v2
'De vijand heeft
horloges, maar wij
hebben de tijd'
Zaterdag 4 augustus 2007 PZC
De dubbele waarheid
van Afghanistan
Het gaat goed in Afghanistan,
vindt Mohamed Atmar, de
Afghaanse minister van On
derwijs. Het bewijs dat hij
aandraagt: in 2001, het laat
ste jaar van het Talibanbewind, gingen
900.000 Afghanen naar school. Nu 6,2 mil
joen. Er waren 21.000 docenten, nu
143.000. Er zijn 5.000 scholen bijgebouwd
en waar eerst niet één meisje onderwijs
kreeg, zijn dat er nu 2 miljoen.
Hoezo onderwijs? „In Uruzgan kan de pro
vinciale minister zélf niet eens lezen en
schrijven", schetst Soona Niloofar uit Uruz
gan, lid van het Afghaans parlement, de
realiteit in het zuiden van het land. „Er is
hier maar één middelbare school en zelfs
die functioneert niet, omdat docenten en
studenten er door de onveiligheid niet
naar toe durven."
In 2002 waren er 187 scholen in Uruzgan,
zegt ook de lokale, Afghaanse coördinator
van hulporganisatie Cordaid in Zuid-Af-
ghanistan. „Nu nog drie of vier."
De tegenstelling is duidelijk. Bijna zes jaar
nadat westerse troepen het Talibanbewind
verdreven, en halverwege de Nederlandse
missie in Uruzgan, zijn over Afghanistan
twee verhalen te vertellen. Eén positief en
één negatief Beide vormen een deel van
de waarheid.
De omvang van de Afghaanse economie is
sinds 2001 bijna verdrievoudigd. Een
bouwvakker in Kabul verdient met vier
dollar per dag meer dan zijn collega's in de
buurlanden. Onderwijs en gezondheids
zorg zijn voor veel meer mensen bereik
baar, ook voor vrouwen. Tegelijk kwamen
vorig jaar 4.000 burgers om het leven in
de strijd tussen de Taliban en de 37.000
NAVO-troepen, een tragisch record. Het
aantal terreurdaden is gestegen van gemid
deld eens per week naar elke dag.
In gebieden waar het tot nu toe rustig was,
dreigt de situatie opnieuw te escaleren. De
Taliban hebben zelfmoordaanslagen en
ontvoeringen met dodelijke afloop ont
dekt als nieuwe strategie. Een langzamer
middel dan de Fiö's en geleide bommen
van de NAVO, maar, zegt een Taliban-lijf-
spreuk: 'De vijand heeft horloges, maar wij
hebben de tijd'.
Ondertussen vergt het vechten
tegen de vijand steeds meer
van de NAVO-troepen. Voor
het eerst in 45 jaar, sinds de ac
ties in Nieuw-Guinea, sneuvelden Neder
landse militairen door oorlogsgeweld en
kwamen zwaargewonden temg van het
slagveld. Daardoor komen ze steeds min
der toe aan hun oorspronkelijke missie:
het stabiliseren en de wederopbouw van
het land. Onder die omstandigheden be
ginnen de Afghanen het vertrouwen te ver
liezen dat er in 2001 nog wel was: de hoop
dat ze, na drie decennia van strijd, einde
lijk hun land konden gaan opbouwen.
'In het zuiden en oosten van Afghanistan
zullen nog vele jaren nodig zijn voordat de
Afghaanse overheid zelfstandig kan zorgen
voor veiligheid en stabiliteit', schreef het
kabinet eind 2005 aan de Tweede Kamer,
De Nederlandse missie in
Uruzgan is halverwege. Op een
voor Afghanistan cruciaal
moment moet de regering
beslissen of er een verlenging in
zit. „Na twee jaar weggaan, dient
nergens toe."
door Remko Tanis foto's CPD
nadat het besluit was genomen een militai
re missie naar Uruzgan te sturen. 'Het is
dan ook niet realistisch te verwachten dat
na de twee jaar in Uruzgan veiligheid, sta
biliteit en voorspoedige economische ont
wikkelingen kunnen bestaan zonder hulp
van buiten'.
Is de weg naar 'veiligheid en voorspoed' in
Uruzgan het afgelopen jaar wel ingezet?
De Nederlandse militairen van het provin
ciaal reconstructieteam komen hooguit
twintig kilometer buiten de twee bases in
het zuiden van Uruzgan. Op een goede
dag.
Eén van de slogans die Nederland op de
missie heeft geplakt is 'wederopbouw
waar het kan, maar vechten waar het
moet'. Een meerderheid van de Tweede
Kamer stemde vorig jaar in met de missie
naar Uruzgan, op voorwaarde dat het be
vechten van de Taliban niet de hoofddoel
stelling zou zijn. Wederopbouw: daar
moest het om gaan, vond met name de
PvdA - toen oppositiepartij, maar nu rege
ringspartner.
De Nederlandse Anja de Beer woont en
werkt sinds 2000 in Afghanistan. Ze is di
recteur van ACBAR, de koepel van 94 Af
ghaanse en internationale hulporganisaties
in Afghanistan. Of westerse troepen in het
land aan het vechten of aan het opbouwen
zijn, is volgens haar niet waar het om gaat.
„Als je alleen maar wilt opbouwen, had je
ook de padvinders kunnen sturen", zegt ze
vanuit de hoofdstad Kabul.
„Militairen hebben we niet nodig voor ont
wikkelingshulp, maar voor de veiligheid.
In gebieden als Uruzgan moet je reëel zijn:
vechten hoort erbij. Je moet het gebied
eerst stabiliseren, voordat je er echt kunt
gaan bouwen."
Inmiddels gaat bijna 19 miljoen euro van
uit Nederland naar de wederopbouw van
Uruzgan. Het militaire deel van de missie
kostte het eerste jaar zo'n 290 miljoen eu
ro.
Parlementslid Soona Niloofar (27)
uit Uruzgan is kritisch over wat de
Nederlandse missie tot nu toe
heeft bereikt. „De Nederlanders
zitten alleen maar in de buurt van Tarin
Kowt", klaagde ze in juli in een interview
met het Amerikaanse tijdschrift The New
Yorker. „Er is een gapend gat tussen de mi
litairen en de bevolking. De enige weder
opbouw die ze hebben gedaan, is een brug
gerepareerd en een naaiatelier voor vrou
wen opgericht. Ze stellen zich zwak op,
waardoor onze vijand sterker wordt."
Maar tegen deze krant is Niloofar milder.
„Als die militairen niet in Uruzgan hadden
gezeten, was mijn provincie hoe dan ook
in elkaar gestort. Ze doen goed werk, bij
voorbeeld in onze ziekenhuizen."
Al zegt ze ook: „Het opbouwwerk van de
Nederlanders blijft beperkt. Het opknap
pen van wegen en gebouwen zien de in
woners van Uruzgan niet als echte weder
opbouw. Ze willen dat er meer gedaan
wordt voor de lange termijn. Bouw hij
voorbeeld een fabriek voor zonnebloem
olie. Het zal onze mensen voor de lange
termijn werk opleveren en het levenspeil
in de hele provincie verbeteren."
Over een maand beslist de Nederlandse re
gering of de missie in Uruzgan na 1 augus
tus 2008 wordt verlengd. Het ministerie
voor Ontwikkelingssamenwerking heeft
in ieder geval tot 2010 geld beschikbaar.
Zonder de bescherming van militairen is
vooralsnog weinig te doen in Zuid-Afgha-
nistan. Na één jaar heeft Nederland einde
lijk wat vertrouwen opgebouwd onder de
bevolking, merkt de lokale coördinator
van Cordaid als hij in Uruzgan is. „Dan is
het niet logisch om over een jaar weer weg
te gaan." Zijn naam mag om veiligheidsre
denen niet in de krant.
Anja de Beer waarschuwt ook: „Na twee
jaar weggaan, dient nergens toe. Ook niet
als een ander NAVO-land het overneemt.
In landen als Afghanistan, waar wederop
bouw écht nodig is, boek je geen snelle re
sultaten. Het gaat juist om langetermijn-
projecten, waar je helaas niet snel even
een sexy foto van kunt maken om in Ne
derland als resultaat van de missie te laten
zien. Juist die snelle dingen vallen uiteen
als Nederland na twee jaar weggaat."