Waarden van Saeftinghe
Buitengebied
Paddenstoel
gedijt in de
duinen
ten en graspiepers, zijn het weidevogels die in Nederland in
gierend tempo achteruitgaan als gevolg van de veranderin
gen in de landbouw. In modern beheerde graslanden is niet
langer ruimte voor deze oerhollandse vogels, en daarom
worden natuurlijke gebieden als Saeftinghe steeds belangrij
ker.
Maar het blijft niet bij die soorten van open, vlakke gebie
den. In de rietvelden van Saeftinghe, die de overgang naar
de zoete rivier markeren, broeden waterrallen, blauwbor-
sten en graszangers. Zeldzame moerasvogels die voor veel
natuurliefhebbers alleen uit de vogelgids bekend zijn. Ze ko
men voor in groot aantal. Saeftinghe herbergt de grootste
slaapplaats ter wereld van de bruine en de blauwe kieken
dief In de kreken die het gebied doorsnijden komen allerlei
vissen voor. Zelfs de zeer zeldzame en bedreigde fint is er
gesignaleerd.
In de nazomer is het gebied het domein van honderden le
pelaars en kleine zilverreigers en voor vogels als de smient,
de pijlstaarteend en de zwarte ruiter is het gebied van inter
nationale betekenis. Het zijn allemaal waarden die enerzijds
de grote natuurlijke rijkdom van het gebied aangeven. Even
goed kan anderzijds gezegd worden dat die waarden alleen
dankzij een zorgvuldig afgewogen beheer tot ontplooiing
zijn gekomen.
Het reguleren van betreding, het instellen van een afgewo
gen begrazingsregiem en de voortdurende alertheid op aan
slagen van buitenafhebben heel veel bijgedragen aan de
waarde van Saeftinge zoals het nu is. Er zijn een heleboel
mensen - zowel professionals als vrijwilligers - die hier met
een enorme passie en gedrevenheid aan gewerkt hebben.
Puur vanuit liefde voor dit grootse en ongerepte gebied.
De natuurverwoesting die zou optreden als je dit gebied, of -
een deel ervan, zou afgraven, wil je je niet voorstellen. Het
zou de ongereptheid van Saeftinghe voor een lange reeks
van jaren aantasten. Niet blijvend; want daarvoor zijn de
krachten die Saeftinghe gevormd en veranderd hebben te
groot. Naar schatting zou het hooguit 25 jaar duren voordat
de situatie weer hetzelfde zou zijn als nu. En dat ten koste
van heel veel geld en een (tijdelijk) groot verlies aan natuur
waarden.
door Chiel Jacobusse
Hoe ziet dat 'verwaarloosde en slecht onderhouden
schor' er eigenlijk uit? Het gebied is een mozaïek
van intensief en minder intensief begraasde vegeta
ties, waarin zoutplanten als de zeeaster, het schor-
renkruid en het kweldergras de hoofdmoot vormen. Het
zijn zoutminnende planten, die maar op een heel klein per
centage van het aardoppervlak tot ontwikkeling komen. Ze
geven het schor een bonte mengeling van kleuren, die bo
vendien wisselt met de seizoenen.
Het heel eigen karakter van Saeftinghe komt tot uiting in
brakwatersoorten als het lepelblad, de selderij en het dui-
zendguldenkruid, die kenmerkend zijn voor gebieden die
op de overgang van zout en zoet, het grensgebied tussen ri
vier en zeearm, liggen. In feite nog veel zeldzamer dan zui
vere zoutvegetaties.
In dit gebied broeden tureluurs en scholeksters in dichthe
den die nergens in Nederland geëvenaard, laat staan over
troffen worden. Net als de eveneens talrijke gele kwikstaar-
'Verwaarloosd schor', noe
men tegenstanders van ont-
poldering het Verdronken
Land van Saeftinghe. Dus
kan het schor wel worden af
gegraven. Het lijkt alsof een
delegatie uit de Tweede Ka
mer dat zomaar overneemt.
Onwillekeurig vraag je je af
hoe de anti-ontpolderaars
zouden reageren als je hun
dierbare polders zou om
schrijven als verpauperde
landbouwgrond.
Saeftinghe in volle glorie. foto Henk Kastelijns
PZC Zaterdag 15 september 2007 21
"M n> 'f r:m
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaal gaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.
tekening Adri Karman
Overal waar organisch afval ligt,
zijn er schimmels. Daarvan zijn
paddenstoelen de vruchtlichamen.
Ze zijn ook in de duinen te vin
den. Van linksonder met de klok
mee zijn: het duivelsei en de daar
uit voorkomende duinstinkzam,
het papegaaizwammetje, de zwart-
wordende wasplaat, de amethist-
of rodekoolzwam, de aarappelbo-
vist, de loodgrijze bovist, het klei
ne nestzwammetje, de judasoren,
de duiveldridderzwam en de duin
champignon.