Ambulance rijdt vaker bij mooi weer Lastig inhalen op overbelaste wegen Aantal spoedritten wordt niet alleen door zomerdrukte bepaald. In vakantietijd spelen gebreken Zeeuwse infrastructuur meer op. Vrijdag 17 augustus 2007 door Ernst Jan Rozendaal Eén en één is niet altijd twee. In de vakantiemaanden verdubbelt de bevolking van Zeeland. Dan gebeuren er dus ook twee keer zo veel ongelukken en moeten ambulances twee keer zo vaak uitrukken, zou je denken. Maar dat gaat alleen op bij mooi weer. Daarom vertoont het over zicht van de spoedritten van de af gelopen anderhalf jaar een piek in juli 2006, terwijl het vorige maand redelijk rustig bleef Het was geen mooi weer. „Dan zitten de men sen binnen, waar minder ge beurt", verklaart ambulancechauf feur Henk Steenbergen. Samen met verpleegkundige Paul Lips bemant hij een ambulance van de post Oostburg. Overdag zijn er daar twee gestationeerd, 's nachts en in de weekeinden één. In winter en zomer. In de zomermaanden is het door gaans wel een stuk drukker, bea men Lips en Steenbergen. De aard van de oproepen is ook anders. Lips: „Regelmatig zien we dat men sen op de eerste dag van hun va kantie hartproblemen krijgen. Die hebben het hele jaar hard gewerkt, dan valt de stress eraf en krijgen ze problemen van lichamelijke aard. We worden ook wel opgeroe pen voor overgevoeligheidsreac ties. Bijen- en wespensteken. En er zijn campingongemakken. Ver brandingen door de barbecue. Dan hebben mensen geen geduld en gooien ze spiritus op het vuur." Steenbergen vult aan: „Of kokend water in de tenten. Het staat na tuurlijk allemaal lager dan thuis en vooral kinderen hebben dat niet al tijd in de gaten." Het aantal 'normale' ongevallen is gerelateerd aan het weer. „Valpartij en en ongevallen op het strand heb je specifiek bij mooi weer", verklaart Lips. „En fietsongevallen. Is het mooi weer, dan gaan de mensen massaal naar buiten. Dan krijgen we natuurlijk ook mensen die onwel worden door de hitte. En verbrandingen, omdat mensen te lang in de zon hebben gezeten." Een extra complicatie is dat het druk is op de Zeeuws-Vlaamse we gen, die daar niet op zijn bere kend. „Hier in de buurt kunnen we alles nog redelijk aanrijden", al dus Steenbergen, „hoewel de boe ren natuurlijk ook de weg op gaan zodra het mooi weer is. We heb ben een probleem wanneer het verkeer tussen Terneuzen en de kust echt vastzit." Bij sommige ongevallen (beknellin gen, reanimaties) moet een twee de ambulance worden gealar meerd. Zijn beide Oostburgse zie kenwagens bezig, dan moet die uit Terneuzen komen. „In de zomer drukte doet die er zeker tien tot vijftien minuten langer over", zegt Lips. Een optie is dan om de trau mahelikopter uit Brugge of Rotter dam te waarschuwen. Dat gaat al tijd in samenspraak met de Zeeuw se meldkamer ambulancezorg (MKA). Steenbergen: „Die geven de ritten uit. Die weten waar alle ambulances rijden." In Zeeuws- Vlaanderen zijn geen knelpunten die 's zomers door ambulances worden ontweken. Wel wordt - via de MKA - met andere organisa ties samengewerkt om sommige plekken sneller te bereiken. Bij voorbeeld met de strandwachten en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Bij evenementen die veel volk trek ken, zoals de Visserijdagen in Bres- 'Je ziet vaak dat mensen op de eerste vakantiedag hartproblemen krijgen' kens of de nachtmarkten in Sluis, is altijd een veiligheidsfunctionaris aanwezig. Die zorgt in geval van nood dat een ambulance door een menigte wordt geloodst. „We heb ben het in Sluis meegemaakt", ver telt Lips. „Dan komen we aan en zijn alle kruispunten ontruimd. Als de ambulance de menigte in gaat, lopen er twee mensen voor op om de weg vrij te maken. An ders kom je van je lang zal ze le ven niet bij de patiënt. Dat is alle maal erg goed geregeld." Verder beschikken de ambulances over een campingboek, met platte gronden, telefoonnummers en aan wijzingen waar sleutels liggen om 's nachts hefbomen te openen. Steenbergen: „Ideaal." Minder positief zijn de mannen over het volk waarmee ze 's zomers weieens te maken krijgen. „Stede lingen", verduidelijkt Steenbergen. „Die zijn wat mondiger dan Zeeuws-Vlamingen. En dit hè." Hij maakt het gebaar van een glas dat achterover wordt geslagen. „Stappers." „Ze weten het alle maal beter", verklaart Lips. „En ze hangen vlugger aan de bel voor een ambulance. Bij Zeeuws-Vla mingen, vooral de oudere genera tie, ligt de lat wat hoger. Die den ken: 'Ik wacht wel tot maandag, tot mijn huisarts er is.' Ook niet al tijd goed." Met geweld hebben de twee hulp verleners nog nooit te maken ge had. Wel met valse meldingen. Ook een verschijnsel dat zich in de zomer vaker voordoet. „Verzint ie mand een scooterongeval", briest Lips. „Rukken twee ambulances en een politiewagen uit voor ie mand die lollig wil zijn. Straks staan we daar en krijgt elders ie mand een infarct. Kunnen we daar nooit meer in een kwartier zijn. Dat realiseren die lui zich niet. Zo iets moet je hard aanpakken. Ge woon alle kosten verhalen." Spoedritten ambulance in kustgebieden Cijfers van het afgelopen anderhalf j'aar tonen aan dat ambulances in vakantiemaanden vaker uitrukken aan de Zeeuwse kust, zeker bij mooi weer. Vandaar dat de piek in juli 2006 veel hoger is dan in juli van dit jaar. Alleen zogeheten A1 ritten zijn meegeteld. Dat zijn die met 'toeters en bellen', oftewel waarbij sirene en zwaailicht worden gevoerd. De A1 ritten zijn grofweg 30 procent van alle ritten. i— aantal ritten PZC Felix Binicewicz bron RAVZ door Ernst Jan Rozendaal In zomer en winter kampt het am bulancevervoer met vergelijkbare problemen, zegt medisch manager Ricks Meppelder van de Regionale Ambulance Voorziening Zeeland (RAVZ), alleen de intensiteit ver schilt. „De Zeeuwse infrastructuur is in de zomer overbelast, doordat er zoveel toeristen zijn. Dat is wat we merken. Wij hebben altijd al last van verkeershinderende maat regelen als drempels, maar het wordt vervelender naarmate je er vaker overheen moet." Een trekker op de smalle Zeeuwse wegen is op zich ook niet zo'n pro bleem, vult teamleider Ton van Broekhoven van de ambulancepos ten Oostburg en Hulst aan, maar wel als die in de zomer een enor me sliert aan auto's achter zich aan heeft. „Dan wordt het ook voor ons lastig inhalen." Over bekende knelpunten als de brug bij Sluiskil en de bruggen in Middelburg heeft de RAVZ afspra ken gemaakt met de beheerders, zodat die kunnen zorgen dat ze dicht zijn tegen de tijd dat de am bulance eraan komt. „Maar staat al le verkeer voor die bruggen vast, dan is er toch geen doorkomen aan", aldus Meppelder. Deson danks lukt het in Zeeland door gaans om in vijftien minuten ter plaatse te zijn. Overschrijding van die norm met maximaal tien pro cent is toegestaan en daar blijven de Zeeuwse ziekenwagens binnen. De RAVZ probeert tijdig in te spe len op mogelijke problemen. Wordt het in de toekomst nog drukker, dan is de inzet van een motorambulance een optie. En dit jaar is een spoedkaart geïntrodu ceerd die met name toeristen infor meert wanneer wel of niet alarm nummer 112 moet worden gebeld. Wat mensen zich niet realiseren is dat bij elke spoedrit van een ambu lance vaak ook andere ambulances gaan rijden, zodat in elke regio de vijftienminutennorm kan worden gehaald. Dat alles wordt gecoördi neerd vanuit de Meldkamer Ambu lancezorg in Middelburg, waar per manent op een beeldscherm zicht baar is waar alle Zeeuwse ambulan ces zich bevinden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 65