Man van tachtig miljoen
TOL VAN DE ROEM
Jo Roelof Zeeman
v11
PZC Zaterdag 14 juli 2007
In de zomerserie 'De tol van de roem' komen
mensen aan het woord die op hun vakgebied
succesvol zijn. Welke prijs betalen ze daar
voor?
Vandaag aflevering 3: Jo Roelof Zeeman
Vorige week gebeurde het nog. Ie
mand schoot hem aan. De man
wilde even 50.000 euro lenen.
„Zo'n type heeft dan wat over
me gehoord of gelezen en denkt: die kan
het wel missen. Ik kende hem vaag. Hij zat
met huwelijksproblemen. Er was iets met
een huis, of zo. Op zo'n moment neem ik
afstand. Meteen nee zeggen. Ik kan toch
geen geld gaan rondstrooien aan iedereen
die ik in de verte ken? Je moest eens we
ten hoeveel mensen me vragen om geld.
Heel gênant."
Karakteristieke kop, geboren verteller. Vra
gen stellen? Best. Maar hij vertelt zijn ei
gen verhaal. Eentje waarin hij de antwoor
den lijkt te maskeren. De ondertoon: pak
ze zelf maar uit. Een levensles kun je tóch
niet leren.
Jo Roelof Zeeman kwam ter wereld als
zoon van de bakker in het Noord-Holland
se Midwoud. Hij werkte bij een timmer
man, volgde cursussen en begon in 1962
zijn eigen architectenbureau. Zeeman
werd groot in projectontwikkeling. Was er
een gemeente die er ook maar voorzichtig
over dacht om een nieuwe wijk te bou
wen, dan had hij de beoogde grond al in
handen. En wie grond heeft, heeft zeggen
schap. Zo verrezen er 10.000 Zeeman-wo
ningen.
Hij was 58 toen hij met vrienden onder de
naam Nieuwe Steen Investments groot
schalig in onroerend goed ging beleggen.
Kantoren, winkels, woningen. Om de aan
delen gemakkelijk te kunnen verhandelen,
brachten ze hun bedrijf - destijds goed
voor 300 miljoen euro in vastgoed - naar
de beurs. Inmiddels is de onderneming
een miljard euro waard. Begin dit jaar ver
kocht Zeeman zijn aandeel van 12 procent
in NSI aan een Israëlische investerings
maatschappij. Hij ving 80 miljoen euro.
Zijn naam prijkt op de Quotelijst van
500 rijkste Nederlanders. En daar heeft hij
een hekel aan.
„Die Quotelijst is grote onzin. Driekwart
van de genoemde namen kan eruit. Die lui
die zo'n lijst samenstellen houden er geen
rekening mee dat een groot deel van de
centen van de bank komt. Ik 80 miljoen?
Het zal wel. Dat ze dat geld voor mijn aan
delen hebben betaald, wil toch niet zeggen
dat ik het in mijn zak heb? De bank deelt
ook mee, hoor. Rijkdom? Ach. We hebben
een paar centen, maar we zijn toch begin
ners als je het vergelijkt met de grote jon
gens van het oude geld."
Altijd kritiek. Zijn verschijning is steevast
goed voor fronsende wenkbrauwen. Door
die glimmende Rolls Royce met chauffeur.
En die opvallende bontmuts in de winter.
„Ze mógen me een rijke stinkerd vinden.
Een arrogante patser desnoods. Maar wat
Jo Roelof Zeeman: „Ze mógen me een rijke stinkerd vinden."
Jo Roelof Zeeman (72) zit in het onroerend goed. Woont met
zijn vrouw in een groot landhuis bij Wognum in
Noord-Holland. Is vader van twee zonen en een dochter en
grootvader van vier kleinkinderen. Hoort volgens de Quotelijst
tot de 500 rijkste Nederlanders. De man van tachtig miljoen,
noemen ze hem. Omdat hij zijn aandelen in
beleggingsmaatschappij NSI voor dat bedrag verkocht.
door Jan Vriend foto Marcel Rob
een ander over me zegt of denkt, interes
seert me echt geen moer. Die bontmuts
draag ik gewoon omdat ik anders gauw
oorpijn krijg in de kou. En die auto met
chauffeur is alleen maar praktisch. Ik ben
uren onderweg. Dan lees ik en regel ik
mijn telefoontjes. Als ik thuis kom, is het
werk af Een grote ondernemer zonder
chauffeur is op een verkeerde manier zui
nig. Als je 600 man personeel hebt, dan
kan nummer 601 er ook wel af. Dat ik voor
een Rolls kies, is een kwestie van kwaliteit.
Die auto is mijn kantoor."
Toen zijn jongste zoon verkering kreeg,
waren de ouders van het meisje huiverig
zodra ze hoorden uit wat voor gezin de
jongen kwam. Zou zo'n miljonairszoontje
geen verwend kereltje in een pak zijn?
„Mijn kinderen hebben zich nooit poene
rig gedragen. De argwaan van die mensen
was meteen over toen ze ons leerden ken
nen. Mijn zoon is nu al jaren met dat meis
je getrouwd. Dat meisje heeft nu de lei
ding bij NSI. Ik begrijp het dat de buiten
wacht twijfels heeft als ze verhalen horen
over mensen met veel geld. De graaicul
tuur bij grote ondernemingen en energie
bedrijven is funest voor het beeld van de
ondernemer. De lui die dat doen, zijn geen
ondernemers, maar managers verblind
door zelfverrijking.
„Ook door de bedragen die sommige arties
ten en voetballers tegenwoordig verdie
nen, krijgt de buitenwereld al gauw de in
druk dat mensen met veel geld slappelin
gen zijn met grootheidswaanzin. Daar heb
ik mijn kinderen altijd voor willen behoe
den. Daarom heb ik ze altijd hard laten
werken voor hun geld. Niet uitslapen,
maar aan de gang. Ook op zaterdag."
In de tijd dat de bouwfraude in het
nieuws was, kreeg hij een telefoontje
van de ex-burgemeester van Hoorn.
De eerste burger kwam liever niet op
zijn kerstfeestje. Hij wilde even niet gezien
worden in de bouwwereld.
„Dat deed me zeer. Ik vond het ook
vreemd. Ieder jaar was hij er. En toen zo
maar niet. Terwijl we echt niks te verber-
gen hadden. Wegblijven maakte het juist
verdacht! Dan merk je dat je heel snel in
een merkwaardig daglicht komt te staan.
Toevallig omdat je met je bedrijf óók in de
bouw zit. Terwijl ik nooit iets met omko
ping te maken wilde hebben. We namen
wel relaties mee op mijn schip, maar al
leen als ze al relatie waren, nooit om ze als
relatie te krijgen. Een rondje varen met
klanten en bestuurders is een kwestie van
een ander wat gunnen. Je kunt toch niet
altijd zakelijk blijven? Dat betekent echt
niet dat je een wethouder 10.000 euro
hoeft te geven, maar dat je bij een glas
waardering laat blijken voor de samenwer
king. Bij onze tochtjes gaan de dames van
de relaties altijd mee. Weet je dat ons
schip ons daarmee heeft behoed voor een
hoop gedonder? Op die manier kwamen
we nooit in het foute circuit van hoeren
en snoeren."
Bij de verkoop van zijn aandelen kwam
het tot een meningsverschil met andere
grootaandeelhouders. Die meenden dat
het aandeel meer waard was dan het be
drag dat werd geboden. Ze verkochten
hun deel niet. Zeeman vond het genoeg.
Hij kwam daarmee lijnrecht tegenover
mensen te staan met wie hij jaren in ver
trouwen had samengewerkt.
„Hou het er maar op dat ik zeer teleurge
steld was. Deze mensen hebben jaren mee-
gesurft op het succes van NSI. Ze werden
rijk door de lijn die NSI uitzette. Ze krijgen
altijd een goed dividend, het aandeel is
waardevast. Maar ik ben 72 jaar. Dan moet
je op een dag toch mogen zeggen dat het
genoeg is? Ik heb toch niet het eeuwige le
ven? Toen ik een goed bod kreeg, gaf ik de
andere grootaandeelhouders de kans om
mee te gaan. Ik dacht: gelijke monniken,
gelijke kappen. Een paar vonden het niet
genoeg. Dat ik tóch verkocht, werd me
kwalijk genomen. Ik was even bang dat de
algemene vergadering van aandeelhouders
vervelend zou worden. Gelukkig had de
meerderheid begrip voor mijn standpunt,
maar dat oude vertrouwelingen me verwe
ten dat ik eruit stapte, was pijnlijk.
„Ik ben een dictator, ik kan niet samenwer
ken. Maar door mijn werk heb ik wel de
leukste mensen ontmoet. Een man als
Hans Wiegel heeft 5 miljoen vrienden,
maar uit de stapels uitnodigingen die bij
hem op de mat vallen, kiest hij die van
mij. Als je een paar keer achter elkaar naar
begrafenissen en crematies moet, ga je na
denken over de betekenis van vriend
schap. Dan kijk je ook anders naar begrip
pen als succes en geluk. Dat relativeert.
Mijn filosofie is dat succes en geluk ver
schillende dingen zijn. Succes maakt niet
gelukkig, maar voor succes moet je wel
een beetje geluk hebben.
„Tegen jonge mensen die succes nastreven
zeg ik altijd: doe waar je goed in bent en
blijf dat doen. Maak vooral geen uitstapjes
naar zogenaamd aantrekkelijke zijwegen.
Dat heeft grote jongens als Ahold en Getro-
nics ook de kop gekost. Gaat er iets fout,
kijk dan niet achterom, maar neem je ver
lies en ga weer verder. En zet je stok nooit
te ver. Als je de overkant van de sloot niet
kan zien, moet je niet springen."