Een ziel, duizend gezichten bh in Albert Heijn liep, hoorde je de nekken kraken!' v4 Zaterdag 14 juli 2007 PZC Een Zeeuw veroverde haar hart en ook Vlissingen vond er een plekje. Carina Dumais klaagt nog wel eens dat ze iets mist, maar stiekem is ze de natuur en het rustige erg gaan waarderen. Dat was aanvankelijk wel anders. „Toen ik hier net kwam, dacht ik: O jee. Dat wordt elke maand naar Amsterdam reizen om kleren te kopen. Als kunstenaar was ik het toch wel extremer gewend." Dreigt het te rustig te worden, dan organiseert ze snel iets spannends. Een kris-healing bijvoorbeeld. door Ondine van der Vleuten foto Mechteld Jansen Ze heeft last van opruim woede. Om haar heen wordt het steeds leger. De bel gaat en Carina Dumais haast zich naar de antiek handelaar aan de deur, in iedere hand een fors uitgevallen kerkkandelaar. Al les moet weg, om ruimte te maken voor nieuwe dingen. „Dat heb ik regel matig. Dan word ik ongedurig, dan ga ik me ergeren aan al die dingen die ik in huis haal. Want ik ben een verzame laar: van religieuze parafernalia, van bergkristal, obsidiaan, krissen, bronzen beelden, bijzondere kleren. En schoe nen, daar heb ik er zeker 35 paar van, en 45 paar laarzen. Maar ja, dat heeft denk ik elke vrouw wel, die tic. Niet?" Soms bekruipt haar toch het gevoel dat het wat vol wordt. „Vooral na Kerst mis, echt zo'n knussige tijd, waarin je allerlei tutteltjes in huis haalt. Dan denk ik: wat een rommeltje, wat een zootje, wat stoffig het is. Dat vooral: wat stoffig. En dan denk ik: weg die dingen, het is te veel." Vandaag is ze helemaal in het wit, met wijde tuniek en witte cowboylaarzen eronder. Vlissingen keek wel op toen Carina Dumais een jaar of zeven gele den haar entree deed. Een hooggehak- 'Als ik met mijn stalen te vrouw in zwart, in rubber, latex en kant. Dat was in de tijd dat ze aan het Bellamypark mysterieshop Bar-O-Nes begon. Een winkel met gothic en fe- tish-kleding, met kristallen bollen en aromatische oliën. Met verve vervulde ze de rol van uithangbordje van de win kel. Net zoals overigens die van directie secretaresse, een aantal jaren daarvoor. Op een foto uit die tijd lacht ze naar de fotograaf, met een kapsel dat in de ver te iets van dat van Beatrix weg heeft. Van top (blouse met parelkettinkje) tot teen (pennyshoes) een secretaresse. "Leuk toch, al die rollen? Ik kan me goed aanpassen en toch mezelf blijven. Het liefst zou ik er bijlopen als Mathil- de Willink destijds, die stijl, maar dan niet de overdadige make-up. Zij droeg altijd Fong Leng. Zelf heb ik, toen ik een jaar of 25 was, ook een jas van die ontwerpster gehad. Met een opstaande kraag, van allerlei kleuren leer. Prach tig! Iedereen ging naar de kroeg en op vakantie en ik spaarde voor mijn Fong Leng. Dat was na mijn scheiding. Ik dacht: nu ga ik iets voor mezelf doen, ik ga iets heel moois voor mezelf ko pen. En had ik hem nodig? Absoluut niet! Ik vond hem gewoon mooi." De Fong Leng markeerde het einde van een tijdperk waarin ze ideale echt genote speelde. Het toneel van hande ling was een kleine bovenwoning aan een gracht in Alkmaar, haar tegenspe ler een zeer traditionele man uit Sardi nië. „Mijn leven bestond uit schoonma ken, koken, ramen lappen, zorgen dat het eten op tijd op tafel stond, kind ba ren, kind verzorgen, moederen. Eigen lijk waren de kaarten al geschud toen ik geboren was. Snel trouwen, dat was mijn opdracht." Op die taak werd ze terdege voorbe reid. „Met een krant de ramen nawrij- ven, dan glom het mooier, op je knie ën schrobben, koperpoetsen, naaien en verstellen, de aardappels vooral dun schillen, glazen poleren, servetten vou wen, nóóit de benen gekruist, altijd een rechte rug en stijldansen. Ja, mijn moeder was van goeden huize. Toen ze viel op een donkere man, stond ze voor de keuze: het familiekapitaal en de naam óf de liefde." De man waarvoor haar moeder alles liet schieten, was een Javaan met een diep geloof in de stille kracht. „Die van de natuur, van jezelf, van de dingen. De bezieling van alles van ons heen. Dat trok me enorm. Hij heeft haar ver laten toen wij een paar jaar oud waren. Toen ik vier was, zei ze: je krijgt een nieuwe papa. We verhuisden naar Alk maar. Vanaf dat moment was alles heel normaal, behalve dan dat we in twee werelden leefden. Bij mijn moeder was het: geen ellebogen op tafel, anders ging er een vork in. Ze zei niks, ze stak gewoon met die vork. Bord zoveel cen timeter van de rand, met twee woor den spreken. Mijn vader was makke lijk. Pan op tafel, rijst op het bord, eten. Af en toe ging hij mijn moeder pesten. Dan greep hij met zijn handen de rijst uit de kom, stak ze theatraal omhoog en zei: contact met het voed sel, daar gaat het om! Daar moet geen metaal tussen zitten, dat slaat het dood! En wij aten rustig door. Wij wa ren dat gewend." „Ze is heel lang erg gelukkig geweest met hem. Wij ook. Hij kon prachtig vertellen over Indonesië en over magie. Hoe ik met kruiden om moest gaan. In donesische spreuken. Hoe je contact kon maken met je voorouders, Dat was voor hem heel normaal, in Indonesië lééf je met de geestenwereld, daar heb je respect voor. Er is magie in de die ren, de planten, de windstreken. Hij leerde mij dat te voelen, hij bracht me in contact met de natuur, zouden ze hier zeggen. Mamma mocht dat alle maal niet weten, natuurlijk. Ik moest naar de kerk op zondag, ik heb braaf communie gedaan." Ook Carina koos een vreemdeling tot man. „Hij had die typisch Italiaanse charme en ik trapte er met open ogen in. Gouden bergen beloofde hij, maar ik wandelde van het ene tuchthuis naar het andere. Van mezelf was ik een creatief iemand, een levensgenieter, ie mand die niet in een keurslijf wilde lo pen, maar het idee dat ik vrij zou zijn na het huwelijk, dat was snel voorbij." Op een dag stond ze voor de spiegel en zag een Italiaanse mama. „Dik en met een brullend kind op de arm. Ik leek wel een varken, zo dik. Ik dacht: nee, dit ben ik niet. Ik wil studeren, leven, genieten, ik kan veel meer. Toen is het even moeilijk geweest: een Italiaanse man verlaat je niet, die verlaat jóu. Du moment dat ik hem verliet was ik een slechte vrouw." Ze stapte op in 1979. 26 jaar oud. Doch ter Katja was 2,5 toen ze de deur achter zich dichttrok. „Mijn leven werd direct beter. Ik vond in Haarlem twee kleine kamertjes en zocht een baantje. Na een half jaar had ik genoeg geld gespaard om een ateliertje te beginnen met zelf gemaakte kleding. Zakelijk inzicht heb ik altijd gehad. Omdat ik boven het ate lier woonde, was het goed te combine ren met het moederschap." Na een vakantie in Portugal besloot Ca rina daar haar geluk te gaan beproeven. Drie maanden later had ze het voor el kaar. „Met een Nederlandse partner ben ik er een horecabedrijf begonnen. Daarnaast ontwierp ik voor hotels daar bedrijfskleding. Het was hard werken, maar de hemel op aarde. Maar na vijf jaar ben ik teruggegaan, omdat er geen goed vervolgonderwijs was voor mijn dochter." Het gezin keerde terug in Haarlem. „Die horeca had ik wel ge zien. Bij instituut Schoevers haalde ik mijn papieren voor directiesecretares se. Daar heb ik een tijd mijn brood mee verdiend. Maar intussen bleef ik wel schilderen. Die kunst, dat creatie ve, is altijd aanwezig geweest." Er kwam weer een relatie, de eerste se rieuze na haar scheiding. Carina ver huisde achter hem aan naar Amster dam. Ze volgde er de Rietveldacade mie, deed kunstroutes, zeven exposi ties per jaar, was heel erg actief als beel dend kunstenaar. Tot het busongeluk, een jaar of negen geleden. „De gevol gen waren ernstig. Ik werd voor hon derd procent afgekeurd. Schilderen kon ik niet meer. Om toch creatief bezig te kunnen zijn, heb ik gekozen voor web design, publiceren op internet, dat soort dingen. Toen ontmoette ik mijn huidige partner, die al een winkel had waar hij wereldmuziek verkocht. Zo kwam ik in Zeeland. Ik nam de bene denverdieping in gebruik en vestigde er mijn mysterieshop. Gothic en fetish- kleding was toen erg in opkomst, en heksenspulletjes, boeddhabeeldjes. Het was die Harry Pottertijd en kinderen van twaalf jaar dachten dat je met een spreuk een tentamen kon halen. Het was echt een hype, tot op het punt dat ik soms dacht: waar zijn die mensen mee bezig?" Carina moest aanvankelijk wel wennen aan Zeeland, en Zeeland aan haar. „Als ik met mijn stalen bh in Albert Heijn liep, hoorde je de nekken kraken! Toch waren er ook heel veel mensen, ook ouderen, die zeiden: mevrouw, waar gaat u naar toe, u ziet er zo mooi uit en het is vandaag maandag! Dan zei ik: ach, de zon schijnt en ik voel me vro lijk." De verbouwing van het Vlissingse stadshart was niet echt goed voor de za ken. De loop ging eruit, daar verander de het 3D-kunstproject van Carina wei nig aan. „Overal om de bouwput heen verschenen manshoge doeken met computerkunst die verwezen naar de winkels in de omgeving. Het heeft mijn winkel niet kunnen redden, maar wel mijn naamsbekendheid vergroot. In december 2005 en 2006 zijn in Ame rika boeken verschenen waarin mijn werk beschreven werd. Digitale kunst is daar veel belangrijker. Ik werk nu als designer, illustrator en ontwerper, ook van websites." Vorig jaar ging er een bordje aan de deur van Bar-O-Nes: uitverkoop. In ja nuari werd het laatste rubberen rokje verkocht. Op de achtergrond was ze al bezig met een galerie. Zondag 17 juni stond ze te glimmen bij de opening van Galerie Dumais, in de Lepelstraat. „Volgende maand word ik 54. Ik ben van volledig naar 50 procent afgekeurd gegaan. Het gaat goed. Ik heb een crea tieve partner nu, die mij begrijpt en sti muleert. Wij vullen elkaar heel goed aan. Een man die om 6 uur thuiskomt en de hele avond voor de buis hangt, of die zegt: moet je nu alweer achter de computer? Nee, niks voor mij." Carina Dumais Naam: Carina Dumais Geboren: 11 augustus 1953, Den Haag Woonplaats: Vlissingen Burgerlijke staat: getrouwd, dochter uit vorig huwelijk Opleiding: ulo, Schoevers (directie secretaresse), Rietveld Academie, Grafisch Mediainstituut Beroep: zelfstandig ondernemer/beeldend kunstenaar/galeriehoudster Hobby's: literatuur, film, dingen een tweede leven geven, winkelen, verza melen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 90