Vrouwelij ke Kaïn en Abel mm MISDAAD urtVijowlPêtó» fênnëcÜ;Y Kennedy's brein v17 PZC Zaterdag 8 september 2007 door Jaap Goedegebuure illustratie Martien Bos Het verhaal van twee rivalise rende broers zit rotsvast in ons collectieve geheugen ge beiteld. We kennen het van het Bijbelse duo Kaïn en Abel, van de mythologische tweeling Ro mulus en Remus en van talloze troonpre tendenten die elkaar met geweld, list en be drog belaagden. Merkwaardig toch dat de hoofdpersonen van al die familiedrama's van het manne lijk geslacht zijn. Hoe zit het met zussen die elkaar naar het leven staan? Zijn ze er niet of nam niemand de moeite het relaas van hun haat en nijd op te tekenen? Het eerste is uiterst onwaarschijnlijk, het twee de een kwestie van doen. lowie Schmitz, twee jaar geleden debute rend met de roman Leopold, schreef een vrouwelijke pendant van Kaïn en Abel. Kus van je zus heet haar familiesaga. Wie de inleiding van deze recensie aandachtig heeft gelezen, zal begrijpen dat de kus uit de titel wel eens een Judaskus zou kunnen zijn. En inderdaad, het gaat in dit boek over loyaliteit versus verraad, aanhankelijk heid die botst met wraakzucht. Vera, de ik-figuur van Schmitz' roman, profileert zich als de Assepoester van de ge schiedenis. Marrit werd door moeder voor getrokken, was zeer gewild bij de jongens, koeioneerde de jongere Vera en stelde haar zoveel mogelijk in een kwaad dag licht. En als ze, wat om de haverklap voor kwam, een vriendje wilde dumpen, moest zuslief maar zo goed zijn het afdankertje over te nemen. Het is me de akte van beschuldiging wel. Of hij ook overeenstemt met de waarheid, is de vraag. Sterker nog, om deze vraag draait het verhaal. Door Vera ertoe geprest om al het oud zeer definitief uit te praten, komt Marrit niet veel verder dan de consta tering dat haar beeld van het verleden er veel minder zwart-wit uitziet. Vera is dege ne die de verhouding steeds op scherp zet, bijvoorbeeld door de uit- praatsessie te verpesten met gebok en gemok of het afvuren van sarcas tische e-mails. Of door zich te hul len in de rol van de zielenpoot, iets dat haar bijzonder goed afgaat. De relatie tussen de zussen wordt ge compliceerd door de omstandigheid dat Marrit, op het moment dat Vera haar relaas begint, doodziek is en grote kans loopt te overlijden. Vera voelt zich verantwoordelijk voor de genezing. Ze stelt zichzelf een ultimatum: binnen een maand (niet toevallig de tijdsspanne die haar scheidt van haar dertigste verjaardag) moet ze Marrit uit de klauwen van de dood hebben gered. Uit Vera's voornemen kun je met enige mensenkennis twee dingen afleiden. Vera kampt met een of andere vorm van dwang- neurose en gaat bovendien gebukt onder een torenhoog schuldcomplex. Is dat eer ste fenomeen vooral interessant voor psy chologen, al dan niet van de kouwe grond, het tweede bestempelt de hoofdpersoon tot een waardige vertolkster van de Kaïn-rol. Want de man uit Genesis die met veel nadruk verklaarde dat hij toch vooral niet zijn broeders hoeder wilde zijn, moet zich verschrikkelijk schuldig hebben gevoeld aan de dood van diezelfde broer. Nu gebiedt de waarheid te zeg gen dat Vera, anders dan haar oudtestamentische model, haar zuster niét heeft vermoord. Ze gebruikt Marrits dominantie alleen maar als excuus voor eigen falen. Natuurlijk, een sterkere en mooiere vrouw boven je moe ten dulden, is geen pretje. En dat je daar rancuneus van wordt, is behalve begrijpe lijk ook vergeeflijk. Maar dat neemt niet Jowie Schmitz weg dat er wel heel veel mislukkingen en frustraties op Marrits conto worden geschreven. Vera is wat je noemt een onbetrouwbare verteller. Haar kijk op de gebeurtenissen wordt bepaald door een hardnekkige nei ging tot het opdissen van verzinsels en het onvermogen daarvan los te komen. Gewor teld als ze zijn in een giftige bodem, dijen die fantasieën uit tot wanen en obsessies. Dat maakt het voor de nuchtere en realis tische beschouwers, die wij toch geacht worden te zijn, bijzonder moeilijk onder scheid te maken tussen waar en onwaar. Zo verandert Marrits ziektegeschiedenis ge leidelijk in die van Vera. Die raakt niet al leen verstrikt in de knoop van haar zusters haatliefde, maar ook in de gevoelens van hoop en angst die worden gemanipuleerd door haar vaste vriend Herman, een man die in Bel gië luxe sanitair is gaan uitven ten, maar niet terugkomt. Om te symboliseren wat dat met Vera doet, heeft Schmitz bij wijze van running gag een niet te ontstoppen en voortdu rend overlopende wc ingelast. Ik vind dat wel iets te veel van het goede. Dat kan ook worden gezegd van de buurman aan de overkant, die door Vera geregeld wordt be spied terwijl hij in bad zit, als was hij een gedroomde Herman. Het zijn repeterende breuken in een roman die aardig en vlot begint, maar meer en meer vaart verliest. Jowie Schmitz: Kus van je zus. Uitgave Cos- see. 186 blz. 16,90 euro door Peter Kuijt Henning Mankell Vertaling Carole Post van der Linde. Uitgeverij De Geus. 377 pag. 22,90 euro. In 1985 zag de Zweedse misdaadauteur Henning Mankell bij de westgrens van Zambia met Angola een jonge Afrikaanse man aan aids sterven. Dat was de eerste keer, maar niet de laatste. „De herinnering aan zijn gezicht is de hele tijd dat ik dit boek plande en schreef levend geweest", schrijft Man kell in het nawoord van zijn jongste misdaadro man Kennedy's brein. Hoewel de titel anders doet vermoeden is Kenne dy's brein een 'Afrikaanse' roman van Mankell, die heel veel liefde koestert voor het continent. Inspecteur Kurt Wallander is in geen velden of wegen te bekennen. Hier is de hoofdrol wegge legd voor de Zweedse archeologe Louise Cantor. Zij leidt een opgraving in Griekenland, maar keert tussentijds terug naar Zweden omdat zij een lezing geacht wordt te houden over 'de zwar te kleur van klei'. Dat geeft haar de gelegenheid om haar zoon Henrik op te zoeken in Stockholm. Maar zij treft hem dood aan in zijn appartement. Zelfmoord, zeggen de instanties. Louise Cantor gelooft daar niets van. Zoals een archeoloog uit scherven en fragmen ten een ver verleden probeert te reconstrueren, zo gaat Louise Cantor te werk bij het in kaart brengen van het leven van haar zoon. Ze komt erachter dat ze Henrik eigenlijk helemaal niet goed kende. Haar zoon leidde een voor haar to taal verborgen leven. Met Aron, Henriks vader van wie Louise Cantor vervreemd is geraakt, reist ze de wereld rond om meer te weten te komen van haar zoon. Haar zoektocht brengt haar in Mozambique en in afge legen oorden waar doodzieke aidspatiënten hun dagen liggen af te tellen. Als ze daartoe al in staat zijn. De ellende die Henning Mankell beschrijft, is tastbaar. Het is woede die hem dreef om Kenne dy's brein te schrijven, meldt Mankell in zijn na woord. Die woede spat de pagina's af Woede over het feit dat een heel continent aan zijn lot wordt overgelaten, woede over die Zuid-Afri kaanse blanken die de trein of de auto naar Ma puto nemen op zoek naar 'zwarte poezen'. Ver woord in een bevlogen, magnifieke stijl: in sim pele zinnen van peilloze diepten. Maar Mankells woede heeft hem bij het schrij ven ook dwarsgezeten. Te veel vragen zijn on beantwoord gebleven. Hoe kwam Henrik eigen lijk aan zo veel geld? Wie zit er eigenlijk achter de moorden, niet alleen op hem, maar ook op an deren? En de titel Kennedy's brein, verwijzend naar de verdwenen hersenen van de vermoorde president, lijkt er een beetje met de haren bijge sleept. Kennedy's brein maakt vooral veel indruk, omdat het boek door Henning Mankell met compassie geschreven is.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 103