Ouders vr
Uit het dagboek van Tanja
1 2 I Woensdag 5 september 2007 PZC
21 fuli 2006 Ik heb
een of andere obses
sie met stations. Heel
vaak fantaseer ik dat
ik op het station Gro
ningen, Amsterdam
of Utrecht een koffie
koop, of iets gebak
kens en dan in de
trein stap.
23 juli 2006 Ik heb zo ongelooflijk veel zin om naar huis
te bellen, maar ik zie maar geen kans om dat voor elkaar
te krijgen. Het leger is nu in het dorp. Ik denk niet dat er
ergens een plek is om internationaal te bellen. Ik denk dat
ik na Marloes ook Ellen verlies. Alleen mama schrijft me
af en toe een boze brief Ik snap het niet, ik dacht dat alles
beter zou worden nadat mama hier is geweest. Maar het
lijkt alleen maar erger te zijn geworden. Ik voel me vrese
lijk, Jans, ik mis mijn familie, ik mis jou, mijn land. Maar
ik hoop dat ik over een jaar word uitgezonden, misschien
wel naar Europa.
23 augustus 2006 Ik heb naar huis gebeld! Zonder toestem
ming en nu is Frits boos op mij, maar dat kan me niet
schelen. Het was geweldig om hun stemmen te horen. Ma
ma moest huilen, papa ook. Nu kan ik alleen maar wach
ten op straf. Iedereen mag bellen, behalve ik. Vind je dat
niet belachelijk? Misschien laten ze me wel voor altijd hier
in de jungle zitten, of misschien mag ik nooit meer met
missies naar buiten meegaan na deze doodzonde. Eigen
lijk wil ik dat toch niet, het maakt me niets uit.
24 november 2006; Ik ben moe, ik ben de FARC moe, ik
ben de mensen zat, ik ben het gemeenschapsleven zat. Ik
ben het zat om nooit eens iets voor mij alleen te hebben.
Het zou nog allemaal de moeite waard zijn als ik wist
waarvoor we vechten. Maar in werkelijkheid geloof ik er
niet meer in. Wat is dit voor organisatie, waar enkelen
geld hebben, sigaretten, zoetigheden en de rest moet bede
len, om vervolgens afgewezen en afgeblaft te worden door
de eerste groep. Het is al zo sinds ik hier bijna vier jaar ge
leden kwam en er is niets veranderd. Een organisatie waar
een meisje met grote borsten en een mooi gezichtje de he
le leiding overhoop kan halen, ook al hebben ze jaren sa
mengewerkt. Waar we de hele dag moeten werken, maar
waar de commandanten onzin uitkramen. Wie weet kom
ik nooit meer uit deze jungle vandaan! Waarom sturen ze
me in godsnaam nooit ergens naartoe? Ik weet niet wat ik
moet zeggen, ik wil hier weg, tenminste weg van deze een
heid. Maar ondertussen weet je dat je min of meer een ge
vangene bent. Wat kan je doen? Ik voel me nutteloos.
Hier heb ik geen toekomst, maar ik kan nergens heen.
Maar ik wil niet weg, ik wil alleen maar lopen, lachen,
vechten, koken, ongecompliceerd.
12 juni (zonder jaar): Gisteren ben ik zo stom geweest
om een van de commandanten openlijk te durven bekriti
seren. Ik ben en plein publique vernederd. Het maakt me
niet uit. Ik ben bekend met de hypocrisie van de FARC en
wat ze beweren, en ik heb er geen illusies over.
13 juni zonder jaar: Steeds weer diezelfde vraag: heb ik
er wel goed aan gedaan? Zou ik gelukkig zijn geweest als
ik als burger in Nederland was gebleven? Wat zou ik
doen? Zou ik les geven, vertalen, op de universiteit wer
ken of in een bedrijf? Zou ik verloofd zijn, getrouwd, kin
deren hebben? Ik ben klaar voor een verandering na deze
periode. Deze periode is als een eindpunt voor mijn leven
als guerrillero, dat leven brengt geen verrassingen meer.
Geen enkele, wat betreft personen, de vijand of de dage
lijkse taken. Ik heb alles wel gezien. Ik ben hier als een vis
in het water, de jungle is mijn thuis. De FARC zijn mijn
leven, mijn familie. Ondanks alles ben ik gelukkig als
ik ergens voor kan strijden, als ik nieuwe obstakels kan
overwinnen.
Tussen geld
Begonnen vol idealen
vervallen veel
bevrijdingslegers in
criminele daden.
door Niek Opten
foto Eliana Aponte/ Reuters
Ooit, in de jaren zes
tig, vochten de le
den van de FARC
voor hun communis
tische idealen. Maar
tegenwoordig houden de guerrilla's
in Colombia zich vooral bezig met
drugshandel. De FARC staat daarin
niet alleen. Neem het Iers Republi
keins leger, de IRA, die nog maar
kort zijn gewapende strijd tegen de
Britten in Noord-Ierland heeft ge
staakt. „Voor de vorm deed die nog
aan politiek, maar het was een
puur criminele club geworden",
zegt Gijs de Vries, tot voor kort
EU-coördinator voor terrorismebe
strijding en tegenwoordig verbon
den aan instituut Clingendael.
Voor de Abu Sayyaf-groep op de Fi-
lipijnen geldt wat hem betreft het
zelfde. Begonnen als islamitische af
scheidingsbeweging zijn de strij
ders nu vooral druk met criminele
zaken, met name ontvoeringen.
Daarmee voorzien ze niet alleen in
hun levensonderhoud, het is hun
bestaansrecht geworden.
In de wereld van terroristische en
gewapende organisaties gaat heel
veel geld om. De Italiaanse eco
noom Loretta Napoleoni becijferde
zes jaar geleden in haar boek NV
Terreur dat als al het geld in de 'ge-
weldseconomie' in een keer uit de
Westerse economie wordt gehaald
er een diepe crisis ontstaat. Het zou
gaan om een bedrag van 1,5 bil
joen (1.500.000.000.000) dollar.
Daarom is het voor velen aantrek
kelijk een oorlog in stand te hou
den vanwege de oorlog.
Dat geldt ook voor legers die ooit
op ideologische basis zijn begon
nen. De instorting van de staat in
Tsjetsjenië bood islamitische gewa
pende organisaties de gelegenheid
het land te veranderen in een over
slagplaats van drugs en wapens.
De illegale handel is samen met
witwassen en ontvoeren de belang
rijkste bron Van overleven gewor
den. Zolang de chaos blijft duren,
blijven de groepen hun territo
rium controleren én uitbuiten.
Een guerrilla voeren is een kostba
re zaak. „Terroristen financieren
hun strijd vaak met criminele mid
delen", legt De Vries uit. „Daar
door ontstaat vermenging van uit
gangspunten. In het geval van de
FARC is het middel het doel ge
worden. Een club als de Taliban
leeft weliswaar van de opiumteelt,
maar hun drijfveer is nog steeds
een politieke."
Het betekent niet dat elk rebellen
leger zich in leven houdt met cri-
minaliteit.Waarom de ene groep
de idealen trouw blijf en de ander
niet valt moeilijk te zeggen. De
duur van de strijd speelt een be
langrijke rol.
Op den duur krijgen bepaalde
mensen binnen de groep privile
ges. „Als het niet lukt om de strijd
te winnen dan proberen deze men
sen de macht te houden", vertelt
Leo van de Vlist, directeur van het
Nederlands Centrum voor In
heemse Volken. „Mensen worden
corrupt en verliezen de idealen uit
het oog. Dat is een heel menselijke
reactie."
FARC
De FARC is de oudste,
grootste en best «Bib
uitgeruste Marxistische
terreurgroep in Colombia.
Caribische Zee
Bogota
COLOMBIA
Goed georganiseerd
In 1964 besluiten leden van de
Communistische Partij in Colombia
een militaire tak op te richten, de
Fuerzas Armadas Revolucionarias de
Colombia (de Revolutionaire Strijd
krachten van Colombia): FARC.
FARC wil de Colombiaanse regering
vervangen door een marxistisch re
gime. Eerst op een pacifistische ma
nier met hulp voor de boeren. FARC
werd zeer populair. Als eerste Co
lombiaanse guerrillabeweging ver
slaan zij een legereenheid.
Rond 1980 verandert de FARC z'n
koers. Handel in drugs levert veel
geld op. Ze plegen bomaanslagen,
ontvoeren en gijzelen tientallen
mensen en liquideren tegenstan
ders. Behalve politici, zitten daar
ook onschuldige burgers tussen.
Het aantal strijders wordt geschat
op 12.000 tot 18.000. Het staat te
boek als een goed georganiseerde
en getrainde eenheid. 30 procent
van de strijders is vrouw. Ook vech- - - „,f0sr,Phk
ten veel minderjarigen mee.
Manuel Marulanda Velez (77)bijnaam Tirofijo (Scherpschutter), is sinds
de oprichting de leider van FARC. De voormalige koffieboer zou de
oudste guerrillacommandant ter wereld zijn.
Volgens het Colombiaanse leger zouden diverse Europeanen voor FARC
werken als vertaler of als contactpersoon tussen de FARC en non-gouver
nementele organisaties. Daarnaast zouden tientallen Latijns-Amerikanen
die in eigen land worden gezocht voor misdaden naar Colombia zijn afge
reisd om met de guerrillabeweging mee te vechten.
FARC wordt vermeld op diverse internationale terrorismelijsten.
De prominentste gegijzelde van FARC is voormalig senaatslid en kandida
te voor Colombiaanse presidentschap Ingrid Betancourt. Zij werd op 23
februari 2002 ontvoerd en is tot op heden niet getraceerd.
Gebieden waar de FARC actiefis
•m«w»
In de St. Nicolaaskerk
brandt een kaarsje voor
de Denekampster.
door Lucien Baard
DENEKAMP - De ouders van Tanja
Nijmeijer proberen al jaren om
haar te bevrijden uit de greep van
de guerrillaorganisatie FARC in Co
lombia. Haar moeder is er zelfs de
jungle voor ingetrokken. Maar ze
hebben bewust nooit hulp ge
zocht bij het ministerie van Buiten
landse Zaken. „Er was angst dat
Tanja wat zou overkomen, als het
ministerie zou gaan informeren.
Angst voor liquidatie, ja", zegt Ma-
riëtte Olde Dubbelink, een tante
van de 29-jarige Denekampse die
namens het gezin het woord doet.
De familie leeft tussen hoop en
vrees. Ze zijn bang dat ze nu zeker
nooit meer iets van Tanja zullen
vernemen, nu haar dagboeken in
Colombia zijn gevonden en gepu
bliceerd. Volgens deskundigen zal
het verlies van die gegevens zwaar
gestraft worden door de FARC.
Dan is haar telefoontje van 23 au
gustus haar laatste levensteken ge
weest. De familie zal in elk geval
tot vandaag hun verhaal niet doen.
Om Tanja - als ze nog leeft - niet
in extra gevaar te brengen.
17 juli: Lieve vader, moeder, zussen. Ik heb geen ant
woord gekregen op mijn laatste brief maar ik weet ook
niet of jullie hem hebben ontvangen. De postbode 'heeft
andere kleren aangedaan' en dat maakt het allemaal wat
moeilijker. Maar ik blijf het natuurlijk proberen. Mijn fami
lie is en blijft mijn familie, hoe boos en teleurgesteld ze
ook op mé zijn. Ik houd van jullie. Wat kan ik zeggen. Ik
ben maanden aan het front geweest en dat heeft wel een
effect op je. Ik heb gevochten, maar dat is niet het ergste.
Ik loop met zware
rugzakken, natte kle
ren, ik moet rennen
etc. Het is een hele in
teressante ervaring
die niemand me kan
afnemen.
Vertaling van de dagboe
ken, gepubliceerd in El
Tiempo: NOS