Duizendpoot met een missie
v4
Zaterdag 21 juli 2007 PZC
Hè, vraag haar nou niet wat de mooiste duikplaats in de wereld is. Als iemand het kan weten is het
door Mieke van der Jagt
foto Mechteid Jansen Inez Flameling wel, maar het is zo moeilijk kiezen. De Rode Zee in Egypte? De kelpwouden voor de
Bretonse kust, de koraalriffen in de Caraïben of misschien toch de oceaan bij Ierland? De
Oosterschelde dingt ook mee, al was het alleen maar omdat die op een steenworp afstand van haar
huis aan de Wantesweg in Colijnsplaat ligt.
Het is allemaal anders en
allemaal mooi. Vooral als
je goed leert kijken en be
grijpen, valt er onder wa
ter veel te genieten. Een
strategische keuze zou daarom de Oos
terschelde kunnen zijn. „Er is veel te
weinig aandacht voor de natuur onder
de waterspiegel van de Oosterschelde.
Die verdient veel meer koestering. Als
beleidsmakers werkelijk inzicht zou
den verwerven, zou het vissen met
sleepnetten onmiddellijk worden ver
boden."
Ze is nog geen veertig, maar ze heeft al
een indrukwekkende loopbaan achter
de rug. Na de middelbare school rolde
Inez Flameling de wetenschap in. „Op
mijn achttiende wilde ik niets liever
dan uit Zeeland weg. Zo ver mogelijk.
Het werd Groningen, biologie. Marie
ne biologie, dat wel. In Groningen heb
ik ook leren duiken: oneindig trainen
in een zwembad met allemaal kerels,
want vrouwen doken toen nog nauwe
lijks. Nadat ik was afgestudeerd kon ik
nog verder weg: Indonesië, waar de ko-
raalbleek onder invloed van de stijgen
de watertemperatuur verontrustende
vormen aannam. Het Wereld Natuur
Fonds wilde weten of herstel mogelijk
we de problemen moesten tackelen.
Maar Rijkswaterstaat is een conserva
tief clubje. Dat zie je al als je het hoofd
kantoor binnen stapt. Er hangen veer
tig portretten in de hal. In mijn tijd
twee vrouwen: de minister en de
staatssecretaris, de rest allemaal grijze
mannen: de hoge ambtenaren."
Toen ze de kans kreeg het gedenkboek
over de Ramp te schrijven, besloot
Inez nog een jaar te blijven. „Ik had
het kunnen weten, maar ik moest vech
ten om kritische geluiden aan het
adres van Rijkswaterstaat in het boek
houden. Het is een mooi boek gewor
den. Ik kon zelf de hele uitgave regelen
en het mocht best wat kosten. Op 1 fe
bruari 2003, toen precies vijftig jaar na
de Watersnoodramp het boek werd
overhandigd, nam ik ontslag."
De liefde was weer opgebloeid, de
Zeeuwse klei begon weer te plakken
en Inez werd ondernemer. Ze begon
een duikschooltje in een keetje op de
Oranjeplaat en dat liep als een trein.
Kinderen, volwassenen, beginners, ge
vorderden: Inez leerde iedereen dui
ken en vooral ook kennismaken met
het wonder onder water. Het ging zo
goed, dat de duiksport bijna met haar
op de loop ging. Er kwam een winkel
ligerswerk. Voor de Stichting Promotie
Colijnsplaat Kats, die Inez hielp oprich
ten, zet ze regelmatig thema-avonden
op touw over alles wat een mens met
betrekking tot water kan bezighouden.
Na een etentje in de Vismijn komen
de onderwerpen aan de orde met
films, lezingen en discussies. Alles in
informele sfeer en het zaaltje zit stee
vast lekker vol.
„Tja, we hebben inmiddels twee kinde
ren en sinds februari geef ik les aan de
faculteit Science aan de Roosevelt Aca
demy: evolutie en ecologie. Dat is zó
geweldig, niet in de laatste plaats om
dat het zo'n goed instituut is. In mijn
tijd deden de docenten op de universi
teit het onderwijs er maar zo'n beetje
bij. Ze waren er in de eerste plaats om
onderzoek te doen en dan moesten ze
weieens les geven. Bij ons stond een
man met zijn rug naar de zaal te wau
welen en onbegrijpelijke wiskundige
dingen op het bord te schrijven. Geen
van de studenten, toch allemaal ge
slaagd met goede cijfers voor wiskun
de, snapte er wat van en niemand die
het lezen kon. Het gekke was, dat daar
niets aan werd gedaan. De studenten
klaagden niet, ze vielen gewoon af,
maar als ze wat gezegd hadden, zou
een oude oesterput en tal van broed
en trekvogels. Biologisch bijna even in
teressant als de Oosterschelde. Die
heeft Inez, sinds ze er twintig jaar gele
den voor het eerst dook, wel zien ver
anderen. „Vroeger zag je die Japanse
oesters nauwelijks, het zat vol zee-anje
lieren. Een kreeft moest je met een
lampje zoeken. Nu struikel je over de
kreeften. De kwetsbare jonge dieren
vinden voldoende bescherming in de
riffen die de oesters vormen en je ziet
ook steeds meer exoten, zoals lipvis-
sen. Verandering is niet per definitie
slecht, want het is een voorwaarde
voor biologische ontwikkeling. Ik heb
wel de indruk dat de biodiversiteit is
afgenomen. Roggen en haaien zijn er
haast niet meer, ze vinden te weinig
voedsel. Een van de redenen is de
voortdurende verstoring van de bo
dem door het vissen met sleepnetten.
De Oosterschelde is het grootste Natio
nale Park dat we hebben, maar het eni
ge dat voortdurend wordt omge
ploegd. Als ze de Hoge Veluwe twee
keer per jaar met trekkers zouden om
ploegen, zou de verontwaardiging
geen grenzen kennen. In de Ooster
schelde ziet niemand het, dus hoor je
niks."
'Als ze de Oosterschelde met trekkers omploegen hoor je niemand protesteren
was. Ik kon mijn onderzoek gelukkig
met een bevestigend antwoord afslui
ten." Toch weer terug naar Zeeland.
Bij het Nederlands Instituut voor Oeco-
logisch Onderzoek kon Inez promotie
onderzoek doen naar fotosynthese bij
algen. Een van de voornaamste dingen
die ze leerde, was dat ze niet haar hele
leven als onderzoeker wilde werken.
„Ik ben toch meer een generalist. Het
gebiedje dat je als onderzoeker onder
handen neemt, is zo klein, en de biolo
gie is zo groot. Voor het NIOO ben ik
na mijn promotie als voorlichter gaan
werken, eerst in Yerseke en toen in
Utrecht. Ik schreef weieens stukjes
voor Bionieuws, het krantje van de Ne
derlandse biologen. Dat vond ik leuk.
Een cursus wetenschapsjournalistiek
in de avonduren lag dus voor de hand.
Dat heeft richting gegeven aan de keu
zes die ik daarna gemaakt heb. Dat, en
het feit dat ik inmiddels een relatie
had met Thijs. In Zeeland." Het werd
Rijkswaterstaat in Middelburg, voor
lichting en advies. Nadat de relatie tij
delijk op de waakvlam ging, pakte ze
het aanbod van haar baas aan om in
den Haag de zoektocht naar een toe
komstscenario te organiseren. „Eigen
lijk heel interessant. Ik organiseerde
discussies en workshops met Jan en al
leman. Over hoe Nederland er over
tientallen jaren uit moest zien en hoe
bij met een vulstation in Colijnsplaat.
„Dat was druk en mijn biologische on
derwateractiviteiten gingen gewoon
door. In de Caraïben gaf ik een jaar of
vijf geleden een soort biologische zeil-
les aan kinderen voor een Amerikaan
se reisorganisatie. Dat was zo fantas
tisch dat ik dat aan deze kant van de
oceaan ook wel zoiets wilde doen. Met
SN P-natuurreizen heb ik contact ge
zocht en sindsdien organiseer ik twee
duikreizen per jaar naar Egypte. Er
gaan acht tot zestien personen mee en
ik regel alles, behalve het vliegticket."
In de Oosterschelde doet Inez iets
dergelijks, maar dan met men
sen die al goed kunnen duiken.
„De themacursussen zijn echt
een succes. Onder duikers vind
je veel natuurliefhebbers en het water
zit vol met thema's: visbiologie, kreeft,
koraalrifbiologie, oceanografie; ik kan
nog jaren verder. En de klanten zijn
ontzettend trouw. De meesten doen
telkens opnieuw mee. Het is, met de
komst van goedkope digitale camara's,
ook weer leuker geworden. Iedereen
maakt foto's onder water, die we dan
ook weer kunnen bespreken. Hoogte
punten zijn het, het vergt alleen een
enorme voorbereiding." Dat geldt ook
voor de thema-avonden in de de Vis
mijn in Colijnsplaat, maar dat is vrijwil-
niemand hebben geluisterd. In Middel
burg staat het onderwijs centraal. Stu
denten wordt voortdurend gevraagd
naar hoe het beter zou kunnen. De
kwaliteit van het onderwijs is continu
onderwerp van discussie."
Maar hoe enthousiast
Inez ook is over alles
wat ze doet, zelfs een
duizendpoot moet wei
eens keuzes maken.
„Dat heb ik dan ook maar gedaan. De
duiklessen, het vullen en de verkoop
van uitrustingen, laat ik nu aan andere
duikscholen over, er zijn er genoeg.
Oceanus is nu een gespecialiseerde
duikonderneming voor reizen, cursus
sen en onderwaterbiologie. Daarnaast
blijf ik journalistiek werk doen, tussen
door."
Op Noord-Beveland, waar boeren, be
stuurders, burgers en ondernemers
hun best doen om landbouw, natuur
en recreatie elkaar te doen versterken,
heeft Inez Flameling een nieuw ele
ment ingebracht: de wetenschap. Ei
genlijk verenigt ze ook al die elemen
ten in zichzelf. Door een een oude
boerderij te kopen, is ze inmiddels ook
een beetje boer geworden.
Tussen de boerderij en de Oosterschel
de ligt de grootste en meest gevarieer
de inlaag van Noord-Beveland, met
Naam: Inez Aleid Flameling
Geboren: 24 januari 1968 in Rotter
dam
Woonplaats: Colijnsplaat
Opleiding: Basisschool en VWO in
Zierikzee, Biologie aan de Rijksuni
versiteit in Groningen, afgestudeerd
in de mariene biologie Duikbrevet-
ten. Promotie bij NIOO in Yerseke.
Avondopleiding Wetenschapsjourna
listiek.
Loopbaan: Na afstuderen in 1992
onderzoek in Indonesië, daarna on
derzoek en voorlichting bij het
NIOO. Functies bij Rijkswaterstaat
in Middelburg en Den Haag. In
2003 begonnen met eigen duik
school. Sinds februari universitair do
cent.
Beroep: Universitair docent aan de
Roosevelt Academy in Middelburg,
free lance wetenschapsjournalist, en
eigenaar van een organisatiebureau
dat gespecialiseerd is in reizen en
opleidingen, gericht op onderwater
biologie: Oceanus.
Burgerlijke staat: samenwonend
met Thijs. Kinderen: Wieke (3) en
Douwe (1).
Bijzonderheden: schrijfster van het
boek Hoog Water, in opdracht van
Rijkswaterstaat bij de herdenking
van de Watersnoodramp van 1953,
over heden verleden en toekomst
van de veiligheid met betrekking tot
water.