Een voetballer is vaak niet zo
met zijn eigen lichaam bezig
Fysiotherapeut Marco
Tolhoek hamert op
goede begeleiding.
24 I Vrijdag 31 augustus 2007 PZC
Marco Tolhoek: „Er is behoefte aan verhoging en professionalisering van de begeleiding. Zeeland is er klaar voor en ik wil daar graag eenr rol in spelen.'
Sportmedische begelei
ding en voetbal. Het is
een combinatie die in
het Zeeuwse voetbalwe
reldje nog niet uit de verf
komt. Als het aan sportfysiothera-
peut en manueel therapeut Marco
Tolhoek (43) ligt komt daar echter
verandering in. Hij wil trainers,
spelers en clubs bewust maken
van het belang van een goede bege
leiding. „Er valt op dat terrein
winst te boeken", zegt hij.
Marco Tolhoek groeide op in
Zeeuws-Vlaanderen. Judo, turnen
en voetbal beheersten zijn jeugd.
Hij schopte het uiteindelijk tot het
eerste elftal van AZVY en groeide
uit tot een begenadigde linkermid
denvelder, die in zijn jeugdjaren
een aantal keren het Zeeuws elftal
haalde. „Ik heb er twee jaar deel
van uitgemaakt", vertelt Tolhoek.
„Het was onder Jo de Waal, een
prachtige tijd."
Zijn loopbaan knakte in de knop.
Tolhoek raakte op zijn 21e ernstig
geblesseerd aan de knie. Hij was
een jaar uit de roulatie, maakte
hierna nog wel zijn rentree, maar
de pijn aan het gewricht bleef „Ik
kon niet meer het spel spelen dat
ik wilde, en dus ben ik gestopt."
Inmiddels afgestudeerd als fysio
therapeut specialiseerde hij zich in
de sportfysiotherapie en later de
manuele therapie. Hij werkte eerst
in loondienst, maar besloot drie
jaar geleden een eigen praktijk te
beginnen in Goes (De Tol). „Ik
ben toen een nieuwe weg ingesla
gen."
Tolhoek verdiepte zich in de sport
medische begeleiding en ontdekte
gaandeweg dat die in Zeeland, ze
ker in het voetbal, nog in de kin
derschoenen staat. „Laatst las ik
een presentatiegids van een voet
balclub en zag ik dat er geld was in
gezameld voor een teambuilding
weekend. Prima natuurlijk. Dat
hoort erbij, is ook belangrijk, maar
de clubs zouden ook best eens
sponsors moeten vinden voor de
medische begeleiding. De trainer
heeft er toch baat bij als er conti
nuïteit in zijn selectie zit, dus dat
hij voortdurend over fitte spelers
kan beschikken. Zeker in de top,
waar details vaak beslissend zijn,
kan dat iets uitmaken."
Tolhoek snapt het wel. Hij is zelf
immers ook voetballer geweest en
weet hoe er in het wereldje wordt
gedacht. „Een renner of duurspor-
ter luistert beter naar zijn lichaam
dan de gemiddelde voetballer",
weet Tolhoek. „Een voetballer is
niet zo met zijn eigen lichaam be
zig. Die denkt vooral in goede pas
ses en doelpunten. De bal moet in
het doel. De aandacht is er vooral
op gericht om de tegenstander te
verslaan. Techniek, tactiek en syste
men zijn daarbij belangrijk, maar
er hoort ook een goede verzorging
van het lichaam bij. Ik probeer nu
spelers en trainers daar zoveel mo
gelijk bewust van te maken. Ik
merk wel dat trainers er voor open
staan. Ze zien in dat het een meer
waarde heeft. Ik kan natuurlijk
niet voor extra punten in de com
petitie zorgen, maar ik kan er wel
'De trainer heeft er baat
bij dat er continuïteit
in zijn selectie zit'
toe bijdragen dat spelers geduren
de het seizoen continu inzetbaar
zijn." Nieuwdorp en Kloetinge ma
ken inmiddels gebruik van zijn
diensten. „Ik heb een test ontwik
keld, die er op gericht is een beeld
te schetsen van de belastbaarheid
van de sporter", legt Tolhoek uit.
Tijdens de test worden de bloed
druk, het gewicht, de zuurstofop
name en het omslagpunt in kaart
gebracht. Daarnaast wordt naar de
mobiliteit, de spierlengte en de
kracht gekeken. Dat tezamen geeft
een beeld van de belastbaarheid
van de speler.
„De trainer krijgt zo een overzicht
van zijn hele selectie en ziet in één
oogopslag wat de sterke en zwak
ke punten zijn. Het is een houvast.
In sommige gevallen krijgt hij van
mij het advies om de trainingsstof
iets aan te passen om zo blessures
te voorkomen. Als na de test is
vast komen te staan dat een speler
een verkorte hamstringspier heeft,
kan dat klachten geven aan het
bekken of de rug. In dat geval geef
ik oefeningen en adviezen mee die
er op gericht zijn om dat te verhel
pen. Dat voorkomt vaak een hoop
narigheid." Voorkomen is beter
dan genezen. Tolhoek: „Neem nu
de liesklachten. In 95 procent van
de gevallen hoef ik daarbij niet
eens in de liesstreek te werken,
maar behandel ik de rug en het
bekken. Die klachten kunnen ver
oorzaakt zijn door een harde on
dergrond, de intensiteit of eenzijdi
ge training. Dan is het dus de
kunst van de trainer om zijn stof
zo divers te maken dat zulke din
gen voorkomen worden. Ik reik
foto Dirk-Jan Cjeltema
daarbij dingen aan en geef advie
zen, alles in overleg met de medi
sche en technische staf van de
club." Sinds enige tijd beschikt Tol
hoek ook over echo-apparatuur.
Dat geeft hem nog meer inzicht in
de aard van tal van blessures. „De
weke delen, die op een röntgenfo
to niet zichtbaar zijn, krijg je met
deze apparatuur wel te zien. Het
stelt me in staat om nog een bete
re diagnose te maken. Het is een
behoorlijke investering, maar het
heeft me wel professionele appara
tuur opgeleverd."
De droom van Tolhoek is om in
de toekomst een regionaal sport-
medisch centrum te creëren waar
alle sporters terecht kunnen. „Er is
behoefte aan verhoging en profes
sionalisering van de begeleiding.
Zeeland is er klaar voor en ik wil
daar graag een rol in spelen. Heeft
ook te maken met mijn gedreven
heid hoor. Ik wil voorkomen dat
heel veel talent te vroeg de schoe
nen in de kast moet opbergen. Ik
ben veeleisend voor mijzelf, pro
beer eruit te halen wat erin zit. De
ze instelling probeer ik op de spor
ter over te brengen. Als een spor
ter hierdoor individueel verbetert
en een collectief meer continuïteit
krijgt, ben ik tevreden."
Jan Dagevos