Dinsdag 24 juli 2007 PZC Isolde Hallensleben (32) presenteert in afwisseling met Leon Verdonschot Wat nu?!, Vara's nieuwe doordeweekse zomerserie op Nederland 3. In De wereld draait door viel ze op als de Ruby Wax van De Jakhalzen. door Maurits Schmidt foto Merlijn Doomernik U hebt Duits-Indisch bloed. Net als Georgina Verbaan. „Nou denkt u dat Duits-Indisch voor ADHD- typetjes staat. We hebben gemeen dat men ons niet intelligent vindt, omdat we dienst baar, publieksvriendelijk zijn. En dat we ons daar bij neerleggen." Bent u als beledigende nitwit nog steeds het ideale boegbeeld van gê nante nikserigheid en smakeloos ex hibitionisme „Ik deelde de kritiek van NRC Handelsblad op het door mij in 2000 gepresenteerde BNN-pro- gramrna Deutschland is cool. Dat programma zou afrekenen met het misplaatste schuldgevoel van mijn generatie over de oorlog. Uiteinde lijk ging het toch weer over fietsen jatten. 'Keulse pot' betekende in Keulen potten interviewen. Ik dacht: laat de aarde splijten opdat ik verdwijn. Ik wil uiteindelijk wel voor de camera omdat de geïnter viewde je gelijkwaardig te kakken kan zetten. Dat knip ik er bij De Jakhalzen ook nooit uit. Ik vraag me wel af of presenteren iets exhi bitionistisch is in mij." U bent inmiddels hard op weg BN'er te worden, lijkt me. „Ik acteerde al toen ik zeven jaar was. Zes jaar later had ik de hoofd rol in Hotel Amor met grote ac teurs. De bekendheid kwam met Isolde Hallensleben presenteert Wat nu?!, Vara's nieuwe doordeweekse zomerserie. een rol in GTST. Ik had met vrien den afgesproken het niet te doen. Maar als je met zestien jaar voor één dag 1500 gulden krijgt, is je va kantie betaald. Op die leeftijd hoor je propjes te schieten op de Montessorischool. Maar ik was als volwassene opgevoed." Wat stellen we ons daarbij voor? „Mijn ouders scheidden toen ik vier jaar was. Mijn vader wilde mij snel wijs maken. Hij is hoogbe gaafd, heeft intellect hoog in het vaandel staan. Daarmee kon je al les oplossen, uitpraten. Toen ik vijfjaar was, hadden we al discus sies over het leven. Spelen was er nauwelijks bij. Ik was vroeg wijs." Toch wilt u laten zien wat u weet. Misschien ook hoogbegaafd? „Mijn IQ^werd steeds heel hoog ge test, maar vooral door mijn ruimte lijk inzicht. Ik koos toch de talen kant, omdat ik door wilde met ac teren. Gek genoeg had ik allemaal zevens, terwijl ik er geen ruk voor deed. Toch vind ik het veiliger om als dom blondje uit de hoek te ko men. Kan het altijd meevallen. Was 'Wat heet!' een proeftuin voor jonge presentatoren? In het begin vond ik u erg druk, hijgerig bijna. Voor de leeuwen gegooid? „Enorm, ja. Je moet ontspannen zijn als je erin stapt. Het is lastig: kaartje voor je neus, autocue, vol gende vraag, instartje, nog zoveel seconden. Allemaal vorm. Dat moet eerst goed, dan komt pas de inhoud. Wat heet! was een uitgele zen kans te kijken wat ik kan." Over uzelf hebt u gezegd: 'Gewoon een raar wijf met een Muppethoofd'. Ik zie in u ook een vrouwelijke Bart de Graaff. „Ja! Die gekke kop. Mensen dach ten dat ik zijn zus was. Maar hij heeft juist een heel knappe zus. Terwijl ik meer op hem lijk in m'n Muppetheid." Met 'De Jakhalzen' kwam u weer voor de camera. „Er was een tijd dat ik echt niet op tv wou. Ik zat niet lekker in mijn vel. De regisseur van De wereld draait door zei: 'Je moet weer voor de camera'. In De Jakhalzen doe ik vooral boeken, theater en film. De Vara wilde allang meer met mij, maar ze wist nog niet wat." Wat zijn de volgende wensen? „Voor de RVU een informatief amusementsprogramma over be roepen presenteren. Intussen werk ik aan een programma met oude mensen." Aan het begin van uw carrière een- ouderenprogramma? Ga dan meteen naar Omroep Max. „Gelul! Ik wil laten zien hoe oude ren in de maatschappij staan. De maatschappelijke functie van de te levisie moet terug! Je hebt zoveel amusement. Zonde! Iets bijdragen aan de maatschappij waar je ook om kunt lachen, is mijn ideaal. Ik wil, juist als jong iemand, met ouderen een kruising maken tus sen Andere tijden en Zomergasten. Brutaal, maar daarna inhoudelijk en informatief met humor en snel heid." Uw thematiek? „Informeren en amuseren over cul turele diversiteit. Wat is Neder landse cultuur? Er zijn mensen die denken dat Michiel de Ruyter cho coladehagelslag is. Daarachter zit mijn belangstelling in de psycholo gie van mensen. Hoe dat cultureel, wetenschappelijk bepaald is. Tele visienetten zijn nu toegespitst op belangstelling. Dus wie geen ken nis wil, kijkt naar amusement. Nou, die mensen zou ik graag wat bijbrengen zonder dat ze er erg in hebben. Dat ze denken: wat een grappige Muppet. In die zin krijgt televisie weer wat gelaagdheid." Mevrouw, we gaan nog veel van u horen. „Laat Isolde haar klus afmaken!" Aflevering 21: Een belangrijke ontdekking Leonie treft haar vader, verdiept in een boek over tropische vissen. Aquariumvissen. 'Weet je wat ik zojuist las?' zegt hij, 'Dat er ook tropische karperachtige vissen zijn. Kijk, hier: Cypriniformes, een karperachtige, een aquariumvis.' 'Denk je dat ze Antoinette met haar hoofd in een aquarium hebben geduwd?' 'Is een mogelijkheid.' 'Er staan er drie bij haar thuis.' Job knikt. 'Nader onderzoek van dat visje dat in haar longen zat, zou nodig zijn. Het is mogelijk dat ze thuis is verdronken in een aquarium, daarna met een auto naar Roelofarendsveen is gebracht en in de plas is gedumpt. In die badkamer bij haar thuis, waar dat heel grote aquarium staat op een vrij lage tafel, en waar je water dat over de rand is geklotst prima kunt opdweilen, kan ik me zoiets voorstellen. Het verklaart ook de striem bij haar rechter sleutelbeen.' 'Dan komt Cees van Dordt met zijn vreemde gedrag in beeld,' zegt Leonie. 'Weet jij of de politie zijn auto heeft onderzocht?' 'Jazeker. Daarin is het lichaam niet vervoerd. Daar waren ze heel pertinent over.' 'Handlanger? Een handlanger bij de moord, waardoor tegenspartelen moeilijker wordt, en dan de auto van de handlanger voor het vervoer?' 'Dat zou goed kunnen.' Ze zitten er mee, Job en Leonie. Olivier heeft hun om raad gevraagd. En nu is voor hen zijn vader ineens verdachte nummer één. Ze hebben weinig zin te proberen daar bewijzen voor te vinden. Bovendien zijn ze toch eigenlijk verplicht om de politie deelgenoot te maken van hun vermoedens. 'Ik zou met hulp van McManner best wat onderzoek kunnen doen,' zegt Job, 'maar stel we komen tot de slotsom dat Van Dordt in koelen bloede zijn vrouw thuis heeft verdronken. Daar moet je toch niet aan denken? Moeten wij degenen zijn die achterhalen wat voor reden hij ervoor heeft gehad?' 'We weten nog niet of hij het heeft gedaan.' 'Nee, maar het is geenszins uitgesloten.' Ze zijn een poosje stil. Dan zegt Leonie aarzelend: 'Je vindt dat we naar de politie moeten, hè?' 'Ja, ik vind dat er zoveel aanwijzingen zijn dat we er mee naar de politie moeten.' Leonie slaapt er niet van. Ooit zat haar vader in de gevangenis op verdenking van moord. Ze probeert zich haar eigen gevoel uit die tijd te herinneren. Papa zat in de gevangenis, het was in ieder geval duidelijk dat dat iets was om je voÓr te schamen. Wies wilde er niet over praten en ook zij, Leonie sprak er nooit over met kinderen in haar klas. Als iemand op school er iets over zei, reageerde ze bits. Maar wat voelde ze toen precies? Lukt hét haar nu nog om eerlijk tegen zichzelf te zijn en haar gevoelens heel nauwkeurig terug te halen? Of heeft ze er een spannend verhaal voor zichzelf van gemaakt, een verhaal waar ze zeifin is gaan geloven? Ze woelt in haar bed. Zo gaat het niet. Ze staat op en knipt een lamp aan. Wies hield het contact tussen haar en Job af, dat weet ze heel zeker. Als zij naar Papa vroeg, kreeg ze nauwelijks antwoord. Als ze een brief wilde schrijven of een tekening sturen, waren er geen postzegels in huis. GEEN CONTACT schrijft ze op een blocnote. Ja dat zal wel, maar wat voelde ze? Nu het licht aan is, weet ze ineens zeker dat ze er altijd van overtuigd is geweest dat Job onschuldig was. Het is een opluchting dat ze zich dit weer met honderd procent zekerheid kan herinneren. Haar gedachten gaan naar Olivier en een inktzwarte zekerheid groeit in een hoekje van haar hersenen. Ze durft hem nauwelijks voor zichzelf te formuleren, zo walgelijk vindt ze die gedachte. Ze vecht er nog een tijdje tegen, maar hij krijgt vorm, krijgt kleur, hij drijft naar de voorkant van haar hersenen. Het kan niets worden tussen Olivier en haar, dat is de buitenste schil van die gedachte. Maar binnenin zit de rotte plek: het kan niets worden, ze kan niets met hem krijgen, omdat hij de zoon van een moordenaar is, nee, zelfs omdat ze alleen maar vermoedt dat hij de zoon van een moordenaar is. Het is voor het eerst dat ze aanvoelt waarom het niets meer kon zijn tussen haar moeder en haar vader, toen bij Wies de twijfel was gekomen. Zo zit ze dus zelf ook in elkaar. De zonde van de vader is de zonde van de zoon. Ze weet toch dat Olivier geen schuld heeft aan de daden van zijn vader, dat weet ze toch. Voor hem is het allemaal zo verschrikkelijk en nu laat zij hem in gedachten ook nog vallen. Ze krijgt koude voeten en kruipt terug in bed. Ze is erg ongelukkig en dat is niets voor haar. Morgen aflevering 22. Olivier ontdekt nog iets Van jan Terlouw en Sanne Terlouw zijn eerder verschenen De charmeur en Venijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 16