'Dit zou mij nóóit gebeuren' PZC Zaterdag 8 september 2007 Op 30 mei om 14.15 uur opent Ilse Donkers (33) uit Chaam de deur van haar auto. Een seconde later doet ze de verschrikkelijkste ontdekking die een moeder kan doen. Op de achterbank, in het kinderstoeltje, zit het levenloze lichaampje van haar elf maanden oude zoontje Chris. Pas op dat moment realiseert ze zich dat ze hem die ochtend vergeten is naar het kinderdagverblijf te brengen. Chris heeft ruim zes uur in de auto gezeten en is overleden door uitdroging. door Cyril Rosman Drie maanden na de dood van hun zoon vertellen moe der Ilse en vader Jeroen Zoon (31) over verdriet, ver klaringen, schuld en hoe het nu verder moet. Ilse: „Ik had heel die woensdag fijn voor de klas gestaan op m'n school De Akker- winde in Baarle-Nassau, daarna had ik een korte vergadering en heb ik nog wat werk van de kinderen nagekeken. Na een laatste rondje door de klas, liep ik vrolijk de trap af, wenste een collega een fijne middag en liep naar mijn auto. Ik wilde Chris gaan op halen bij het kinderdagverblijf Op de se conde dat ik de autodeur opendeed, werd me duidelijk welke nachtmerrie zich had voltrokken. Mijn wereld stortte in. Hysterisch haaide ik Chris uit de auto, ho pend dat hij nog leefde. Een collega heeft hem nog geprobeerd te reanimeren. Tever geefs, Chris was al dood. Inmiddels ver keerde ik in een shocktoestand." Jeroen: „Ik was aan het werk op kantoor. Een vrouw belde me, ik weet nog letterlijk wat ze zei: 'Ik ben een collega van Ilse en ik weet niet precies wat er gebeurd is, maar ze zijn Chrisje aan het reanimeren'. Ik heb de telefoon laten vallen en ben naar Baarle-Nassau gereden. Op het moment dat ik in de auto stapte wist ik al dat ik mijn zoon had verloren. In de auto vroeg ik me af wat er gebeurd kon zijn? Is hij ge stikt tijdens het slapen? Verkeerd gevallen? Iets anders kan er toch niet gebeurd zijn op een kinderdagverblijf? Ik heb zelfs ge dacht aan een psychopaat die met een ge weer had staan schieten. Toen ik bij school aankwam, zag ik dat Ilse helemaal hysterisch naar de koffiekamer werd gebracht. Dat bevestigde direct mijn vermoeden: Chris was dood. Daarom ben ik direct naar Ilse gegaan. Ze zei: 'het spijt me zo' en 'sorry'. En dat ze het zó ontzettend erg vond. Ze zei dat ze Chris in de auto had laten zitten. In België was een week eerder hetzelfde gebeurd, dus meer uitleg had ik niet nodig. Ik heb Ilse vastgehouden en getroost. Ik voelde verdriet, een heel groot verdriet. Chris was mijn dierbaarste bezit. Ik voel nu nog steeds onmacht, wanhoop en onrecht." Ilse: „Uiteraard was Chris mijn dierbaartse bezit. Ik heb geen enkel moment die dag getwijfeld of ik hem had weggebracht. Het was een schooldag als altijd. Eenmaal op mijn werk aangekomen, was ik volledig op mijn werk gericht en werd ik meegesleept in de hectiek van die ochtend." Jeroen: „Ik heb eenzelfde geval ooit al eens in een afle vering van Oprah Winfrey gezien. Toen had ik al meteen begrip voor de familie die dit was overkomen. Het ligt blijkbaar aan de manier waarop je hersenen werken. In ons geval is de weg naar school precies de zelfde als die naar het kinderdagverblijf. Ie kon Chris niet zien zitten in de autospie gels en je hoorde hem ook zelden of nooit. Als je even afgeleid wordt, is er niets meer dat je eraan herinnert dat je, op weg naar school, nog naar het kinderdagverblijf moet." Onderweg heeft Ilse nog in de ach teruitkijkspiegel gekeken naar de achterbank en gedacht aan dat re cente geval in België. 'Misschien moeten we het kinderstoeltje zo zetten dat ik Chris kan zien', dacht ze. Op het moment dat ze langs de school reed en haar hersenen besluiten om de par keerplaats van de school op te draaien, in plaats van vijftig meter verder te rijden naar het kinderdagverblijf, verdween Chris uit haar systeem. Ilse zag direct na het parkeren van haar auto op de parkeer plaats bij school twee collega's die ze nog even nodig had en omdat Chris inmiddels in haar 'systeem' wel was weggebracht naar het kinderdagverblijf, heeft ze haar spullen gepakt en de deur dicht gedaan. Het is iets wat dagelijks bij veel mensen ge beurt: je vergeet iets totdat je het ziet lig gen of iets anders je eraan herinnert. Het heeft te maken met vaste denkpatronen die worden aangestuurd door de hersenen en die hersenen maken geen verschil tus sen een kind of iets anders. Dat besef heeft ons enorm geholpen bij de verwerking. Was het maar niet zo warm geweest die dag, was Chris maar niet bijna onzichtbaar geweest door het zonwerende gordijntje, had Ilse's tas maar op de achterbank gele gen, had het kinderdagverblijf maar ge beld, was Chris maar niet zo lief en stil ge weest, hadden die collega's daar maar niet gestaan... Er zijn zo veel dingen die anders hadden kunnen lopen, maar helaas zat al les die dag tegen." Jeroen: „Het kinderdag verblijf heeft geen contact met ons opgeno men toen ze merkten dat Chris er niet was. Dat staat niet voorgeschreven in het protocol. Ik vind het erg jammer dat nie mand eraan gedacht heeft dat te doen in al die tijd dat zij Chris hebben gemist. Maar dat is nu eenmaal zo. Die mensen moeten er ook mee om leren gaan. Ik verwijt de mensen niets, maar wel de beleidsmakers. Hoe is het mogelijk dat iets dergelijks ont breekt in het protocol? Het lijkt mij één van de eerste regels die je opstelt." Jeroen: „Wout, de vijfjarige broer van Chrisje, was die woensdagmiddag bij oma. Zij heeft hem naar ons huis gebracht. Ik ben op mijn knieën voor hem gaan zitten en heb verteld dat Chrisje niet meer thuis zou komen, omdat hij dood is. Aan onze tranen zag hij dat het serieus was, we heb ben met z'n drieën nog even gehuild. Ge lukkig heeft hij nog een leeftijd waarop hij nog niet alles helemaal beseft. De dag erop vroeg hij waarom wij nog huilden, want Chrisje was toch gisteren dood gegaan." Il se: „De eerste dagen zijn we bezig geweest met het zo goed mogelijk afscheid nemen van onze Chris. Tegelijkertijd vertelde ik aan iedereen die het horen wilde, wat er was gebeurd en hóe het heeft kunnen ge beuren. Door die gesprekken heb ik alles voor mezelf op een rijtje kunnen zetten: dat het uiteindelijk niet meer is geweest dan een kleine, menselijke vergissing, met een enorm groot gevolg. De afloop was fa taal doordat alles die dag tegen zat. Dat be sefis belangrijk voor mijn verwerking. Ook belangrijk is de wetenschap dat ieder een fouten maakt in zijn leven. Mijn schoonvader zei dat bijna elk ongeluk be gint bij een menselijke fout: een vliegtuig dat naar beneden stort, een verkeersonge val. Zijn dit dan allemaal slechte mensen? Natuurlijk niet, fouten maken hoort bij het menszijn, het is alleen afschuwelijk als het ineens jezelf treft. Na een paar dagen ben ik alles op gaan schrijven in een dagboek. Het gaf me een gevoel van inner lijke rust. Met alle foto's die van Chris ge nomen zijn, in de elf maanden dat hij bij ons is geweest, heb ik een 'Chrisje-boek' gemaakt. Als ik het boekje doorkijk, krijg ik weer even het gevoel Chrisje bij me te hebben." Jeroen: „In de dagen na de dood van Chris hebben we ongeveer 500 brieven en kaar ten gehad, uit heel Nederland, zelfs van mensen die ons niet kennen maar ons toch wilden steunen en troosten. We hebben hechte families en een goede vriendenkring die ons helpen bij de ver werking. Ook hebben we hulp van een psycholoog. Ilse heeft geweldige vriendin nen die vastberaden zijn ons er doorheen te slepen. Allemaal hebben ze kinderen die ze naar crèches en scholen brengen. Ze zijn verdrietig, maar ook geschrokken. Als het Ilse kan overkomen, kan het hen ook overkomen. Ilse staat bij hen bekend als een lieve, zorgzame en toegewijde moe der." Ilse: „Mijn collega's op school hebben veel begrip. Alles heeft zich bij school afge speeld. Zij hebben dit ook een plaatsje moeten geven. Dat geldt ook voor de kin deren uit m'n klas. Ik heb veel mooie teke ningen en kaarten van ze gehad." Jeroen: „Er zijn ook veel boze reacties geweest. Op de condoleance-site voor Chris gingen sommige mensen hard tegen Ilse tekeer. Die mensen vormen in hun hoofd een beeld van een gezin waarin haast en druk te regeren en er geen tijd is voor liefde en geborgenheid. Ik hoop dat die boosheid voortkomt uit de liefde voor hun eigen kin deren, want kloppen doet dat beeld niet." Ilse: „Ik heb dit niet laten gebeuren, het is me gewoon overkomen. Compleet on schuldig en met de beste bedoelingen ging ik die dag werken en me inzetten voor an dermans kinderen. Weet je: wat die moe der in België was overkomen, zo'n vreemd en niet te begrijpen ongeval, zou mij na tuurlijk nóóit kunnen gebeuren. Ik was im mers een zorgzame, gestructureerde en lief devolle moeder, die alles onder controle had. Helaas is de waarheid anders. De woorden 'dat zal mij nooit gebeuren' zul je me niet snel meer horen zeggen." Jeroen: „Een bepaalde mate van ongeloof bij mensen is zeker niet verkeerd, dat ge voel hebben we zelf ook gehad en hebben we af en toe nog steeds. Maar als mensen echt bot gaan reageren op een condolean cesite, dan denk ik dat ze verkeerd bezig zijn. Natuurlijk heeft dit ongeluk veel im pact gehad op onze relatie. Maar ik verwijt Ilse niets. Het had mij net zo goed kunnen overkomen. Wat telt is dat we samen een geweldige zoon hadden. En die zijn we ver loren. Hoe of wat, dat maakt niet meer uit. Samen met Wout willen we verder. De schuldvraag is geen onderwerp meer." Ilse: „Ik besef dat ik altijd die moeder zal zijn die haar zoon 'vergeten' is, maar al leen in die hele korte vergissing ligt mijn schuld, niet in de verschrikkelijke afloop. De dood van Chris was een tragische sa menloop van omstandigheden, die ik niet had kunnen voorzien. Iedereen kent wel een verhaal van een kind dat bijna stikt, valt of verdrinkt. Gelukkig loopt het bijna altijd goed af. We hebben pech gehad in de meest dramatische zin van het woord." 'Op de seconde dat ik de autodeur opendeed, werd me duidelijk welke nachtmerrie zich had voltrokken'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 95