Verzamelaar van interieurs Vast plekje voor Acanthus v42 I Zaterdag 1 september 2007 PZC Sommige planten kun je beter in het voorjaar aanschaffen dan in de herfst. Een berucht voorbeeld van zo'n plant is de Japanse anemoon of herfstanemoon. Als je die in ok tober of november plant, is er een gerede kans dat de plant in de lente van het volgende jaar niet meer boven de grond komt. Een in het voorjaar geplante Japanse anemoon heeft een heel seizoen de tijd om wortels te maken en is aan het ein de van het groeiseizoen wel tegen een stootje bestand. Een tweede voorbeeld is de Acanthus. Ook die kun je beter niet in de herfst planten. Jonge planten slaan moeilijk aan en het voorjaar is daarvoor de beste tijd. Is een Acanthus echter aan de groei, dan is hij met geen mogelijkheid meer uit te roeien. Een Acanthus is een plant die zowel om zijn blad als om zijn bloemen de moeite waard is. Het blad is groot, diep ingesne den, donkergroen en glimmend en een flinke pol Acanthus is nog het beste te vergelijken met een groen beeldhouwwerk. Het is geen toeval dat het Acanthusblad wordt afgebeeld op de [Corinthische kapitelen van de Griekse tempels uit de oudheid. Dat blad vormt een mooi podium voor de bloeiwijzen die in de zomer tot een hoogte van ruim 2 meter kunnen opschie ten. De bloemen zijn te vergelijken met de bloemen van vin gerhoedskruid. In plaats van de bloemen van vingerhoeds kruid, die afhangen, wijzen de Acanfhusbloemen schuin om hoog. Hun kleur ligt tussen wit en lila en wordt door sommi gen als subtiel ervaren en door anderen met afwaswater vergele ken. Het is zeker dat de vorm van de bloemen meer tot de ver beelding spreekt dan de kleur. Het feit dat een Acanthus die eenmaal is aangeslagen met geen onkruidbestrijdingsmiddel of spade meer is uit te roeien, noopt wel tot het zorgvuldig kie zen van een standplaats. Als la ter blijkt dat de plant op een an dere plaats toch beter tot zijn recht komt, dan zal ieder afge broken wortelstukje dat na het verplanten in de grond achter blijft weer tot een nieuwe plant uitgroeien. Misschien is het daarom beter om een Acanthus niet in een bor der met andere vaste planten te gebruiken, maar om hem als soli tair te planten, of op plaatsen waar andere planten niet willen groeien. Want de Acanthus ge dijt bijvoorbeeld in de doorwor- telde grond onder een berk, waar de meeste andere planten het laten afweten. Ook zou je het feit kunnen uit buiten dat slakken niet dol op Acanthus-blad blijken te zijn. Je zou een Acanthus als bladplant kunnen gebruiken op die plaat sen waar slakkenvraat het heb ben van Hosta's tot een nacht merrie maakt. Acanthusblad is minstens zo mooi als hostablad. Er zijn heel wat Acanthus soor ten, maar over het algemeen zijn er maar drie te koop. Acanthus mollis is de minst mooie, maar het is wél de soort die door de Grieken werd afgebeeld. Meer iets voor de tuin van een classi cus dus. Acanthus mollis heeft de neiging om veel blad en wei nig bloem te maken en hiervoor bestaat geen remedie. Het is de aard van de plant. Acanthus hungaricus kom je onder allerlei verschillende na men tegen. A. balcanicus en A. longifolius zijn de meest voorko mende. In alle gevallen gaat het om dezelfde plant, met diep ingesneden blad en een overvloed aan bloemstengels in de zo mer. De bloemen zetten rijkelijk zaad dat tot een paar meter van de moederplant wordt weggeschoten. Dat kan lastig zijn. In het voorjaar komt Acanthus hungaricus met knalgeel blad uit de grond. De soort die ik u zou willen aanraden is Acanthus spinosus, met zwartgroene, fijnverdeelde bladeren van bijna een meter lang die van scherpe stekels zijn voorzien. Een flinke pol is te vergelijken met groen beeldhouwwerk Acanthus spinosus. foto GPD door Paul Geerts foto's Cees Roelofs Een gesprek met interieurfo- tograaf Cees Roelofs (61) kost al snel een paar uur. In zijn studio vertelt de fo tograaf honderduit over de vele op drachten die hij onderhanden heeft. Van bedrijfs- tot reclamefo tografie, maar in zijn indrukwek kende oeuvre hebben de interieur- boeken een bijzonder plaatsje. Zo'n tien jaar geleden verscheen het eerste. Een boek over het werk van groendecorateur en ontwer per Marcel Wolterinck. Sindsdien is het hek van de dam, wordt hij geregeld benaderd door toonaange vende interieurontwerpers uit Ne derland en België. Dit jaar verschij nen maar liefst vier boeken van de hand van Cees Roelofs. In drie daarvan staan )an des Bouvrie, Emile van Dijk en Walda Pairon centraal. Het vierde boek gaat over Kasteel Withof bij het Vlaamse Brasschaat. Roelofs werpt vanachter zijn came ra een blik op talloze interieurs we reldwijd. Die legt hij zo puur mo gelijk vast. „Ik hou van echt", bena drukt de vakman, die al begin ja ren negentig overstapte op digitale fotografie. „Ik manipuleer hooguit door het camerastandpunt dat ik inneem en door de lenzen die ik gebruik." Deels is hij daarbij afhan kelijk van de vormgevers zelf Jan des Bouvrie laat me de vrije hand, terwijl Emile van Dijk echt een stempel op de foto's wil drukken. Walda Pairon zit daar een beetje tussenin. Het bijzondere van het werk van Jan is, dat zijn interieurs dwingend zijn: je kunt eigenlijk Wat je ziet is wat je krijgt. Fotograaf Cees Roelofs houdt er niet van interieurs te bewerken en stileren als hij ze vastlegt. Zo'n tien jaar is hij al een gevierd fotograaf in de interieurwereld. Geliefd bij de grote namen. Dit jaar verschijnen vier boeken van zijn hand. maar op één goede plek gaan. Dat komt omdat hij denkt als archi tect, in kleur, materialen en mas sa." Des Bouvrie wilde dan ook geen detailfoto's in het boek. In te genstelling tot Pairon en Van Dijk. Hun rijk gedecoreerde interieurs, waarbij Pairon nog een stapje ver der gaat dan Van Dijk, lenen zich daar volgens Roelofs ook beter voor. Maar al is het onderwerp van de verschillende boeken overeenkom stig, de fotograaf weigert om steeds hetzelfde boek te maken. In Thuiskomen vormt kunst de rode draad, onder meer omdat kunst werken een belangrijke plaats inne men in de interieurs van Van Dijk. In vergelijking met de twee boe ken die eerder over zijn werk ver schenen zijn, is ook een ontwikke ling te zien. „Hij brengt meer kleur in zijn werk", aldus Roelofs. „Waren de stoeltjes voorheen van hout, nu past hij vooral moderne designklassiekers toe." Ook in het werk van Des Bouvrie neemt de fotograaf een ontwikke ling waar. Wit domineert als van ouds, maar de ontwerper maakt steeds weer gebruik van nieuwe technieken die hij op verrassende manieren toepast. Het meest opval lende vindt Roelofs dat de interi eurs van Des Bouvrie zo licht zijn. „Jan heeft echt een tiet licht in huis. Dat zie ik aan mijn meter- tje." Het werken met prominente interieurontwerpers heeft zijn aandacht voor interi eurs zeker aangewakkerd. „Ik doe dit graag", zegt Roelofs. „Het mooie van interieurs is dat je er leeft, de bedoeling is dat je er ge lukkig bent. Wat mij betreft hoort de tuin daar overigens ook bij. Daarom fotografeer ik altijd wat je vanuit de slaapkamer ziet, omdat ik denk dat anderen dat zouden willen weten." Om die reden vraagt Roelofs zijn opdrachtgevers ook altijd of ze hun eigen interieur willen laten fo tograferen. Omdat inrichten voor anderen toch iets anders is dan je eigen woning vormgeven. Maar wat kan de lezer er eigenlijk mee? „De waarde van de boeken is dat er veel ideeën instaan voor mensen die met interieurs bezig zijn. Wat doe je bijvoorbeeld met de vloer of wat is het effect van verlichting. Dingen worden ten slotte pas mooi bij de gratie van hun omgeving." ■F! www.ceesroelofs.com www.terralannoo.nl www.deboekenmakers.nl Emile van Dijk combineert modern en klassiek.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 128