Hooien voor de natuur
Eens in de twee jaar terug naar Zeeland
PZC Zaterdag 1 september 2007 1 9
Op drie plekken in de
inlaag De Rietput het
gras kort. Dat
betekent dat er
regelmatig gehooid
moet worden.
foto Willem Mieras
De dreigende donkere wol
ken boven het Coese Sas
ontladen zich kort nadat de
vrijwilligers met gereed
schap en draagbaren inlaag
De Rietput induiken om te
hooien. De stortbui doet ze
de auto's invluchten. Soms
zit het mee, soms zit het te
gen. Daar leer je als natuur-
vrijwilliger mee leven.
door Rinus Antonisse
Zelfs de immer enthousiaste Ton de Ko
ning, coördinator van de beheerwerk-
groep KNNV de Bevelanden, wordt de
regen even te gortig. Het schuilmo-
ment benut hij om uit te leggen wat de leden
van de beheerwerkgroep doen. „Je moet het
niet onderschatten. Het is best zwaar werk."
Afgezien van de broedtijd, tussen april en juni,
gaan de vrijwilligers wekelijks het veld in. Ze
hebben een aantal vaste stekken in en om
Goes, waar onderhoud aan de natuur gepleegd
wordt. De Hollandsche Hoeve, de Oude Zee
dijk en De Rietput. De Koning: „Het zomer-
werk bestaat vooral uit maaien en hooien, in
het najaar en de winter is het wilgen knotten."
Het onderhoud moet de natuurwaarden in
stand houden en versterken. Met name door
de altijd oprukkende verruiging in te dammen.
De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische
Vereniging helpt op die manier de professione
le terreinbeheerders. Bij de beheerwerkgroep
zetten zo'n 25 actieve vrijwilligers zich in.
Leo Janssen, in Zeeland verzeilde Limburger,
doet al zes jaar mee. „Ik ben graag buiten aan
het werk, met de natuur bezig zijn. Voor m'n
gewone werk zit ik binnen. De werkgroep is
een ontmoetingsplek van mensen die dezelfde
hobby hebben. Het is ook een stukje maat
schappelijke betrokkenheid."
Pieter Voets is een nieuwkomer. Hij heeft zich
na een stage bij de Stichting Landschapsbeheer
Zeeland (in het kader van zijn studie tuin- en
landschapsmanagement) bij de werkgroep ge
meld. Het onderhoud in de inlaag vindt Pieter
een aardige klus. „Afgezien van de muggen is
het een leuke plek. Het is drassig en je hebt een
afwisseling van open en begroeid gebied. Dat
maakt het interessant."
De inlaag, eigendom van waterschap Zeeuwse
Eilanden, ligt er sinds 1856. In dat jaar werd de
naastgelegen Oost-Bevelandpolder getroffen
door enkele zware dijkvallen. Waarschijnlijk is
de inlaagdijk voor alle zekerheid aangelegd.
Sinds 1988 is de beheerwerkgroep van de
KNNV-afdeling er actief
Het gebiedje ziet er op het eerste gezicht ruig
uit. Behalve op de drie flinke stukken waar op
slag van bomen geweerd wordt en het gras
kort gehouden wordt. De Koning legt uit dat
het maaien en vervolgens het afvoeren van het
hooi voor verschraling zorgt. Daardoor kunnen
waardevolle planten zich ontwikkelen, zoals di
verse orchideeën, rolklaver, slanke waterbies,
heelblaadje. Er zijn bijna tweehonderd soorten
gevonden, waarvan enkele op de Rode Lijst
van bedreigde planten staan.
Het wekelijkse maaien gebeurt met behulp van
een machine. Het afvoeren is handwerk. Er
zijn enkele draagbaren beschikbaar, waarop het
hooi wordt gedeponeerd. Zo wordt het buiten
het gebied gebracht.
Verrast stelt hij vast dat volgend jaar een jubi
leum wacht: twintig jaar beheren in De Riet
put. Mooi moment om eens extra bij het be-
heerwerk stil te staan. „En om nieuwe vrijwilli
gers te werven. Want er is altijd meer werk dan
we met de groep aankunnen."
Meer informatie over vrijwilligerswerk in de na
tuur: bij Ton de Koning, 0113-311813 of via kn-
nv.nl/beveland.
bij de boer
De maatschap Poppe-Dekker heeft een
landbouwbedrijf, paardenpension en mini-
camping De Kreekrug bij Grijpskerke. We
volgen beide families wekelijks tijdens het
kampeerseizoen.
door Miriam van den Broek
Zeeland trekt. Dat geldt ze
ker voor het echtpaar
Weinberg uit het Drent
se Hoogeveen. In de ja
ren vijftig en zestig woonden ze
in Zeeland. Ze maakten de wa
tersnoodramp mee vanuit Haam
stede en werden later de aller
eerste bewoners van de gloed
nieuwe wijk Middelburg-Zuid.
Ze kregen hun huissleutel zelfs
officieel overhandigd door de
toenmalige burgemeester Drij-
ber.
Inmiddels woont het echtpaar al
meer dan 35 jaar in Hoogeveen,
maar eens in de twee jaar móe
ten ze even terug naar Zeeland.
Dan pakken ze de caravan en rij
den naar de Kreekrug.
Eef en Greet Weinberg zijn bei
den 79 jaar en nog altijd fervente
kampeerders. Dertig jaar geleden
trokken ze er voor het eerst met
de tent op uit. Later werd die ver
ruild voor de vouwwagen en een
caravan. Vorig jaar kochten ze
weer een nieuwe. Een grotere.
Het is er een zonder afstandsbe
diening om de caravan op de juis
te plek te manoeuvreren. Dat vin
den ze niet nodig. Zeker niet op
de Kreekrug. „Zodra we hier aan
komen, roept Monique wat men
sen bij elkaar die even helpen",
zegt Greet Weinberg.
Via kennissen uit Middelburg
kwam het echtpaar uit bij de mi-
nicamping in Grijpskerke. „We
hadden gevraagd om eens uit te
kijken naar een camping zonder
poespas. Dat werd de Kreekrug,
en we vinden het hier heerlijk."
Het echtpaar gaat twee keer per
jaar op vakantie, samen met hun
jongste dochter Joke. „In de gro
te vakantie gaan we altijd voor
drie weken naar Zwitserland",
zegt de oud-onderwijzer. „Daar
buiten gaan we altijd nog twee
weken weg. Het ene jaar naar
Zeeland en het andere jaar naar
Limburg."
Vaste prik tijdens de Zeeland-va
kantie is een bezoek aan Haam
stede. „We moeten altijd even te
rug naar het huis waarin we
woonden tijdens de Ramp. Ik
herinner me het nog erg goed",
zegt Eef. „We woonden er pas
een jaar en kenden de gebruiken
op het eiland niet goed. 's Och
tends vroeg bonkte de overbuur
man hard bij ons op de deur. Hij
riep: 'Meester, het eiland loopt
onder.' Ik bedankte hem en ging
weer naar bed. Ik had geen idee
wat hij daarmee bedoelde." Hun
huis bleef droog. Maar het beeld
van vluchtende mensen staat
nog steeds op hun netvlies ge
brand.
Toch staat hun vakantie niet bol
van oude herinneringen. „We
gaan nog een dagje naar Veere.
En we nemen mijn zus mee
door de Westerscheldetunnel.
Zij heeft die nog niet gezien."