Bladelin stichtte Middelburg Drie minicampings voetballen om de eer '..-A O PZC Zaterdag 28 juli 2007 19 De Sint-Petrus en Paulus- kerk in het Vlaamse Mid delburg, waar Pieter Bla- delin rust. foto's Ronald den Dekker Een voorstelling van de ge boorte van Christus uit om streeks 1445, waar Bladelin zichzelf bij heeft laten plaat sen (vierde van rechts, donker gewaad). De historische stadjes Oudenburg in West-Vlaande- ren, Aardenburg in Zeeuws- Vlaanderen en Middelburg in Oost-Vlaanderen hebben op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen. Het ver leden zorgt voor een band. Die is via het euregionaal project Roma aangehaald: Romeinen en middeleeu wers in Oudenburg, Middel burg en Aardenburg. door Rinus Antonisse Omstreeks 1280 beschikt de Norber tijnenabdij in Middelburg over een hoeve bezuiden Aardenburg: het Hof van Middelburg. Anderhalve eeuw la ter ontstaat in de omgeving een stad, die de naam Middelburg krijgt. De Brugse poorter en ridder Pieter Bladelin neemt het initiatief er voor. Hij kiest een strategische plaats, aan de Romeinse weg tussen Brugge en Aardenburg. Bladelin is een rijk man, vertrouweling van de Bourgondische hertogen Filips de Goede en Ka- rel de Stoute. Het stichten van een nieuwe stad moet getuigen van zijn rijkdom en macht. Hij pakt de aanleg zeer planmatig aan. Het straten- patroon verdeelt de stad in blokken, waarin ruimte is voor economie (marktpleinen), gods dienst (parochiekerk, godshuis), ziekenzorg (hospitaal) en wonen. Een kasteel overheerst de stad. De bouw be gint in 1448 en bij de dood van Bladelin in 1472 is het nog niet klaar. De Sint-Petrus en -Pauluskerk staat er dan wel. Bladelin rust er in zijn graftombe. De bloeiperiode van Middel burg heeft niet lang geduurd. Verschillende malen wordt het stadje tijdens oorlogshande lingen verwoest. Het verwordt uiteindelijk tot een dorp (nu deel van de gemeente Malde- gem). Het verhaal is opgetekend in het boekje Vor sten, burgers en soldaten, dat gaat over de Romei nen en middeleeuwers in Oudenburg, Middel burg en Aardenburg. Het sluit een Europees project af van Maldegem, Sluis en Oudenburg. Insteek: het verleden meer zichtbaar en ervaar baar te maken. Onder meer door vernieuwing van een bezoekerscentrum en twee musea, wandelingen die de nadruk leggen op de Ro meinse tijd en de middeleeuwen, een toeris tische folder en het boekje, waarvoor Arco Wil- leboordse, Jean Luc Meulemeester, Inge de Roose en Pedro Pype de teksten verzorgden. Door vormgeving en inhoud is het een aantrek kelijke uitgave, waarin het verleden herleeft. Met een lijntje naar het heden: wat er aan be zienswaardigheden bewaard en blootgelegd is. Aardenburg en Oudenburg komen op gang in de Romeinse tijd, hoewel de streek al ruim vóór het begin van de jaartelling schaars be woond is. In beide plaatsen bouwen de Romeinen een castellum. Archeologisch werk heeft veel spo ren van hun aanwezigheid opgeleverd. Net als Middelburg-in-Vlaanderen beleven Aarden burg en Oudenburg hun grootste bloeitijd in de middeleeuwen: hun 'gouden eeuw' is een dubbele, tussen 1150 en 1350. Die bloeiperiode wordt nooit meer geëvenaard. In Oudenburg wordt het verhaal van het verle den verteld in het Romeins Archeologisch Mu seum, in de voormalige abtswoning van de Sint-Pietersabdij (wegens verbouwing pas be gin 2008 weer open). Het Gemeentelijk Archeo logisch Museum toont in Aardenburg bodem schatten en het leven van vroeger. Archeologi sche vondsten in Middelburg zijn in het bezoe kerscentrum te zien. Vorsten, burgers en soldaten. Redactie O. de Poot- er, I. de Roose, Meulemeester en A. Wille- boordse. Uitgave gemeenten Maldegem en Sluis en de stad Oudenburg. De maatschap Poppe-Dekker heeft een landbouwbedrijf, paardenpension en mini- camping De Kreekrug bij Grijpskerke. We volgen beide families wekelijks tijdens het kampeerseizoen. door Miriam van den Broek Leuk hoor, die camping en die paarden. Maar niet voor de zonen van Piet en Katinka Dekker. De zesjari ge Ramon en de twaalfjarige Len- nart vermaken zich liever met voetbal. En dat combineert nu eenmaal niet zo fijn met een camping. Want niemand zit te wachten op een leren bal die door de voortent vliegt. Maar woensdagavond was het anders. Drie Grijpskerkse minicampings, de Kreekrug, In de Bocht en Munnikenhof, hielden voor het eerst samen een voetbaltoernooi Op een veld bij In de Bocht streed een mix van jong en oud, campinggast en eigenaar om de eer en een slagroomtaart. Voordat de eerste wedstrijd van start gaat, zorgen Lennart en Coen Marinussen van minicam- ping In de Bocht, voor de opwar ming. Beide jongens voetballen bij v.v. Serooskerke. Lennart zit daarnaast ook in de Zeeuwse se lectie. Dat voetbal voor hem een serieuze zaak is, blijkt meteen. De warming-up wordt professio neel aangepakt met een rondje rennen, huppelen met hoog op getrokken knieën en zijwaarts springen. De kleuters, vaders en iedereen die er qua leeftijd tus senin zit, volgen gedwee. Dan is het tijd voor de aftrap. De Kreekrug speelt tegen Munniken hof Er staan te veel spelers op het veld, dus wordt er een wissel spelertje vanaf gehaald. Het jon getje van een jaar of vijf barst in hartverscheurend snikken uit. Hij wil niet naar de kant. Hij wil meedoen. Terwijl ouders foto's maken, fil men en hun kroost aanmoedi gen, vertrekt de Limburger Mar co van Deursen direct na het eer ste potje naar de andere kant van de camping. Daar neemt Munnikenhof penalty's en Mar co, die vakantie viert op de Kreekrug, speelt voor keeper. „Komt er zo'n klein menneke van een jaar of vier naar de bal toe", vertelt hij na afloop van de penalty-reeks, „dus duik ik be wust naar de verkeerde hoek. Kind blij. Maar wat denk je: is daarna zijn vader aan de beurt. En die geeft met toch een poeier tegen die bal... Kleine kinderen helpen doe ik dus in het vervolg ook niet meer", zegt hij met een knipoog. De keeper waartegen de Kreek- rug strafschoppen moet nemen, is minder coulant. Alleen scherp in de bovenhoeken geplaatste ballen eindigen uiteindelijk in het doel. Het toernooi wordt gewonnen door In de Bocht. Toch weer dat voordeel van een thuiswedstrijd, stellen de andere teams vast. Maar niemand is teleurgesteld. Want aan het einde wacht er taart voor iedereen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 19