Sprakeloze dagen in koude vrede Alleen in de wind v9 PZC Zaterdag 14 juli 2007 Het korte verhaal is het lelijke eendje van de literatuur. Wie in het genre schittert (Poe, Maupassant, Tsjechov, F.B. Hotz) mag hooguit ho pen op een plaatsje in de schaduw van de alom erkende grootmeesters van de vertel kunst (Balzac, Dickens, Tolstoj). Wie zich er gewoonweg mee onderscheidt van het spreekwoordelijke dertien in een dozijn, verdient het zout in de pap niet, laat staan dat er aandacht is van uitgevers en critici. Nu en dan doen korte verhalen het com mercieel niet onaardig, maar zodra de haus se weer voorbij is, denken de marktmees ters dat het, anders dan in het geval van de roman, om een onverkoopbaar product gaat. De roman domineert de productie en afna me van literatuur, en dat steeds nadrukkelij ker onder het devies 'hoe dikker hoe beter'. Dat minder juist meer kan zijn, is in het tijdperk van de lappen tekst genererende computer een belegen wijsheid aan het worden. Toch breekt er af en toe nog een korteverhalenschrijver door. Een paar jaar geleden was dat het geval met Sanneke van Hasselt. Ze debuteerde met IJsregen, een bundel die in twee jaar tijd evenzoveel her drukken beleefde en alom werd bejubeld. Nu is er met Witte veder een nieuw boek. Het opvallendste aan Van Hasselts vervolg bundel is de volmaakte gelijkenis met haar eersteling. Er lijkt zelfs een standaard Van Hasselt-verhaal te bestaan. In een bestek van zo'n tien pagina's roept het aan de hand van één situatie of gebeurtenis een heel leven op, in korte en rake trekken, in een stijl die onthult door te verhullen, te suggereren, zo min mogelijk te noemen en benoemen. En dat alles uiterst nuchter en efficiënt. Echt vrolijk gaat het er bij Van Hasselt niet aan toe. Haar personages staan veelal al leen. En is er nog een partner, vriend of fa milielid in de buurt, dan weet die hen niet te beschermen tegen onlust, onmacht, on vervulde verlangens en andere ongemak ken. Integendeel, het zijn juist de anderen die het bestaan menigmaal tot een benau wend avontuur maken, als het al geen hel is. Indringend wordt het geformuleerd in het verhaal van een man die - op punt van scheiden - lijdzaam toeziet hoe zijn vrouw haar minnaar alvast in hun nog altijd geza menlijk bewoonde huis heeft opgenomen. 'Eerst sliepen we met de ruggen naar el kaar toe. Steeds dichter bij de randen van het bed. Toen werden we gek van elkaar en verliet een van ons midden in de nacht het bed om beneden op een luchtbed te J Sanneke van Hasselt door Jaap Goedegebuure illustratie Martien Bos slapen. Toen kwam ik steeds vaker niet thuis 's nachts. Josse zei dat ze daar wakker van lag, dat ze een slaapschuld opbouwde. Ik zei dat het haar probleem was, dat ieder een verantwoordelijk was voor zijn eigen slaap. Toen, op een nacht, kwam ook zij niet thuis. Het werd lente. Vorige week zet ten we het huis te koop. losse heeft een op tie genomen op een appartement. Sommi ge dingen zijn heel eenvoudig. Eerst het nachtenlang doorpraten, daarna de sprake loze dagen in koude vrede'. Het gaat er hier nog rustig en ogenschijnlijk weloverwogen aan toe. Elders confronteert Van Hasselt ons met huiselijke rampen en ander geweld. Een boksschool houder leest zijn kijverige echtgenote hard handig de les en sluit haar op in een don ker hok, alvorens eens lekker in huis te gaan klussen. Een Italiaanse krantenverko per die op jongens valt, ondervindt hoe pijnlijk seks kan zijn. Een oude vrouw die al maanden op haar lievelingszoon zit te wachten, krijgt op de avond van zijn thuis komst te horen dat hij na landing op Schip hol is omgekomen bij een auto-ongeluk. Soms is er alleen maar sprake van een on uitgesproken dreiging, blikken van passan ten die je tot prooi maken, gesnauwde pro vocaties, toespelingen op iets dat even af schrikwekkend als fascinerend is. Zo wor den we uitgenodigd ons te identificeren met een zwangere vrouw die het op haar heupen krijgt wanneer ze in de tram lijf aan lijf met een gorilla-achtige domme kracht komt te staan. Of met een echtpaar, dat zich tijdens een etentje aan huis laat be trekken in de erotische spelletjes van een wulpse vriendin. Sanneke van Hasselt schrijft grotestadver- halen van deze tijd, verhalen over een zaamheid temidden van het gedender en gedruis, over de desolate en deprimerende kanten van een versplinterende samenle ving, maar ook over de onweerstaanbaar grappige kanten van het interculturele ver keer. Haar biotoop is zeer Rotterdams, ook wanneer ze haar personages niet in de Maasstad laat ronddolen. Rotterdams is ook haar even zuinige als dynamische ma nier van schrijven, met die geladen zinne tjes en die pittige humor. Wat haar kansen bij literaire marktmees ters en smaakmakers betreft: daarmee zit het wel goed. Van Hasselt laat namelijk overtuigend zien hoe er in lelijke eendjes prachtige zwanen schuil gaan. \Y\ Sanneke van Hasselt: Witte veder. Uitgeverij De Bezige Bij. 142 blz. 15,- euro. Rob Hartmans Alleen in de wind, een leven in de twintigste eeuw. Uitgeverij Ambo/Anthos, 260 pag. 18,95 euro. Het elegante meisje van 17 komt het kantoor binnen. Ze maakt voor de spiegel haar kapsel in orde en zet haar been op een stoel om moppe rend de naad van haar kous weer recht te krijgen. Dat in dezelfde kamer twee man nen een gesprek voeren, interesseert haar totaal niet. Het is een scene uit Alleen in de wind, de bio grafie van Elisabeth Spanjer (1915). Terwijl Bep Spanjer haar voorkomen fatsoeneert, hebben Henk Sneevliet en Joop Zwart het op die septem berdag in 1932 in hun kennismakingsgesprek over onafhankelijk communisme, trotskisme, an- tistalinisme. Sneevliet, tegen de 50, is haar baas. Hij weet Bep later als minnares in te palmen. Zwart kent haar nog niet, maar wordt ter plekke verliefd op haar, het begin van een band die tot zijn dood in 1991 zal duren. Elisabeth Spanjer, geboren in 1915, is nu 92 jaar oud. Ze vertelde de Zaandamse historicus Rob Hartmans over haar leven, dat een bonte tocht bleek door de decennia van de twintigste eeuw, een vlinderachtige reis langs adressen, vriend schappen, banen, steden, mannen, politieke prin cipes en eigen activisme. Ter Braak gaf haar les, ze correspondeerde met Trotski, kende Willy Brandt goed, was zaakwaarnemer voor de dissi dente Russen Sacharov en Amalrik. Hartmans raakte in de ban van het vertelde, zocht er in boe ken en archiefstukken informatie bij en schreef dit mooi geconstrueerde geheel. Het is een goed leesbare afwisseling van levendig beschreven ta fereeltjes, herinneringen zoals Bep Spanjer ze vertelt en degelijk gedocumenteerde toelichting voor de niet-ingewijde. Spanjer groeide op tussen anarchisten en com munisten. De brede algemeen socialistische stro ming die in de negentiende eeuw opkwam, raak te keer op keer onderverdeeld, met richtingen strijd, onderlinge verkettering en verdachtmakin gen achteraf. Daar kwam de Tweede Wereldoor log bij, waarin communisten belangrijk waren in het verzet, zonder dat ze daar na 1945 noemens waardige erkenning voor kregen. In Alleen in de wind lees je vooral het relaas hoe een zelfverzekerde vrouw haar leven zelfbepaal de. Bep leeft 'als een blad in de wind', ze volgt haar hart. Dat hart zegt haar, dat aan vrienden hulp gegeven moet worden, naar sonates van Chopin moet worden geluisterd, van wijn ge dronken moet worden, brood moet worden ver diend en de wereld verbeterd moet worden. In de jaren zeventig bezoekt ze in Rusland dissiden ten als Sacharov, Solzjenitsyn, Amalrik. Ze gaat te werk als literair agent en als zaakwaarnemer van deze schrijvende critici van het communis me. Zo konden die greep houden op de versprei ding van hun teksten. Ze woont in Amsterdam, is een bewuste wijkbe woner, zoekt in de registers van de Kamer van Koophandel en stapt begin jaren negentig naar Het Parool: weten ze daar wel dat het netwerk rond Willem Holleeder steeds grotere delen in handen krijgt van Slotervaart en naburige wij ken? Nu is ze 92, de ogen lezen nog maar moeilijk, ze luistert veel naar de BBC en volgt Duitse tv-zen- ders. Maar ze is nog altijd beschikbaar voor een interview.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 95