Een ster moet lijden TOL VAN DE ROEM Gerard Joling v11 PZC Zaterdag 21 juli 2007 ik Gerard Joling stond dit jaar weer ouderwets twee keer op nummer één in de hitlijsten. Héérlijk vindt hij het. Niet alleen om die verslavende aandacht. Nee, vooral vanwege de erkenning. „Want ik bén natuurlijk zanger." Héérlijk. Omdat cijfers ook zo lekker onomstotelijk bewijzen dat het nog lang niet voorbij is met de artiest Gerard Joling. door Jan Vriend foto Rob Verhorst In de zomerserie 'De tol van de roem' komen mensen aan het woord die op hun vakgebied succesvol zijn. Welke prijs betalen ze daar voor? Vandaag aflevering 4: Gerard Joling Even zoeken. Waar had hij die nieuwe cd van hem ook alweer gelaten? Hij rommelt wat in de kofferbak van zijn Mercedes op het pad naast zijn huis in Aals meer. De bodem van de wagen is bedekt met confetti. Souvenir van een feestje. „La chen toch? Het leven is een feest, maar je moet zelf de slingers ophangen." Gerard loling (47) is gelukkig. Hij heeft net een nieuw contract met SBS binnen om weer twee jaar shows te presenteren. Een bést contract. „Want als je ruim een mil joen kijkers trekt, kun je wat eisen." Zijn zes concerten met De Toppers in de Arena zaten weer vol. Twee nummer-één- hits in één jaar. Eind december staat hij so lo twee avonden in Ahoy. Te veel aanvra gen voor optredens om aan te kunnen. „Ik heb een naamsbekendheid van 98 pro cent. Wetenschappelijk onderzocht, hoor. Dat zeg ik niet om op te scheppen, maar omdat ik er trots op ben. Als artiest ben je bezig om een publiek te bereiken. Dan mag je toch blij zijn als bijna het hele land je kent? Andere artiesten met wie ik vroe ger op het podium stond, liggen weer on der een auto om als monteur de kost te verdienen. Bij mij hangen 35 gouden en platina platen in de gang. Dan mag je toch niet mopperen?" Hij is de jongste in een gezin van drie. Eén broer, één zus. Alles heeft hij ervoor ge daan om artiest te worden. En vooral: om artiest te blijven. De Soundmixshow bete kende in 1985 zijn grote doorbraak. Zon der te winnen pakte hij de roem. No more bolero's scoorde in 22 landen. Toen de hit bron later opdroogde, bleef hij in beeld als tv-presentator, bond hij de schaatsen on der in Holiday on Ice en stortte hij zich op de schnabbeltoer. De tol van de roem school in de neerbuigende reacties in zijn hitloze periode. Geen hits, geen aanzien, leek het. 'Het is voorbij met loling', gniffel den zijn vijanden al smalend. „Het is zó Nederlands om artiesten na hun eerste succes af te branden. Zodra ze maar voelen dat je op je retour bent, zijn ze er als de kippen bij om dat onder een ver grootglas te leggen. Ik heb plakboeken vol met verhalen over de hoge noot die ik bij het Songfestival niet haalde. Als ik op mijn bek ga bij een ijsgala wordt dat fragment honderd keer herhaald. Maar deze jongen is altijd opgestaan en naar de volgende klus gereden. Ik heb me nooit ergens te goed voor gevoeld. Ik stapte op circuspaar- den en stond in de lucht op een stuntvlieg tuig om te laten zien wat ik durf En zes da gen per week werken, hè? Want ze kun nen alles van me zeggen, maar niet dat ik lui ben of geen talent heb. „Soms zat ik bij de stomste spelletjes en quizjes, om maar met mijn kop op de tele visie te komen. Dan dacht ik: Geer, dit is té erg. Maar het hielp om bij het publiek in beeld te blijven. Ook zonder hits deed ik altijd nog zeker 180 optredens per jaar. „Zo'n programma als Jensen heb ik natuur lijk helemaal niet nodig, maar ik ga er wel heen. Want als ik nu ga, bellen ze me over een paar jaar weer. Dan ben ik misschien weer blij dat ze me vragen." Met 'zusje' Gordon maakte hij het pro gramma Joling en Gordon over de vloer. Het werd het best bekeken programma bij Tien. De laatste serie deed hij met tegen zin. „Ik heb nog onderzocht of ik er onder uit kon, maar het zat contractueel zó dicht dat het me een kapitaal zou kosten als ik me terug zou trekken. Toch hoor je me niet klagen over het programma, want het heeft mijn carrière weer in de lift gebracht. Maar soms was het natuurlijk té erg. We waren doorgeschoten met dat scheten en dat boeren. Mijn moeder begon er ook steeds over. Dan kreeg ze weer klachten op de kaartclub en de zwemclub. Zelf keek mijn moeder niet eens meer. „Ik heb me voorgenomen nooit meer iets over collega's te zeggen, maar Gordon heeft me wel een moeilijke tijd bezorgd. Hij is een leuke artiest, maar niet de mak kelijkste om mee te werken. Je kunt toch niet overal om lachen? Als je bij mensen op bezoek bent die hard moeten werken voor een klein beetje geld kun je het toch niet alleen hebben over je dure schoenen en je mooie zonnebril? Van huis uit ben ik met meer respect grootgebracht. „Voorlo pig heb ik het even gehad met die samen werking. Best mogelijk dat Gordon door wil gaan, maar ik hoef even niet. Ik moet nog zien met wie hij anders zo'n program ma kan maken." De openbaarheid van het artiestenleven kan hard zijn. Toen zijn vriend vader werd, was dat al nieuws. Toen bleek dat de moeder de zus van Marco Borsato was, werd het gróót nieuws. Nieuws dat tege lijk koeltjes onthulde dat Gerard loling op mannen valt. „Het was de moeilijkste pe riode van mijn leven. Niet omdat de we reld opeens wist dat ik homo ben. Dat was toch wel een keer naar buiten gekomen. Het ergste was dat ik moest accepteren dat ik mijn vriend moest loslaten. Dat verdriet overheerste. Dat daarbij mijn gevoelswe reld op straat kwam te liggen, deed me niet zo veel meer. Dat kon ik er wel bij hebben. Gelukkig zijn Wino en ik nog al tijd bevriend. Hij regelt mijn zaken en rijdt me meestal naar optredens. In die zin heb ik nog altijd steun aan hem. „Voor mijn populariteit is die ellende hele maal niet nadelig geweest. Hoe dieper het dal, hoe meer het publiek je omarmt. Een ster moet lijden. Wie alleen komt te staan, krijgt de sympathie. Kijk maar naar Wen dy van Dijk, kijk maar naar Willeke Alber- ti. Het publiek houdt van verliezers. Bij te genslag wordt een ster weer gewoon. Dat zien de mensen graag." Nog een keer die openbaarheid. Toen er in een Amsterdamse kroeg klappen vielen, deed het slachtoffer aangifte van mishan deling. Gerard Joling was de dader, beweer de hij. „Het is verschrikkelijk als je iets niet doet en er tóch de schuld van krijgt. Dat hele strafproces van de rechter tot het ho ger beroep duurde drie jaar. Je dacht toch niet dat justitie zich zo in zo'n klein geval letje had vastgebeten als het om een ander was gegaan? Dan was die zaak allang gese poneerd. Nu het om Gerard loling ging, werd het nieuws en beet iedereen zich er in vast. Dat heb ik nou altijd. Als ik te hard rijd, komt het op de voorpagina. Als ik van een paard val, komt het op tv. Henny Huisman belde me een keer om me te feliciteren. Hij lachte zich rot dat het me in één week vijf keer was gelukt om de kranten te halen. Hij zei: welke artiest krijgt zo veel promotie?" Een ongeschreven wet zegt dat artiesten nooit iets mogen zeggen over de politiek. Het zou hen fens kunnen kosten. „Daar heb ik lak aan. De wereld mag van mij we ten dat ik het niet op links heb. In dit land word je toch gestraft als je werkt? Ik heb echt geen geldgebrek, maar de belasting en de regeltjes hier zijn toch dodelijk? Ieder een mag van mij weten dat ik op Rita Ver donk heb gestemd. Zij zegt waar het op staat. Daarom vind ik het jammer dat ze door haar eigen club buitenspel wordt ge zet. Dat krijg je als zo'n vrouw een beetje succes heeft. Wat dat betreft zijn politici net artiesten." Het genadeloze van de artiestenloopbaan. Altijd aandacht krijgen, zelden aandacht kunnen geven. „Ik ben voorzichtiger ge worden met het toelaten van nieuwe men sen om me heen, maar af en toe komt er een leuk type logeren. Want de pony moet wel blijven grazen. Met de eenzaam heid valt het erg mee. Van mij mag er een vogeltje in het kooitje komen vliegen, naar ik zoek niet naar een relatie. Misschien is het wel goed zo. Met zo veel succes en zo veel leuke mensen om me heen, mag ik toch ook wel een keer tevreden zijn? |e hoeft toch geen partner te hebben om ge lukkig te zijn? Ik ben getrouwd met mijn jongensdroom." Gerard Joling: „Het is zó Nederlands om artiesten na hun eerste succes af te branden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 83