Kogels
E
sum
EE
16 Dinsdag 21 augustus 2007 PZC
Jm-f
NAMEN
Lamsweerde
Lamswaarde is eigenlijk Lams-
waarde niet. Het dorpje Lams
waarde verrees pas na de
Tachtigjarige Oorlog. Na 1600.
dus. Tussen 1630 en 1648 was
het hele gebied rond Hulst
het brandpunt van de staart
van de Tachtigjarige Oorlog.
Het beleg en de verovering
van Hulst door-de Oranjes
was omstreeks 1645. Voor die
tijd werd er voortdurend ge
vochten. Met wisselend for
tuin. Dat betekende dat het
hele gebied geplunderd, leeg
geroofd, verwoest en geïnun
deerd was. Ook het oude Hof
van Lamsweerde bij Terhole.
Dat was een hoeve, de uithof
van de Abdij Boudeloo. Vanaf
dat bestuurscentrum werden
de uitgebreide bezittingen be
heerd. Lamsweerde, gelegen
op een magnifieke hoogte in
het landschap, was de 'hoofd
boerderij', twee andere boer
derijen lagen er omheen en
het geheel was omgracht. Op
Lamsweerde waren, naast de
boerderij, ook de andere ge
bouwen van de abdij en een
kapel. Die trok heel veel be
zoekers. Er kwam, zoals zo
vaak, bebouwing in de buurt.
Tussen de dertiende en de ze
ventiende eeuw was het 'Hof
van Lamsweerde' niet alleen
boerderij en uithof (curtis)
van de monniken, het was
ook een klein dorpje met ka
pel en molen. Na de verwoes
ting rond 1640-1650 werd een
halve eeuw later een nieuw
Lamswaarde opgebouwd in
de Oostvogelpolder. Het oude
Lamsweerde (d.i. de weerde -
aanwas - van Lambert, wel
licht een abt of prior), werd
ook weer opgebouwd, nu al
leen als boerderij. Rond i860
kwam er weer een nieuw
huis, en rond 1900 weer een
nieuwe schuur. Beide verke
ren thans in verwaarloosde
staat. Gelukkig hebben de
nieuwe eigenaars een begin
gemaakt met de liefdevolle
restauratie. De prachtige lig
ging en het hoge erf, begroeid
met oud vruchtgeboomte
rechtvaardigt herstel in oude
luister.
Gerard Smallegange
Marijke Lieman en Hans van Hage van Staatsbosbeheer: 'Er moet nog veel gebeuren om de linies beleefbaar te maken'.
fotografie Peter Nicolai
In de Tachtigjarige Oorlog lag Zeeuws-Vlaanderen in de
frontlinie. De Staatse troepen van de Oranjes vochten er
tegen de Spaanse. Grote delen kwamen onder water te
staan; dorpen en polders gingen verloren. Door het hele
gebied verrezen schansen, redoutes en forten, onderling
door linies verbonden. Wat nog resteert van deze
Staats-Spaanse linies wordt stap voor stap weer zichtbaar
gemaakt. Dat is recent gebeurd met de verdedigingswerken
Sint-Joseph, Sint-Jacob en Sint-Livinus.
door Rinus Antonisse
Staats-Spaanse linies
In het eerste deel van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vonden in
Oost-Zeeuws-Vlaanderen inundaties plaats op last van het Staatse be
wind (Willem van Oranje), in een vergeefse poging Antwerpen uit Spaan
se handen te houden.
Door de overstroming - die dorpen en polders kostte - ontstond een
stroomgeul, die het Land van Hulst (Spaans) van het Land van Axel
(Staats) scheidde.
Axel viel in 1574 in handen van de Willem van Oranje, werd in 1583 her
overd door de Spanjaarden en kwam onder prins Maurits in 1586 weer te
rug in Staats bezit.
Om invallen en strooptochten van de Staatsen vanuit het Land van Axel
tegen te gaan, legden de Spanjaarden tussen 1580 en 1590 versterkin
gen aan tussen Sas van Gent en Hulst.
De verdedigingswerken vormden samen de Linie van communicatie. Die
werd later versterkt en uitgebreid, vooral na de inname van de schans bij
Philippine (1633) door de Staatse troepen.
Ook elders in Zeeuws-Vlaanderen kwamen linies tot stand: ten oosten
van Hulst, de Nassaulinie, de Linie van Axel, Linie van Oostburg, de Passa-
geulelinie, de Linie van de Oranjepolder.
De Linie van communicatie kwam in Staatse handen na de inname van
Sas van Gent (1644) en Hulst (1645) door prins Frederik Hendrik. Na de
Vrede van Munster van 1648 viel het militair belang van de linies in
Zeeuws-Vlaanderen weg, zeker na het vastleggen van de grens tussen
Staats-Vlaanderen en de Spaanse Nederlanden (1664).
De forten Sint-Joseph, Sint-Jacob en Sint-Livinus (ofwel Sint-Lieven) zijn in
1634 aangelegd aan de noordelijke dijk van de Oud-beoosten-Blij-bezui-
denpolder. Het waren zogenaamde redoutes, kleine vierkante verdedi
gingswerken. Na de val van Sas van Gent werden zij versterkt en voorzien
van wallen en grachten (Sint-Joseph een dubbele omwalling).
en vierkante verhoging in
het veld, omgeven door een
flinke sloot. Middenin een
rood gravelveld. Ogen dicht
en je dan voorstellen dat hier vier
honderd jaar geleden militairen bi
vakkeerden. Zij hadden een een
voudig onderkomen, een kruitma
gazijn en een waterput. Zomer en
winter op de uitkijk, regelmatig ge
vechten leveren. Strooptochten on
dernemen om aan eten te komen.
Geen of te laat soldij ontvangen.
Het gaat om fort Sint-Joseph, gele
gen aan de noordelijke dijk van de
Oud-beoosten-Blij -bezuidenpol-
der onder Axel. Op de kruising
Waterhuisstraat en Uilendreef.
Geen wapengekletter of schoten
wisselingen meer, geen door het
getij wisselend water, maar rust en
vogelzang. Op de achtergrond licht
verkeersgedruis. Je moet goed zoe
ken om het te vinden; duidelijke
bebording ontbreekt nog. „Er
wordt hard aan gewerkt. Eén van
de eerste dingen die we moeten
doen is informatiepanelen zetten",
zegt boswachter Marijke Lieman
van Staatsbosbeheer Zeeland.
Zij is blij met de wederopstanding
van de zogeheten Linie van com-