'M
'Die vreselijke
Wilders moet je
aan zijn haren de
Kamer uitslepen'
1 v13
PZC Zaterdag 21 juli 2007
ijn filosofie is de filo
sofie van Jezus. Hij
was er voor de armen,
de kanslozen, de
gesjochten. Zo wil ik
in het leven staan, ik wil die mensen een
herberg bieden. Verslaafden, hoeren, gek
ken, noem ze allemaal maar op, die horen
er ook bij.
Het is zo makkelijk om mensen aan wie
iets mankeert overboord te gooien. Kijk
maar om je heen, dan zie je dat de jacht ge
opend is op mensen die anders zijn. Als je
ze niet ziet, bestaan ze niet. Het moet on
zichtbaar worden. Ia, kom nou! Het is een
ernstige vergissing om te denken dat je het
drugsprobleem oplost door koffieshops te
sluiten. Dan duikt het gewoon weer er
gens anders op.
Nederland is een beetje de weg kwijt, er is
te veel onverdraagzaamheid. In zo'n sa
menleving ben ik liever de advocaat van
de duivel, wil ik juist opkomen voor men
sen met een vlek. Voor hen is er ook
plaats. Het is goed als je mensen er op
wijst dat ze zelf ook een verantwoordelijk
heid hebben en dat niet alleen de overheid
verantwoordelijk is voor alles en iedereen.
We bekijken mensen tegenwoordig heel
erg als groep en niet als individu. Dat is ge
vaarlijk. Als er eentje niet deugt, deugt met
een de hele groep niet.
Je moet optreden tegen geweld en over
last, maar niet tegen het anders zijn. Als ie
mand een boerka wil dragen, laat zo'n
vrouw in godsnaam, bemoei je er niet
mee. Als iemand drugsverslaafd is, zorg
dan voor een plek, dan geeft-ie ook geen
overlast meer. Sta niet meteen klaar met je
oordelen en je verboden.
Zo'n Partij voor de Vrijheid, die vreselijke
Wilders, met zijn baarlijke nonsens over
allochtonen, dat het allemaal profiteurs
zijn. Die man moet je meteen de mond
snoeren en aan zijn haren de Kamer uitsle
pen. Hij is goed voor negen zetels, joh, dat
doet mij zoveel pijn.
We moeten het met elkaar doen, we moe
ten ruimte overlaten voor de ander. Er is
één wereld of er is geen wereld, maar Ne
derland is nu eenmaal meer pragmatisch
dan principieel, meer koopman dan domi
nee. Nou, ik ben meer dominee dan koop
man. Haha.
Ik ben een actievoerder. Daarin verschil ik
van wijlen majoor Bosshardt. We dachten
over bijna alles hetzelfde, wij vonden dat
de kerk er juist is voor mensen die we ge
makkelijk voorbijlopen, die we laten lig
gen. De majoor heeft zich nooit met poli
tiek bemoeid, nooit de confrontatie ge
zocht. Misschien is zij daardoor meer een
icoon geworden dan ik.
Mijn instelling is nu eenmaal dat als je op
wilt komen voor mensen die over de rand
vallen, je per definitie gigantisch veel con
flicten krijgt. Je moet ze soms zelfs bewust
opzoeken, omdat je anders niets voor el
kaar krijgt.
Pas heb ik in een kerk in Capelle aan den
IJssel gepreekt, over de profeet Amos. Die
zei tegen de Israëlieten: jullie verbeelden je
te veel. God heeft jullie bevrijd uit Egypte
en daardoor denken jullie dat God er al
leen voor jullie is, maar God heeft ook de
Filistijnen bevrijd uit Kreta. God is dus
niet alleen geïnteresseerd in de Joden,
maar ook in anderen, zoals de Palestijnen.
Nou, in Capelle mag ik dus niet meer te
rugkomen.
Bijbelverhalen moet je in een eigentijdse
versie vertellen, maar het probleem van de
kerk is dat die omslag onvoldoende ge
Dominee Hans Visser bij zijn Pauluskerk in Rotterdam.
maakt wordt. De kerk heeft veel potentie,
heeft een interessante visie op de samenle
ving. Daar hoort dan wel een organisatie
bij die een beetje past in deze tijd. Steevast
op zondagochtend naar de kerk, dat is echt
niet meer van deze tijd.
Ie moet flexibeler zijn, het kan ook in ande
re gebouwen, op andere tijdstippen. Doe
mee aan evenementen, aan discussies in
de samenleving. Het verleden is echter
vaak een ballast. Dat zint me ook niet zo
aan de Christenunie. Ze aanvaarden veel
van de moderne tijd, zoals homoseksue
len, en dat is geweldig. Maar dan komt
het: je mag het vooral niet praktiseren. Ja,
rot nou toch op.
Iedereen is over me heengevallen toen ik
een paar maanden geleden een boekje
over pedofilie heb uitgegeven. Dat is ta
boe. Dat zal allemaal wel, maar die men
sen bestaan. Ik vind dat je met ze in ge
sprek moet blijven, want ze zullen moeten
leren omgaan met hun geaardheid. Dat is
beter dan het maar weer wegstoppen, net
doen of het er niet is. Dat is heel iets an
ders dan een pleidooi voor pedofilie. Ik
ben beslist geen voorstander. Ik was het
ook helemaal niet eens met de oprichting
van een pedopartij. Ik wil alleen zeggen:
wat je er ook van vindt, die mensen horen
er ook bij. Het is uitgelegd alsof ik het alle-
maal geweldig vind. Wat heet, op een web
site stond dat ik een pedofiel was en in de
omgeving waar ik woon zijn folders ver
spreid: pas op voor die Visser, want dat is
een pedo. Ik ben bedreigd. Mijn huis is vijf
maanden bewaakt en ik moest elke dag
een andere route fietsen tussen mijn huis
en de Pauluskerk.
Dat provocerende had ik al als kind. Mijn
vader was er totaal voor zijn gezin en daar
hebben mijn zus, broer en ik enorm van
geprofiteerd, maar toen dacht ik: als ik net
zo word, zal ik een egoïst voor de samenle
ving zijn. Ik ga het andersom doen.
Hans Visser
Geboren: 1943 in Den Haag.
Gescheiden, vier kinderen.
1979: Directeur Stichting Kerkelijke Socia
le Arbeid in Rotterdam; daarmee ook domi
nee in de Pauluskerk.
s 1987: Neemt initiatief voor Perron Nul,
het afgesloten terrein naast het Centraal
Station in Rotterdam waar heroïneverslaaf-
den hun methadon krijgen en vrijelijk kun
nen gebruiken.
1994: Sluiting Perron Nul.
2000: Promoveert tot doctor in de theolo
gie aan de Universiteit van Utrecht
2007: Emeritaat als dominee en sloop Pau
luskerk (1 augustus).
Dat had niets te maken met mijn ouders,
maar alles met mij. Mijn vader werkte bij
de PTT en mijn moeder was huisvrouw.
Door en door fatsoenlijke mensen, traditio-
neel-hervormd, maar zeer liberaal. Je ging
naar de kerk, omdat je dat prettig vond,
niet omdat het moest. Ik heb een prachti
ge opvoeding gehad, ik heb ook geen enke
le behoefte om daarmee af te rekenen.
Op de middelbare school heeft die vermoe
delijk aangeboren neiging om tegendraads
te zijn, zich uitgekristalliseerd. Daar maak
te ik kennis met het communisme, in de
derde klas las ik Marx en dat vond ik hele
maal geweldig. Het antimilitaristische
sprak me erg aan, de PSP vond ik een goe
de partij, ik was lid van de socialistische
studentenvereniging en ik deed mee aan
demonstraties tegen kernwapens.
In die tijd had ik drie voorkeuren wat ik
wilde worden: dokter, politicus en domi
nee. Ja, vreemd misschien, omdat ik in die
tijd de kerk al te conservatief vond, maar
theologie leek me een heel boeiende stu
die. Voorlezen, verhalen vertellen, dat
deed ik graag. Op mijn 15e stond ik in mijn
kamer op een ladder al toespraken te hou
den als een dominee. Al snel dacht ik: wat
ik zeg, moet ik ook waarmaken.
Het gevolg van zo'n opvatting is dat je aan
varingen krijgt. Leefbaar Rotterdam, Sören-
sen voorop, kan mijn bloed wel drinken.
Eens in de zoveel jaar stuur ik hem een
brief met het opschrift: Dit is voor uw ei
gen prullenbak.
Die periode met Leefbaar is een zwarte
bladzijde uit mijn leven. Dat ligt niet zo
zeer aan Fortuyn, met hem kon je nog wel
redelijk praten, maar aan al die mensen
die hij aantrok, aan móést trekken omdat
hij ineens zo groot was geworden. Malloti
ge, gefrustreerde rechtse figuren.
Ik kan wel degelijk ook harmonieus zijn,
maar de toestand in de wereld is erg bepa
lend voor mijn stemming. Daardoor houd
ik hele wisselende preken. Al moet ik zeg
gen, vroeger was ik feller. Daardoor heb ik
minder aandacht en tijd besteed aan mijn
vrouw en kinderen dan eigenlijk zou moe
ten.
Die levensstijl is vermoedelijk een belang
rijke reden geweest voor mijn scheiding.
Na 35 jaar huwelijk. Gelukkig geen oorlog,
geen strijd. Tot de dag van vandaag zijn
we hele goede vrienden en hebben we al
les samen gedaan met en voor onze vier
kinderen, inmiddels dertigers en veerti
gers. Ook mijn lichaam heb ik verwaar
loosd, ik heb er pure roofbouw op ge
pleegd. Van mijn vader heb ik hoge bloed
druk geërfd en anderhalfjaar geleden zei
mijn dokter dat ik er rekening mee moest
houden dat ik voortijdig dood zou gaan.
Ik lijd aan hartfalen, mijn hart pompt
moeizaam. Daarom moet ik heel gediscipli
neerd leven, me aan een strikt dieet hou
den. Ik heb niet veel last van mijn hart en
dat is natuurlijk verraderlijk. Gisteren heb
ik nog vier haringen achterover geslagen.
Ik accepteer de lichamelijke beperkingen.
Ik heb inmiddels artrose in beide knieën,
daardoor loop ik wat moeilijk, maar het zij
zo. Psychische aftakeling boezemt mij wel
angst in. Dementie is echt afschuwelijk. Je
hele leven verdwijnt, je gaat aan verwar
ring ten onder. Ik zie het nu bij een colle
ga, die langzaam ook zijn geloof verliest.
Dat lijkt me verschrikkelijk.
Ik heb in mijn leven heel veel ellende ge
zien, maar nooit mijn geloof verloren. De
dmgsverslaafden die ik heb ontmoet, en
niet alleen die van Perron Nul, heb ik bij
bosjes dood zien gaan. Jonge mensen vaak,
want jongeren en drugs horen bij elkaar.
Ik heb de onderkant van de onderkant van
de samenleving gezien. Dan zou je kun
nen denken: als dat ook van God is, laat
dat geloof dan maar zitten.
God schept leven, maar hij heeft
de wereld niet afgemaakt. Te
genover het licht staat de duis
ternis, tegenover het land staat
de bedreiging van het water. Daarin is de
mens een veranderend wezen. Er zit veel
chaos in de schepping en in de bijbel staan
voorbeelden van zaken die niet op hun
pootjes terechtkomen. Conflicten mogen.
Dat geeft mij een prettig gevoel.
Ik twijfel vaak, maar ben nooit vertwijfeld.
Ik heb ook geen enkele spijt van de keuzes
die ik heb gemaakt. Ik ben met pensioen,
op 1 augustus wordt de Pauluskerk ge
sloopt, dus als ik op 2 augustus opsta, weet
ik: nu wacht er niemand meer op mij.
Pas is er een afscheidsfeest voor me ge
weest. Daar waren veel mensen met wie ik
dierbare herinneringen deel en mensen
die hebben gevraagd of ik nog iets wil blij
ven doen. Ik heb besloten in elk geval een
middag in de week als vrijwilliger te gaan
werken in de tijdelijke opvang voor de be
zoekers van de Pauluskerk. Voorlopig sta
ik nog in het licht. Zeker nadat een jongen
mij op dat feest had aangesproken, die ja
ren geleden is afgekickt van zijn drugsver
slaving en weer een normaal leven leidt.
Hij zei: dominee Visser, toen ik in de
stront van mijn leven lag, ben je me niet
voorbijgelopen."
dan koopman