Een hechte familieband Ben van der Valk DE ROEM |JV11 PZC Zaterdag 28 juli 2007 In de zomerserie 'De tol van de roem' komen mensen aan het woord die op hun vakgebied succesvol zijn. Welke prijs betalen ze daar voor? Vandaag aflevering 5: Ben van der Valk Als het aan Ben van der Valk ligt, mogen zijn eigen kinde ren best de horeca in. „Iede re dag werken is een mooi doel in het leven." Zijn telefoon gaat. Hij heeft geld geboden op een auto. De aanbieder wil verder pra ten, maar er is wat verwarring, aan de an dere kant van de lijn. Wie heeft er eigen lijk geboden? Ene Ben? De achternaam bleef voor de verkoper wat onduidelijk. „Doe ik altijd", erkent hij later. „Als ik zeg dat ik Van der Valk heet, wordt een huis of een auto altijd duurder. Dan denken ze dat het grote geld komt binnenvaren en vragen ze steevast meer." Soms kun je beter géén Van der Valk he ten, legt hij uit. „Hotels en etentjes reserve ren we onder de meisjesnaam van mijn vrouw. Want je krijgt altijd vragen, als je zegt dat de familie Van der Valk komt." We zitten in het restaurant langs de snel weg bij Akersloot. Een tafel in een hoek, waar hij tijdens het gesprek vanuit zijn ooghoeken de gang van zaken in de gaten houdt. Praten? Best. „Als het maar geen klaagverhaal wordt, want we hebben niks te klagen." Ben is een zoon van Arie van der Valk. Sa men met zijn broer Gerrit was Arie de gangmaker achter de groei van het beken de horecaconcern. Zoon Ben groeide - net als zijn negen broers en zussen - op bij het restaurant van zijn vader en moeder in Voorschoten. Hij kreeg zijn opleiding door vanaf de schoolbanken mee te draaien in het bedrijf van zijn ouders en in andere vestigingen van de familie. In 1982 kochten zijn vader en 'ome Gerrit' een stuk wei land bij Akersloot om er een hotel op te be ginnen. De horecawereld bekeek het met argusogen. Een hotel midden in het niks, dat kon niks worden. Ben was 23. Vader en oom vonden dat hij de kar maar moest gaan trekken in het nieuwe filiaal. Binnen een paar jaar had hij 'de drukste tent van allemaal', zoals ze dat bij de familie onderling zeggen. Niet dat hij dat te horen kreeg, want zo zijn ze niet bij de Valkjes. Nee, ze zeiden dat hij het 'best aardig had gedaan'. „Binnen onze fa milie is dat een compliment." Het hotel groeide uit van 90 naar 210 ka mers. Iedere zaterdag en zondag schuiven er ruim duizend gasten aan, waarmee Akersloot het grootste restaurant van het concern heeft. Inmiddels runt Ben van der Valk samen met zijn broers ook de Voor schoten Groep, een zelfstandige tak bin nen de familie die onder meer hotels heeft in Emmen, Almere, Wieringerwerf en Nootdorp. Het ondernemen binnen de veiligheid van de familiebanden biedt zekerheden. Met Toekan-telg Ben van der Valk. Ben van der Valk is horecaondernemer. Telg uit de bekende Toekan-familie, manager van hotel Akersloot met het grootste restaurant van het concern. Getrouwd met Marion, vader van zes zonen en een dochter. Zelf is hij er een uit een gezin van tien. „De steun die wij aan elkaar hebben, gun ik mijn kinderen ook." door Jan Vriend foto Tom de Ruiter de inkoop en bij tegenslag kunnen ze altijd op eikaars steun rekenen. Er kleeft ook het onvermijdelijke nadeel aan dat hij als deel van de clan er altijd op wordt aangekeken als er wat aan de hand is met andere fami lieleden. Een foute bouwconstructie van de parkeergarage bij de vestiging van een verre neef in Tiel? Hij krijgt er vragen over. „Vaak is dat verschrikkelijk onterecht. Mensen kijken me aan op dingen waar ik niks mee te maken heb. Het heeft vooral te maken met die bekende naam. Iedereen kent ons. Dat is handig omdat we met die naam het vertrouwen van veel gasten heb ben, maar het is ontzettend onhandig als er bij een van de vestigingen iets gebeurt dat minder prettig is. Dan is het meteen groot nieuws omdat het om dé Valkjes gaat die iedereen kent. Terwijl het meestal niet meer dan een incident is bij een verre vestiging waar we zelf totaal niks van we ten. Vroeger kon ik daar razend om wor den. Nu denk ik: zulke dingen zijn onver mijdelijk bij een groot bedrijf met een be kende naam. Met de Fiod-affaire leek het succes zich te gen de familie te keren. Vanwege betalin gen met zwart geld werden Ben, zijn vrouw en andere familieleden op een druk ke zondagavond in hun zaak gearresteerd. Het concern werd veroordeeld tot een boe te van 140 miljoen gulden. Liever praat hij er niet meer over. Vooruit, heel kort dan. „Ik heb me rot geschaamd. Het voelde als een blamage om na jaren hard werken als crimineel te worden afgeschilderd. Ik ben er ook nog altijd van overtuigd dat wij des tijds als voorbeeld zijn gebruikt om de he le branche af te schrikken. Overal in de ho reca betaalden ze het personeel in die tijd zwart. Anders kreeg je geen medewerkers. Door ons als bekendste bedrijf eruit te pik ken, gaf justitie een signaal af dat het an ders moest Ik besef dat we fout bezig wa ren. We hebben betaald en ons bedrijf is gereorganiseerd. Het leuke was dat ik na die tegenslag opbeurende reacties kreeg van oud-medewerkers die als student in het weekend bij ons hadden geholpen. Een paar hebben nu topbanen bij multina tionals en komen nog altijd bij ons eten. Dan zeggen ze: bij jou heb ik leren wer ken. Gelukkig zijn de gasten ook nooit weggebleven. Kennelijk heeft Nederland geen hekel aan ons gekregen." Alleen al in Akersloot heeft hij driehon derd medewerkers. Samen met zijn broers investeerde hij miljoenen in andere vesti gingen. Terwijl de concurrentie in de hore ca moordend is. Dat brengt altijd druk met zich mee. „Als ik een paar honderd stoelen voor het restaurant nodig heb en ik hoor dat mijn leverancier ze uit Roemenië haalt, ga ik toch even naar dat land om te kijken of ik ze rechtstreeks daar bij de fabriek kan ko pen. Ben ik ergens onderweg, dan kijk ik altijd wat er te koop staat. Een stukje land, een restaurant, ik zal altijd even bijrem- men om het te bekijken. Dan denk ik: kan ik er wat mee? Die onrust hoort hij een on dernemer. Het betekent wel druk, maar ik voel dat niet zo. „Door de sociale controle binnen de fami lie ben ik gewend te presteren. Je houdt el kaar scherp. Lanterfanten hoort er niet bij, er is altijd wel werk te doen, leerde ik thuis. Als het zakelijk tegenzit, is dat juist een prikkel om het in het vervolg beter te doen. Een ander zegt misschien: hij heeft zijn jeugd gemist. Op de werkvloer heb ik alle kanten van het leven geproefd. Drukte is ook een manier van leven. Ik ben er mee vertrouwd geraakt dat de horeca een conti nubedrijf is. Een feest duurt tot 's avonds laat, de volgende dag begint de ontbijt- ploeg weer vroeg. Dat is juist het leuke van eigen baas zijn: je kunt altijd werken." Er kleeft een nadeel aan groot zijn: hij krijgt nauwelijks tegenspraak. „Het lijkt soms alsof ze om me heen denken: meneer Van der Valk zegt het, dan zal het wel zo zijn. Ter wijl ik echt niet altijd de goede beslissin gen neem. Ik kan ook slecht tegen mijn verlies, dus eigenlijk zou ik na een tegen valler misschien juist méér naar mijn om geving moeten luisteren. Hoe ouder ik word en hoe meer stappen ik heb gezet, hoe moeilijker ik het vind om kritiek te ac cepteren. „Eigenlijk zijn mijn vader en broers mijn beste raadgevers. Ik kom uit een fantas tisch gezin. Ook al praten we nauwelijks over gevoel of emoties, we weten precies wat we aan elkaar hebben. Mijn vader heeft nooit tegen me gezegd dat ik het goed heb gedaan, maar ik weet dat hij trots op me is. Je hóórt hem niet, maar in één oogopslag zie ik of hij iets goed of niet goed vindt. Mijn oudste kinderen werken nu in het weekend mee in het restaurant. Van mij mogen ze straks compagnons in de zaak worden. Het plezier dat ik heb van de hechte familieband, gun ik mijn kinde ren ook. Ik zat mijn zoon Rob laatst te pes ten omdat hij bij een voetbalteam was weggestuurd. Ze vonden hem nét niet goed genoeg. Ik zei dat hij harder had moe ten trainen, en ik zei dat ik me heel mijn leven nog nooit ergens heb laten wegstu ren. Toen zei hij: maar je bent ook nog nooit ergens aangenomen. Hij had gelijk."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 37