Buitengebied De roos is een gevoelig typje i k "v Persian Yellow: wild, geel en een beetje ziekelijk 1 6 I Dinsdag 10 juli 2007 PZC Voor liefhebbers van ro zen is dit de mooiste tijd van het jaar. Toch Crimson Cascade. Bernstein Rose. foto Ronald den Dekker door Ondine van der Vleuten Op biologische rozenkwe kerij De Bierkreek in I|- zendijke worden ko mend weekeinde de Bierkreek Rozendagen gehouden. Zo'n duizend soorten rozen wor den hier uit principe zonder che mische mest en bestrijdingsmidde len gekweekt. Rozenkweker Hans van Hage: „Het milieu is al genoeg belast, daar hoef je niet nog eens iets aan toe te voegen. Wij probe ren het natuurlijke afweermecha nisme van de roos te versterken zo dat die middelen niet nodig zijn. Onze biologische rozen krijgen de tijd om rustig uit te groeien, met als gevolg een stevig, sterk wortel gestel en een plant die tegen een stootje kan." De drie meest voorkomende ro- zenziekten zijn sterroetdauw of black spot (zwarte vlekken), meel dauw (schimmelvlekken) en roest (oranje puntjes). Alle rozen zijn er in meer of mindere mate gevoelig voor. Toch is er voor vrijwel elke tuin, situatie en smaak wel een roos te vinden, zegt Van Hage. „Sommige doen het zelfs in de schaduw. Alleen heel soms zeg ik: neem alsjeblieft een hortensia." Als iemand bij hem een roos komt kopen, vraagt hij altijd waar die komt te staan en wat voor soort het zijn moet. „Stel, de klant wil de roos bij een muur zetten, in een pot, op het oosten in een be schutte tuin. Dan zou ik zeggen: een pot is altijd een stressvolle si tuatie voor een roos, dus neem vooral een roos die niet gevoelig is voor ziekte en geef haar een pot van 6o tot 8o centimeter diep om te wortelen. Neem goede grond, liefst met organische meststoffen erin. Als het dan bijvoorbeeld een oranje, geurende, langbloeiende roos moet zijn, blijven er zo'n vijf tien soorten over." De roos heeft het liefst veel zon, een goed doorlatende, rijke grond en voldoende vocht in de bodem. „Alleen met de juiste hoeveelheid water kan de roos de juiste hoeveelheid voe dingsstoffen opnemen. Die samen hang is wezenlijk. Doe er verder in de lente en in juni, juli nog wat organische mest bij. Spuit even tueel bij de gevoelige soorten van af dat het blad verschijnt eens per tien dagen met een meststof die via het blad wordt opgenomen, zo als Vital, of Algeco, op basis van biologische algen bijvoorbeeld. Zo kun je zelfs bij heel gevoelige plan ten de rozen meeldauwvrij hou den tot in de herfst. Dan mag er wel weer een vlekje op komen." Zelfs de sterkste roos gaat kapot als de omstandigheden slecht zijn, benadrukt Van Hage. „Ik heb Nos talgie, een prachtige roos die uiter mate sterk en gezond is. Maar plant ik die in zeer droge en arme grond, in de schaduw, dan wordt de roos uiteindelijk toch ziek." Het omgekeerde is ook mogelijk: „De Baron Giraud de L'ain - prach tig rode bloemen met een gerafeld wit randje - krijgt bijna altijd meel dauw. Ik plant die dus altijd op waanzinnig goede grond, op een plek met veel zon, geef meststof, praat en lach ertegen - zo weet ik de schade te beperken tot een klein beetje meeldauw in een be paalde periode." Meeldauw komt vooral voor in warme en vochtige zomers. Zoals nu, dus. Elk jaar in mei schrikt Van Hage zich 'het apelazarus', als overal in de tuin de lui zen zich tegoed doen aan het verse groen. „Mijn advies: wacht gewoon af Bij ons is het probleem een week later altijd van zelf opgelost. Dat komt omdat hier een goed ecologisch even wicht is. Dan komt de sluipwesp, die eitjes legt in de bladluisjes. Lie- veheerstbeestjes eten ze, net als de larf van het lieveheersbeestje, som mige zweefvliegen ook. Als je nu een klein tuintje hebt of op een balkonnetje waar geen natuurlijk evenwicht is, los dan wat groene zeep op in water en spuit daarmee de planten in. Geen spiritus, want dan dood je alles, net als met Spru- zit." Via postorderbedrijven is het mogelijk natuurlijke vijanden van luizen te bestellen. „Nooit doen", zegt Van Hage, „je weet niet wat je in huis haalt. We hebben het zelf geprobeerd, maar ik kon geen ga rantie krijgen dat het inheemse soorten waren. Het Amerikaans lieveheersbeestje is hier zo binnen gehaald als bladluizeneter. Die zou zich hier niet kunnen voortplan ten, maar die exoot is wel degelijk een gevaar voor onze eigen lieve heersbeestjes gebleken." Bierkreek Rozendagen, 14 en 15 juli 10.00 tot 17.00 uur: Rozenkwekerij De Bierkreek, Zevenhofstedenstraat 9 in IJzendijke. Demonstraties, lezin gen, rozen- en natuurexcursies, ro- zenhapjes en gaststandhouders. www.bierkreek.nl of 06-12905085 wagen veel tuinliefheb- bers zich niet aan deze plant. Dat komt door dat de roos een gevoeli ge reputatie heeft. Hoe pak je deze fragiele schoonheid aan? De Fransman Joseph Per- net-Ducher zag eind 1800 in Perzië een wilde gele roos, Rosa foetida 'Persian Yellow*. Hij besloot deze in zijn teeltprogramma op te ne men. Er waren in die tijd in Euro pa en Eurazië slechts witte, roze of rozerode rozen. Pernet-Ducher ex perimenteerde met Europese soor ten die Chinees 'bloed' in zich had den. Zogenaamde Theehybriden. Chinese rozen werden verscheept in theekisten. Misschien daarom, of omdat ze daardoor naar thee ro ken, werden ze Theerozen ge noemd. Belangrijker dan de geur, was dat ze lang bloeiden. Deze ei genschap gaven ze door aan de Theehybriden. Omstreeks 1910 wist Per net-Ducher door kruising de eer ste gele theehybriden te kweken: de Soleil d'Or en Rayon d'Or. Grootbloemig, langbloeiend en geel. Helaas bleek de wilde gele roos die gebruikt was, Rosa foeti da, enorm gevoelig te zijn voor schimmels. Met de kruising kwam dat erfelijke defect mee. De gevoe ligheid voor sterroetdauw is bij een groot aantal rozen te herlei den tot Rosa foetida. Meeldauw en roest, eveneens schimmels, horen dus van nature bij sommige Euro pese rozen. Typische oude boerde rijrozen als Maiden's Blush of Cuis- se de Nymphe (in het Zeeuws: bil- lenrooszijn bijvoorbeeld bij uit stek gevoelig voor roest. II NAMEN Coudorpe Strikt genomen bestaat er he den ten dage noch een dorp noch een boerderij met de naam Coudorpe. Het dorp op Zuid-Beveland bij Ellewouts- dijk is overstroomd en ont volkt in de zestiende en de ze ventiende eeuw. Alleen de vliedberg ligt er nog. Het land schap is na de watersnood ramp van 1953 (al te) grondig op de schop genomen bij de ruilverkaveling. De werkzaam heden aan de Westerschelde- tunnel hebben weer een stuk van het voormalige dorp en landschap opgeslokt. Maar daarbij is ook de platte grond blootgelegd van een boerderij uit de Romeinse pe riode, uit zeg maar 100 na Christus. Die hoeve wilde ik alsnog maar 'Coudorpe' noe men. Als saluut aan het ver dwenen dorp en één van de oudste hoeves van Zeeland. Het boerderijtje mat 25 bij 7 meter, met huis en schuur te zamen onder één dak; een woonstalhoefje dus. De mu ren waren van hout, met vlechtwerk, besmeerd met klei, stro en koeienhaar. De gebinten waren van gefossili seerde stammen van den en taxus (tot t4 meter hoog). Die waren daar 3000 jaar geleden gegroeid en lagen diep in de grond verborgen, en werden door de bouwers weer deels opgegraven. Om dat wonder van 'bomen die onder de aarde wassen' schreef men al in de Kroniek van Zeeland tijdens de zeven tiende eeuw. Daar is een paar eeuwen lacherig op gerea geerd, tot in i960 bij Terneu- zen ook gefossiliseerde stam men werden gevonden, diep onder de grond. En een paar jaar geleden datzelfde soort stammen bij de hoeve van Coudorpe. Toen de boerderij gebouwd werd, lag dat hout daar dus al, 3000 jaar oud maar zeer goed geconser veerd en dus bruikbaar. De hoeve in Coudorpe is waarschijnlijk gebouwd als veebedrijf Het is en was al tijd al laag land, vooral ge schikt voor beweiding door schapen en rundvee. 'Cou' be tekent koe, niet alleen bij dit dorp, maar bij veel 'Cou' dor pen en polders in Zeeland, Vlaanderen en het noorden van Frankrijk. De boerderij bouwers van het Romeinse Coudorpe waren grote vak mensen. Zij hebben de basis gelegd voor een boerderijtype dat het zo'n rsoo jaar heeft volgehouden. Dat de naam Coudorpe/Koedorpe nog lang mag blijven bestaan. Gerard Smallegange

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 16