Het kind raakt
uit de gratie
'Het is tegenwoordig
overal raak: blèren,
schreeuwen, rennen'
v13
PZC Zaterdag 8 september 2007
Gillend rent het jochie de ijs-
zaak in: 'IJssie! IJssie! IJssie!'.
Zijn moeder pakt hem bij de
arm. „Houtsjemuil! Je hep
net een bak friet in je mik."
De jongen, een jaar of 5, lijkt het niet te ho
ren. Hij spant zijn hele lichaam en
schreeuwt nog eens: 'IJssie! IJssie! IJssie!'.
Een jong stel dat achterin van een sorbet
geniet, kijkt elkaar meewarig aan. „Zoutie
een ijsje willen?", zegt hij. Zij lacht even
en schudt haar hoofd.
Zelf hebben ze geen kinderen en ze den
ken er sterk aan er ook niet aan te begin
nen. „Eerlijk gezegd storen we ons meer
en meer aan kinderen", zegt hij. „Het is
feestjes naar K3, van scouting naar bijles.
„Veel kinderen leiden een zeer onrustig be
staan", vindt De Hoog.
Dat alles nog los van het bombardement
aan indrukken dat op ze afkomt via de mu
ziekclips en computerspelletjes. „De be
roemde R's van rust en regelmaat ontbre
ken vaak. Daar worden kinderen een beet
je gek van."
Ouders willen altijd dat hun kind gelukkig
wordt, zegt Dicky Pronk, directeur van het
opvoedkundig adviesbureau Radius in
Baarn, „maar een kind dat alles mag en al
les krijgt, wordt niet per definitie geluk
kig." De grote gezinnen van vroeger zijn
vervangen door kleine gezinnen met een
koploper in Europa met het aantal restau
rants, hotels en campings waar kinderen
niet welkom zijn. Ook in België, althans
Vlaanderen, zijn er problemen. Zo debat
teerde het parlement daar al eens over het
toenemend aantal mensen dat naar de zo
geheten vrederechter liep, omdat ze zich
ergerden aan kinderdagverblijven in de
omgeving. De buren klaagden dat kinde
ren te veel in de tuin speelden en lawaai
maakten. Diverse verblijven moesten ver
huizen.
In Nederland is er nog geen opvallende
rechtszaak geweest, maar alles wijst erop
dat die niet lang op zich laat wachten. Ne
derlanders, concludeert Pronk, „zijn over
De weerzin tegen kinderen groeit. De vraag naar kindervrije vakantiebestemmingen
neemt flink toe en restaurants die kinderen weren, zijn populair. Driekwart van
de ouders vindt kinderen van anderen brutaal en asociaal en inmiddels kiest één
op de vier hoger opgeleide stellen bewust om geen kinderen te krijgen.
„Als ik het niet verwekt heb, wil ik er ook geen last van."
door Dick Hofland illustratie Wanz
schering en inslag. Of je nou in een vlieg
tuig zit, een restaurant, een hotel, een cam
ping, overal is het tegenwoordig raak:
schreeuwen, blèren, rennen."
De weerzin tegen kinderen groeit. Recent
bleek uit diverse onderzoeken dat drie
kwart van de ouders andermans kinderen
brutaal, asociaal en ongehoorzaam vindt.
Tevens gaat één op de drie kampeerders
het liefst naar een camping zonder kinde
ren. De vraag naar kindervrije vakantiebe
stemmingen groeit. Een kwart van de ho
ger opgeleiden kiest er al voor bewust kin
derloos te blijven. Zij kunnen rekenen op
veel steun, zo blijkt uit diverse fora op in
ternet (zie kader).
Kees de Hoog zoekt naar een vriendelijk
woord. Zegt dan: „Kinderen zijn tegen
woordig nogalvrijpostig." De hoogleraar
gezinssociologie aan Wageningen Universi
teit vindt dat aan de ene kant wel leuk,
maar ziet tegelijk dat ze zich behoorlijk
misdragen. „In Frankrijk zitten kinderen
in een restaurant keurig aan tafel, heel be
leefd, bijna als schoothondjes. In Neder
land lopen ze te rennen, gillen en brullen.
Niet ieder kind hoor, maar best wel veel."
Hij constateert dat Nederlandse kinderen
zeer veeleisend zijn. Dat ze door hun
ouders worden verwend 'omdat het de
kinderen aan niets mag ontbreken en ze
daarom in alles hun zin krijgen'.
Op woensdagmiddag gaat hij graag bood
schappen doen en komt dan in de super
markt allemaal karretjes tegen waar kinde
ren voorop zitten 'die voor een belangrijk
deel bepalen wat er wordt ingeslagen'. Hij
wil niet zeuren, maar vroeger was dat toch
echt anders. Toen werden kinderen niet
van hot naar her gesleept, van sport naar
muziek, van pony's naar vriendjes, van
of twee kinderen, die snel als prinsjes en
prinsesjes worden gezien. „Dat is niet goed
voor de ontwikkeling van een kind", stelt
Pronk. „Want kinderen moeten in aanra
king komen met de normen en waarden
van de maatschappij. Ze moeten vooral
buiten kunnen spelen en daarvoor is zeker
in de Randstad nauwelijks nog ruimte.
Wie niet in bomen kan klimmen, hutten
kan bouwen en vuurtjes kan stoken, ik
noem maar wat, zal dat op een of andere
manier in de winkelstraat of de super
markt gaan uitproberen."
Kinderen, willen De Hoog en Pronk maar
zeggen, gaan gebukt onder behoorlijk veel
stress. Ze hebben een druk sociaal leven.
Moeten al vanaf hun derde Ieren lezen en
schrijven, terwijl dat heel slecht voor hun
ontwikkeling is. Pronk: „De kleuterklassen
moeten terug, dan kan een kind nog ge
woon kind zijn." Ze worden weggestuurd
van het schoolplein als ze daar willen voet
ballen. Hebben gespannen ouders van wie
ze een zo hoog mogelijke opleiding moe
ten volgen. De Hoog: „Want een witte
boord heeft in Nederland veel meer aan
zien dan een blauwe."
Al die spanning moet er uit. Pronk: „Dat
leidt tot druktemakers, die lopen te
schreeuwen en te gillen waar dat niet op
prijs wordt gesteld." Laten we eens een
beetje tot onszelf komen en wat gas terug
nemen, stelt De Hoog voor. „Een beetje
strenger is best op zijn plaats. Ik heb het
niet over slaan, maar over niet meer aan
alles toegeven en kinderen niet constant
overal maar naartoe brengen. Ik weet het,
ik ben een beetje moralistisch, maar dat is
voor iedereen beter."
Als er geen kentering komt, gaan we Enge
land achterna. Het Verenigd Koninkrijk is
het algemeen een enorm individualistisch
volkje. Erg egocentrisch; ik ga altijd voor."
Een groeiend aantal mensen wil in elk ge
val niet meer met kinderen worden gecon
fronteerd. Zo heeft de Rotterdamse bistro
St. Paul's al twee jaar zeer tevreden klan
ten dankzij een klein geplastificeerd bordje
bij de ingang: 'Kinderen tot 12 jaar geen
toegang'. Eigenaar Paul Erkelens besloot
tot die stap, omdat er geregeld kinderen gil
lend door het restaurant renden. „Ik ben
geen kinderhater, maar ook geen kinder
vriend", zegt hij. „Ik vind de aandacht nog
al overdreven en ik verbaas me nog altijd
dat het zoveel reacties oplevert."
De meeste collega's zijn er niet zo openlijk
over. Het is nog altijd een taboe. Volgens
een onderzoek van Misset Horeca is het
echter opmerkelijk dat er in de Randstad
weinig kindvriendelijke restaurants zijn.
Ook melden veel zaken op hun internetsi
te niet voor niets duidelijk dat het na 19.30
uur een stuk rustiger is. Dan zijn er amper
nog kinderen. Het Amsterdamse restau
rant Strand West profileert zich weliswaar
als een plek voor iedereen, maar meldt na
drukkelijk dat er ook kindervrije plekken
zijn.
Paul Erkelens van St. Paul's wil er
verder geen woorden aan vuil ma
ken. Dat doet hoogleraar gezinsso
ciologie De Hoog wel. In de jaren
vijftig, vertelt hij, waren er heel veel kinde
ren en die konden op straat spelen. „Je had
één of twee gekken in de buurt, die een
bal niet teruggaven of een bordje hadden
geplaatst met 'hier geen fietsen'. Dat wa
ren de zuurpruimen en die konden reke
nen op de hoon van de omgeving. Bijna
niemand ergerde zich aan die kinderen."
Vandaag de dag zijn er veel minder kinde
ren op straat. Ze zijn zeldzamer geworden,
dus vallen ze meer op. Daarom wordt er
ook meer op ze gelet. „Nu zie je vaak
ouders tussenbeide komen, vooral als hun
kinderen worden beledigd. Terwijl kinde
ren dat vroeger allemaal zelf oplosten."
„Je ziet in de hele samenleving dat we ge
woon veel minder van elkaar kunnen heb
ben. In het verkeer, in de buurt, in de su
permarkt. )e kunt bijna niets meer zeggen
of je krijgt een grote bek terug. In die ont
wikkeling past ook de groeiende onver
draagzaamheid tegenover kinderen."
Die trend is nu al goed zichtbaar bij reisor
ganisaties, waar de vraag naar reizen voor
volwassenen (de Adult Only Reizen) fors
groeit en vooral gewild is bij kinderlozen.
Rond de Middellandse Zee, met uitzonde
ring van het van oudsher zeer kindvriende
lijke Italië, zijn er momenteel tientallen
kindervrije hotels voor Nederlanders.
„Mensen vragen tegenwoordig heel na
drukkelijk of we vakanties hebben waar ze
geen kinderen tegenkomen", zegt de
woordvoerder van TUI, de overkoepelen
de organisatie van Arke, Holland Interna
tional en Kras. Volgens haar heeft het te
maken met de ontwikkelingen in de maat
schappij. „Mensen worden steeds kriti
scher en veeleisender. Ze weten steeds be
ter wat ze willen en wat ze vooral niet wil
len."
Voor Hugo van der Poel, hoofddocent so
ciaal-culturele wetenschappen aan de uni
versiteit van Tilburg, is de meest logische
verklaring dat mensen het steeds drukker
hebben gekregen, ook in hun vrije tijd.
„Nu is er een groep die zegt: wij willen éch
te vrije tijd. Die willen we inrichten zoals
wij willen. Als je echt rust wilt, dan horen
daar geen kinderen bij, want dat is onrust
door het schreeuwen en rennen. Het past
in de ontwikkeling van wellness, ontspan
ning."
Onderzoekers bespeuren dat een groeiend
aantal mensen kinderloos wil blijven. Dat
begint bij hoger opgeleiden en zal op den
duur doorwerken naar andere lagen van
de bevolking. Aangezien kinderen worden
beschouwd als een cultuurgoed, heet die
ontwikkeling 'het zinken van het cultuur
goed'.
Dit leidt tot nog minder kinderen, temeer
daar er ook sprake is van een vergrijzing
van de bevolking die in de komende decen
nia flink toeneemt. De Hoog: „Hoe minder
mensen kinderen hebben, hoe meer men
sen zich zullen storen en ergeren aan an
dermans kinderen."
Volgens trendwatcher Adjiedj Bakas ont
staan er in Nederland verschillende 'tri
bes', stammen. „Binnen de eigen tribe
voelt men zich prettig. Uitwisseling tussen
de verschillende groepen gebeurt alleen als
het noodzakelijk is. De tribe zonder kinde
ren begrijpt de tribe met kinderen niet, en
wil dat ook niet. Gezinnen zonder kinde
ren zoeken elkaar op en de gezinnen met
kinderen doen dat ook. Die trend zet zich
de komende jaren door en zal alleen maar
duidelijker worden. Alleen op afroep doe
je iets met een lid van een andere stam.
Niet langer dan een uur, dan is het mooi."
Het jonge stel in de ijssalon ziet hoe het
krijsende joch geen ijsje krijgt en door zijn
moeder wordt meegesleurd. „Hè, hè, einde
lijk van dat geblèr verlost", zegt de man.
„Pas zei een vriend van ons iets, waar ik
het helemaal mee eens ben: 'Als ik het niet
verwekt heb, wil ik er ook geen last van'."