De Donge in
Raamsdonksveer
Werf voor baggerschepen
12 september 2007
De Donge van de familie Van der Kooy is een middelgrote scheepswerf met
vestigingen in Raamsdonksveer en Vlissingen. Het bedrijf is al dertig jaar
gespecialiseerd in ontwerp, bouw en verhuur van schepen met baggerkraan,
splijtboten en verstelbare platforms voor het uitdiepen van havens. 95 procent van
de productie is voor het buitenland. Er zijn inmiddels 85 schepen afgeleverd en
met de eigen vloot 'Macon Charter' zijh overal ter wereld ruim 250 baggerklussen
geklaard. De scheepswerf heeft een omzet van 50 rniljoen euro per jaar en biedt
werk aan 75 man eigen personeel en minstens evenveel mensen via detachering.
Onnoemelijke hoeveelheden
staal en duizenden uren ar
beid zijn de bouwstoffen, im
mense baggerschepen het
resultaat. Met man en
macht zijn ze in de weer bij
scheepswerf De Donge in
Raamsdonksveer.
door Ine Kleemans
Tussen de acht maanden
en anderhalf jaar vakwerk
alvorens weer een 'kindje'
van zo'n zestig bij twintig
meter de helling afglijdt. Op weg
naar Vlissingen, want op die grote
re werf van het bedrijf vindt de af
werking van de 12 meter hoge bag
gerschepen plaats.
De Donge is één van de oudste
scheepswerven van West-Brabant
en inmiddels marktleider als het
gaat om schepen met baggerkra-
nen. Jaarlijks kiezen twee tot drie
schepen het ruime sop.
Ook elders in de wereld zijn de
specialisten aan het werk. Sinds
2005 maakt De Donge een zelf ont
worpen baggerkraan, de Backacter.
Met een maximale inhoud van de
graafbak van maar liefst 25m3 kan
die bijna een vrachtwagen zand of
steen in keer één uitgraven.
Sinds die tijd kan de werf de vraag
bijna niet meer bijbenen, vertelt di
recteur Klaas van Brakel. „Ze gaan
als warme broodjes. Zelfs de sche
pen voor de eigen vloot zijn al ver
kocht voor ze klaar zijn." Dus vlug
de loods weer in en nog meer snij
den, lassen, branden en schilde
ren. En dat is nu precies waar de
schoen wringt, want vaklieden
zijn in de scheepsbouw een steeds
zeldzamere soort.
Door het tekort aan nieuw bloed
vormt het bedrijf inmiddels ook
de thuisbasis voor veel Oost-Duit
se en Poolse werklieden. Bedrijfs
leider Kees van Vugt noemt de ver
grijzing een groot probleem. „Jon
ge vaklui zijn niet meer te krijgen.
Vroeger had je nog een specifieke
reld en tamelijk fysiek. Naar de
sportschool is met dit werk echt
niet nodig, want we klimmen de
hele dag. Tillen gebeurt dan wel
met kranen, op een bepaald mo
ment zullen de losse delen toch
nog onderdeks moeten worden ge
monteerd. En dan houd je wel
hoekplaten van tien kilo om
hoog." En in positie urenlang in
een dubbelen bodem lassen, heeft
volgens Van Vugt ook niet ieders
voorkeur. „Daarom vinden wij het
bij De Donge zo belangrijk dat alle
mensen meer en minder geliefde
klussen doen. Of je hier nu lang
werkt of dat je bent ingeleend via
een detacheringbureau. Dat komt
de sfeer alleen maar ten goede",
vindt Van Vugt. Verschoor beaamt
dat: „Ach, ik heb een tijdje op kan
toor gezeten", zegt hij. „Maar dat
beviel me niet. Op de werkvloer
ben je tenminste onder de men
sen."
tere tank bezig bent. Duitsers, Po
len en Nederlanders allemaal door
elkaar; ervaren met minder erva
ren lieden. Allemaal op projecten,
waarbinnen we onze eigen aanpak
bepalen. Soms zit er wel weken
werk in een scheepsonderdeel."
Het blijft hem boeien: „Saai is het
nooit, want je doet steeds iets an
ders. Ie bouwt iets, je kunt je crea
tiviteit kwijt en hebt nog veel vrij
heid ook."
Over de lawaaiige omgeving of de
kou heeft hij geen klagen. „We
hebben gehoorbeschermers en
werken onder dak. Als het eens
wat kouder is, drinken we maar
een keer extra koffie."
T\vee baggerschepen verrijzen nu
in de 150 meter lange loods in
Raamsdonksveer. Ondanks de ver
beterde werkomstandigheden echt
een zware klus. Piet Verschoor
(56) (bijna veertig dienstjaren):
„Het is hier een echte mannenwe
opleiding voor de scheepsbouw,
maar die bestaat niet meer."
Toch is dit niet eens zijn grootste
zorg, want gemotiveerde medewer
kers kunnen intern bij De Donge
ook alles leren. „Maar de jeugd wil
tegenwoordig veel liever achter de
computer. Terwijl de scheeps
bouw heel veelzijdig is, al lang niet
meer zo zwaar en bovendien een
plek is waar een vakman nog eens
goed kan verdienen."
De mensen die al langer op de
werf rondlopen vertellen enthou
siast over hun vak: „Het zien
groeien, van bodemplaat tot laat
ste stukje dek." Er staan altijd
weer collega's foto's te maken als
zo'n baggerreus in de Maas be
landt.
Tevoren zijn ze de prikklok dan
ook al heel wat keren gepasseerd
en is er nog meer metaal door hun
handen gegaan. Eén van hen is ij
zerwerker Dick van Zwietering,
die er niet over raakt uitgepraat:
„We werken meestal met z'n twee
ën, of in groepjes als je in een gro