maffia zaken doet en
moordenaars beschermt."
Hij had verwacht dat de 'nieuwe
tijd', die werd ingeluid met de
moorden op Falcone en me
de-maffiabestrijder Paolo Bor-
sellino, veranderingen zou brengen. „Ik
heb me vastgeketend, duizenden kaarten
gestuurd aan de president van Italië, al
twee keer premier Prodi ontmoet, maar
het leidt allemaal tot niets, alleen loze be
loften. Ze zijn te bang voor de zo ongemak
kelijke waarheid", zegt hij met een doffe
blik in zijn ogen.
De geschiedenis van Nino Agostino is ver
knoopt met die van Giovanni Falcone, die
drie jaar later op de snelweg bij Palermo
werd opgeblazen, samen met zijn vrouw
en drie bodyguards. Familieleden van
Falcone en Borsellino, die nog geen twee
maanden later met zijn bodyguards werd
opgeblazen, reageren zoals Vincenzo Agos
tino. „Ik rust niet voordat de banden tus
sen maffia en de politiek worden blootge
legd en bekend wordt wie de echte op
drachtgevers waren", zegt Maria Falcone,
de zuster van de magistraat. De broer van
Borsellino zegt 'doodmoe' te zijn van alle
herdenkingen. Hij eist na vijftien jaar geen
speeches, maar opheldering over bijvoor
beeld de cruciale agenda van zijn broer,
die door agenten werd meegenomen en
sindsdien spoorloos is.
De reacties vloeken met de heiligenstatus
die de magistraten hebben gekregen. Hun
dood was een nationaal trauma. Althans,
zo leek het in die zomer van 1992. Te verge
lijken met wat de moord op de Kennedy's
voor de Amerikanen was. Iedereen in Ita
lië herinnert zich nog wat hij deed toen
het nieuws doordrong. „Het was een wa-
ke-upcall. We dachten: nu wordt alles an
der", zegt winkelier Loredana Fulco in het
centrum van Palermo.
Maar de revolutie bleef uit. De maffia ver
loor kopstukken, maar reorganiseert zich
en houdt zich stil. „We hebben successen
geboekt die niet voor mogelijk werden ge
houden, maar vandaag de dag is het onder
zoek moeilijk. Ook omdat er geen belang
rijke verklikkers zijn", stelt Alfredo Morvil-
lo achter de kogelvrije deur van zijn kamer
in het Paleis van Justitie, in de tijd van
Falcone beter bekend als 'het Paleis van de
Vergiften'. Morvillo is magistraat, maffiabe
strijder én broer van Francesca Morvillo,
de echtgenote van Falcone die ook magis
traat was en samen met haar man om
kwam. Morvillo mijdt de emotie en volgt
niet de redenatie van Maria Falcone of Vin
cenzo Agostino.
„We hebben eenvoudigweg geen bewijs
voor betrokkenheid van politici of delen
van de staat. Dat geldt ook voor de moord
op Agostino. Het blijven hypothesen."
Voor de magistraat werd Falcone ver
moord omdat hij, voor het eerst in de ge
schiedenis met hulp van spijtoptanten, er
in slaagde de Cosa Nostra aan de schand
paal te nagelen. Het zogenaamde 'maxipro-
ces' ('87-'88) leverde 342 veroordelingen
op, inclusief negentien maal levenslang,
onder meer voor de toen nog voortvluchti
ge maffiabazen Toto Riina en Bernardo
Provenzano. „Dit was voor Cosa Nostra on
gekend", zegt Morvillo. Toen het Hof van
Cassatie de straffen begin 1992 definitief
maakte en een streng gevangenisregime
werd ingevoerd, was de maat vol. Morvil
lo: „De maffia koos voor terreur. Tegen ma
gistraten, de staat en ook de politiek."
Italië moest wel reageren en zette 20.000
soldaten in. Het openbaar ministerie in Pa
lermo kreeg een topmagistraat als procu
reur. Binnen een jaar was maffiabaas Toto
Riina gearresteerd. De druk bleef en vorig
jaar werd ook Bernardo Provenzano, na 43
jaar, gepakt. Volgens Morvillo heeft de
staat gereageerd, maar is de maatschappij
stil blijven staan. „De Sicilianen zijn maffi
oos gebleven. Het is een mentaliteit. Men
sen vertrouwen niet op de staat, zoeken
nog steeds de gunst van de maffioso of ver
trouwen op hen om een probleem op te
lossen. Ik zie het elke dag om me heen.
Daarom geloof ik ook niet in al dat herden
ken."
Morvillo vreest de toekomst,
vooral omdat de politiek
zwak is en zich lijkt te voe
gen naar wat een minister uit
het vorige kabinet onder leiding van Ber
lusconi zei: je moet leren samenleven met
de maffia. Morvillo zucht. „De maffia ver
sla je alleen als alle neuzen dezelfde kant
opstaan, en dat is niet het geval."
Het effect is te zien en te voelen in de om
geving van Corleone en San Giuseppe Ja-
to, de thuisbasis van de Corleonesi. De gro
te bazen zijn gevangen gezet, de maffia be
staat niet meer, zo heet het op de pleinen.
Geen lokale politicus die niet verklaart te
gen de maffia te zijn, maar de eerste ge
meentebesturen zijn al ontbonden vanwe
ge ontoelaatbare deals. „Alleen echte eco
nomische ontwikkeling kan hier verande
ring brengen. Nu hangt alles nog aan el
kaar van gunsten. Ondernemers geven be
schermgeld, nog voordat het ze wordt ge
vraagd", zegt Dino Paternostro, vakbonds
leider in Corleone.
Hij constateert veel vermoeidheid en te
leurstelling bij de „Sicilianen van goede
wil", maar begrijpt ze ook. „Je kunt niet
blijven hopen op de revolutie, op een gege
ven moment ga je over tot de orde van de
dag. Helaas is het de maffia die die orde
nog steeds bepaalt"