Het Utrechtse Statenjacht
26
Statenjacht
DSailde
Kuyter
Voor de reconstructie van het Utrechts
Statenjacht is gebruik gemaakt van een
uiterst gedetailleerde tekening uit 1746
van Pieter van Zwijndregt. Bij de recon
structie is de oorspronkelijke 18de
eeuwse bouwmethode met sent-
latten gehanteerd. Meester-
beeldsnijder Cees van
Soestbergen heeft aan de hand
van stijlvoorbeelden, tekenin
gen en schilderijen het beeld
snijwerk voor het jacht ontwor
pen. De bouw begon in 1998 en in
juli 2003 werd het te water gelaten.
Statenjachten waren rijkversierde sche
pen, bedoeld voor het vervoer van voor
aanstaande personen over de ondiepe
Hollandse binnen- en kustwateren. De
naam geeft aan dat deze schepen in
gebruik waren bij de Staten van
Holland, Friesland en Zeeland.
Maar ook de Verenigde Oostindische
Compagnie en de Admiraliteiten had
den statenjachten, onder meer om het
contact tussen de grotere zeegaande
schepen en de wal te onderhouden. Zij
werden daarom ook wel met de naam
compagniesjacht of admiraliteitsjacht
aangeduid. Aanvankelijk waren het
dienstvaartuigen, maar in de 18e eeuw
schaften ook rijke kooplieden zich een
statenjacht aan, als vervoermiddel of
louter voor pleziervaart. Stad en Staten
van Utrecht hebben statenjachten in
bezit gehad van 1665 tot i860.
De tuigage bestond aanvankelijk uit
spriettuig, maar werd na 1660 vervan
gen door staand gaffeltuig; een grootzeil
zonder giek met een lange, zware gaffel.
Als voorzeilen werden een stagfok en
op de boegspriet een kluiver gevoerd.
Thuishaven:
Bouwjaar:
Lengte:
Breedte:
Diepgang:
Masthoogte:
Zeilopp.:
Muiden
1998-2003
23.50 m.
5.50 m.
1.35 m.
21.5 m.
156 m2.