Media Tina gaat nog steeds niet verder dan een zoen cv 5APO T;:KER PZC Donderdag 12 juli 2007 1_9 Een hernieuwde kennisma king met Tina na vijftien jaar leert dat het blad bij zonder weinig is veran derd. Dezelfde soort verhalen, de zelfde soort post (Tina-lezeressen hebben nog steeds de neiging zich zelf als melig te typeren) en dezelf de soort strips. Wilde ieder tiener meisje niet ooit alles doen wat Noortje, de meest bekende strip heldin van Tina, op de achterkant ook deed? Ging Noortje met een spijkerbroek in bad zodat die strak ker ging zitten, dan deed je dat als lezeres ook. Tina richt zich op meisjes tussen 9 en 13 jaar. „Meisjes op de basis school. Meisjes die voor het eerst verliefd zijn, die bijna ongesteld worden en die veel tijd met hun vriendinnen doorbrengen. Zulke meisjes zijn er nog steeds volop, maar het zijn er wel wat minder dan vroeger", geeft hoofdredacteur Femmigje Krijbolder (30) toe. „Vroeger was het bijna vanzelfspre kend dat je als meisje de Tina las, nu niet meer." Niet voor niets is het blad vanaf 1980 inhoudelijk enigszins gewij zigd. Er moest een band met de le zeres worden opgebouwd. Zo ver schijnt sinds 1983 wekelijks een le zeres op de voorkant. Ook is er meer ruimte voor verhalen en brie ven van lezeressen en minder ruimte voor strips. „Het is half-half tegenwoordig. De helft bestaat uit strips, de andere helft uit redactionele bijdragen", aldus Krijbolder. Wekelijks vraagt Tina bekende Ne derlandse kinderboekenauteurs, zoals Francine Oomen, Jacques Vriens, Mirjam Mous en Carry Slee om een bijdrage. Ook minder Natuurlijk, de maatschappij verandert. De jeugd wordt sneller volwassen en stort zich vroeger in de wereld van seks, ;drugs en rock-'n-roll. Behalve het Tina-meisje. Het Tina-meisje leest. Al veertig jaar. door Bregje Lampe foto's CPD bekende schrijvers zoals Victoria Farkas komen aan bod. Zo worden de Tina-lezeressen spelenderwijs bekend met de Nederlandse kin derliteratuur. Dat is niet alleen pe dagogisch verantwoord, want vol gens Krijbolder worden die verha len grif gelezen. „Wij doen voort durend onderzoek naar onze doel groep. We gaan naar scholen en nodigen lezeressen uit voor ge sprekken. Steeds blijkt weer dat de verhalen en de strips op nummer één staan." Mode en beauty, dé pijlers van de meeste vrouwenbladen, vinden de Tina-lezeressen volgens Krijbolder minder interessant. „Daar is onze doelgroep nog maar in beperkte mate mee bezig. Er zijn wel meis jes van die leeftijd die druk zijn met make-up, kleding, uitgaan en seks, maar die lezen andere bla den. De Fancy of zo, die op een iets oudere doelgroep mikt." Het Tina-meisje is een echt basisschoolmeisje. Ze ligt liever met de nieuwste Ti- na op de bank dan dat ze een dis cotheek bezoekt. Aan seks doet ze nog niet. „Wij gaan niet verder dan verkering en een zoen", aldus El www.tina.nl Krijbolder. Zelf las ze vroe ger ook de Tina. Van haar ouders had ze een abonne ment gekregen. Tina is een blad dat het moet hebben van abonnementen, mo menteel zijn er 75.000 abonnees. In de losse verkoop is het tijdschrift moeilijk te vinden. Bijkomend voordeel van al die abonnemen ten zijn de trouwe le zeressen. De Tina-le- zeres is het type dat wekelijks enthou siast mailt hoe blij ze wel met is met haar lijfblad. Op de redactie komen honderden mail- tjes per week bin nen. De inhoud van die mailtjes is ei genlijk het enige dat door de ja ren heen echt is veranderd. De schrijfsters gebruiken meer En gelse woorden en stellen min der medisch getinte vragen. „Informatie over ongesteld heid en dergelijke kun nen lezeressen tegen woordig zelf op inter net vinden", weet Krijbolder. Blijkbaar is de pro blematiek rond om verliefd zijn op het vriend je van je bes te vriendin of het organiseren van een verjaardagsfeest - om maar wat te noemen - van alle tij den. door Sanne Terlouw en Jan Terlouw Aflevering 13: Waarin Olivier vertelt over een huiveringwekkende gebeurtenis T ob Reders heeft een gemakkelijk leven. Hij I heeft geld genoeg, hij werkt op los-vaste uren 1 als adviseur bij een farmaceutisch bedrijf, hij jogt wat, hij werkt wat in de tuin, hij kookt inmiddels af en toe en met een zeker plezier en hij geniet van zijn vrijheid. Zeven jaar heeft hij onschuldig in de gevangenis doorgebracht - een vreselijke tijd die nooit meer uit zijn geheugen kan worden gewist en die hij nu nog steeds dagelijks probeert te compenseren door precies te doen waar hij zin in heeft. De tijd in de gevangenis heeft hem zijn huwelijk gekost, maar het heeft hem een diepe vriendschap met zijn dochter opgeleverd. De zwartgalligheid, die niet past bij zijn karakter maar door de omstandigheden was binnengeslopen, komt niet vaak meer aan de oppervlakte. Dat Leonie bij hem is komen wonen, heeft daar zeker aan bijgedragen. Het is moeilijk chagrijnig te zijn met haar in de buurt. Bovendien, ze accepteert het niet van hem, ze laat het gewoon niet toe en dan is het reuze lastig om neerslachtig te blijven. Een paar dagen later kondigt Leonie telefonisch aan dat ze iemand mee naar huis brengt. 'Wil je mij uit de buurt hebben?' vraagt Job. 'Nee, integendeel, ik wil graag dat je kennis maakt met Olivier.' 'Olivier? Kennis maakt? Wat klinkt dat plechtig. Als vader bedoel je? Moet ik vragen wat zijn vooruitzichten zijn?' 'Nee zeg, kom op. Hij heeft een verhaal te vertellen. Ik wil graag dat je het hoort.' 'Wat voor verhaal?' 'Dat hoor je vanavond wel. Tot later.' Hij ziet ze aan komen fietsen en doet de deur vast open. Wat had Olivier verwacht? Job is achter in de veertig, hij heeft een sportief figuur en een open blik. 'Zeg maar Job,' zegt hij hartelijk. Ze gaan naar binnen en wisselen wat beleefdheden uit. Olivier vertelt over zijn studie. Job vertelt over zijn adviseurswerk bij McManner, wat per slot van rekening een farmaceutisch bedrijf is en Olivier moet interesseren, en die gaat er heel vakmatig op in. Als ze aan tafel zitten, zegt Job dat hij van Leonie heeft begrepen dat Olivier met een probleem zit. 'Ik wil niet beweren dat wij dat kunnen oplossen, maar soms lucht het op er eens met vreemden over te praten.' Olivier vertelt, eerst aarzelend, maar na een poosje meer op zijn gemak, het hele verhaal van de moord op zijn moeder. Ook Job heeft over de zaak gelezen. Wat ziet de jongen er slecht uit. Iemand om je zorgen over te maken, vindt Job. Leonie lijkt begaan met hem. Of is ze verliefd? 'En nu is er iets gebeurd,' zegt Olivier nauwelijks hoorbaar. Tets heftigs. Iets griezeligs. En ik heb geen idee wat ik ermee moet. Zaterdagavond was ik alleen in het huis van mijn ouders. De bel ging. Het was al tegen half elf Ik deed open. Er stonden twee mij onbekende kerels op de stoep. Ze zagen eruit als zware jongens. Bijna tegelijkertijd drongen ze naar binnen. Een was groot en blond en een had van dat stekelige haar, donker. De blonde was de echte engerd. Hij liep een beetje mank. Hij greep me bij mijn trui en duwde me tegen de muur, terwijl de ander de voordeur dicht deed. Waar is de poet? vroegen ze. Ik had geen idee waar ze het over hadden en dat zei ik ook. De man die me vast had, trok een pistool. Ik was echt bang. Toen stompte een van die kerels me hard in mijn buik. En daarna vroegen ze het nog een keer en nog een keer. Ik was als de dood dat het pistool per ongeluk af zou gaan. En dat Marisa - mijn zusje van zestien - thuis zou komen. Maar het ergste komt nog. "Het blonde meisje dat hier woont," zeiden ze, "dat schatje met die grote ogen, daar gaat het heel erg slecht mee aflopen als jij hier ook maar iets van tegen de politie zegt. We komen over een week terug en dan ga jij ons precies vertellen waar de poet is." En toen waren ze weg.' 'Aan wie heb je dit verteld?' vraagt Job. 'Aan helemaal niemand. Zelfs aan mijn vader niet. Die is trouwens in Duitsland voor zijn werk.' 'En wanneer is de week van die kerels voorbij?' 'Zaterdag, dus ik heb nog even te tijd. Maar wat moet ik doen? Ik kan toch niet riskeren dat die beulen Marisa te pakken krijgen. Hoe kan ik haar beschermen? Moet ik naar de politie? Wat moet ik in vredesnaam doen?' Morgen aflevering 14. Job en Leonie gaan zich ermee bemoeien Van Jan Terlouw en Sanne Terlouw zijn eerder verschenen De charmeur en Venijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 19