Buitengebied met speculaasmolen Fietsen Allemao dialect da de klokke slaot Nieuwe raadkaart PZC Zaterdag 7 juli 2007 25 Molens blijven boeien, zo blijkt uit de vele inzendingen op de serie raad- kaarten in het kader van het Jaar van de Molen. Opnieuw een molen- kaart uit de collectie van Hans Lindenbergh. De vraag is als altijd: om welke plaats gaat het? Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van harte welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk donderdag 12 juli gestuurd wor den naar: Redactie PZC Buitengebied, Postbus 31, 4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verdeeld. door Annemarie Zevenbergen De familie Snoep is een echte molenaarsfamilie, zo blijkt uit reacties op de raadkaart met de molen van Colijnsplaat. Ook familieleden reageerden op de afbeelding. Me vrouw H. A. Blok-Snoep uit Kapel- Ie schrijft: „Het is de uit 1864 date rende molen Nooit Gedacht, ook wel Nieuwe Molen. Molenaar J. Stols heeft de molen op 15 mei 1872 verkocht aan W. Snoep te Kortgene. Mijn grootvader P. Snoep kreeg de molen uit zijn na latenschap op 27 april 1909. Het is een stellingmolen, met als functie korenmolen, in bedrijf tot 1965." Bij mevrouw Michielsen-Snoep uit Nieuwvliet roept de foto jeugd herinneringen op. „In de vakantie logeerden wij daar dikwijls bij mijn grootouders. Oom Adrie was de laatste molenaar op deze mo len. Op de foto is ook het woon huis te zien waarin opa en opoe met hun veertien kinderen woon den. Van de zonen zijn er vijf mo lenaar geworden, van wie één mijn vader. Zo hadden wij verschil lende jaren vijf molens in de fami lie, allemaal in Zeeland." Oud-bakkersknecht Piet Karman herkende de molen direct. „Voor mij een molen met een verhaal. Als knecht van bakker Contant heb ik er veel zakken meel (50 ki lo) gehaald op een transportfiets. Ik werkte bij de bakker van 1949 tot 1954. Hij moest de molen na maken van speculaas en minuti eus de ramen en kozijnen, kale baksteenvormen, wieken enzo voorts erop garneren voor de fami lie Snoep, toen eigenaars van de molen. Zeker vijf keer heb ik de avontuurlijke reis, met molen van ongeveer een halve meter op een bakplaat, vanuit de bakkerij in de Zuidkerkstraat naar de Colijns- plaatseweg moeten maken. Soms geplaagd door gladheid, slecht weer of dorpsgenoten met allerlei listen en lagen." D. A. Bommeljé schrijft dat de naam Nieuwe Molen verband houdt met de tweede molen aan de andere kant van het dorp, Oude Molen genaamd. 'Zo wist men welke molen bedoeld werd'. C.P. Fase uit Sint Annaland vertelt dat de ronde stenen molen onder in een maalderij op motorkracht herbergt en bovenin molenstenen op windkracht. De maalzolder is verlaagd ten opzichte van de stel ling vanwege de oorspronkelijke in richting als pelmolen. Het huis op de voorgrond is vol gens B. de Waard uit Colijnsplaat van een zoon van oud-molenaar Snoep. „Het middelste gebouw was een opslagplaats. Achter de molen ligt de begraafplaats." Het pakhuis is omgebouwd tot vakan tiewoning en de molen werd dras tisch gerestaureerd. Het ANWB-bord op de voorgrond waarschuwt automobilisten snel heid te verminderen voor de scher pe bocht langs de molen. De waardebonnen gaan naar: H. de Jonge, Kats; C. Davidse, Colijns plaat; fam. Siepman, Colijnsplaat Da moet 'm ziin, denk ik als ik op mijn compu ter zit te werken. Ik ga naar het raam en schuif het gordijn opzij. Een klein mannetje van een jaar of vijf staat op het trottoir te springen. En wijzend naar de helikopter, hoor ik 'm roepen naar z'n vader: Opschieten, de vliegmechine kom zóó nao beneejen. Het is zaterdagmiddag. Even na vieren. Het is stil in de straat. De zon schijnt en de tuintjes liggen er fris bij. Alles is opgeruimd en het weekend kan beginnen. Laot noe de boeren mao dossen. En dat is ook zo, want aan de rand van het dorp begint straks een groot feest. Het landbouwme- chanisatiebedrijf Vervaet bestaat een halve eeuw. Ter ere van dat feest komt Eric Huizebos ch naar Biervliet. Mee 'n helikopter. Een paar jaar geleden was ik eens in de fabriek, waar niet alleen bietenrooiers, maar ook mestinjectoren worden gebouwd. Die rijden nu in heel West-Europa rond. Ik vroeg toen aan de eerste man, Tonny Vervaet, of de voertaal nu ook En gels was. Belnêêd, hoor ik 'm nog zeggen, in 't iengels? Wudder praoten gewoon dialect. Zo wöörren al onze mechines in mekaore gezet. Nu komt Huizebosch daar. Zou die ook in het Engels optreden? De helikopter laat zich al van verre horen. Na een sierlijke draai over het dorp, duikt-ie recht naar beneden. Als ik op m'n horlo ge kijk, is het vier over vier. 'n Paor menuten te laote, denk ik. Belangrieke ménsen kommen nööit nii percies op tiid. In de straat loopt het kleine mannetje met z'n vader in rap tempo naar de landingsplaats. Het ventje heeft een pira- tendoek over z'n hoofd en sjeult z'n vader mee. Opschieten, opschieten, anders kommen me nog te laote. Dat moet ie van z'n moeder ge hoord hebben! Als ze de straat uitlopen, komt de helikopter weer al boven de bomen uit. Twee, misschien drie minuten heeft het toestel op het fabrieksterrein gestaan en het is alweer in de lucht. Het doet me ongemerkt denken aan het verhaal van Isaac Faro, toen die ruim twintig jaar gele den naar ons dorp terugkeerde. Vertrokken 'n 1917 naar Amerika en nooit meer teruggekeerd. Me zaoten op de school op de Mart. Op een morgen zei de meester: [oenges, vandaoge komt 'r éen Zeppeling. 'n Ballonne mee een busse d'r onder. En in die busse zitten ménsen. Keurig twee aan twee waren de kinderen achter de bo venmeester door het dorp gelopen. Op 't Père- diekje moesten de kinderen zitten en wachten op de Zeppelin. Het duurde niet lang of in de verte kwam er uit de wolken een streepje, dat langzaam dichterbij kwam. Vol bewondering ke ken de kinderen omhoog. Vee gróöter as 'n boe- reschuure ee, mééster? vroeg Isaac. De meester had geknikt, 't Dubbelde, Isaac en misschien nog meer. En 's middags in de klas had de mees ter verteld, dat er later zelfs heel veel mensen door de lucht zouden reizen. En de grote jon gens achter in de klas hadden gelachen. Lange Sjarel, die heel het voorjaar al peejen had ge dund bie d'n boer, was opgestaan en had geroe pen: Mééster maok da de katte mao wies. Wud der en toch géén vlèrkes. Heel de klas had het uitgeschaterd. Niet zachtjes ook. Sjarel moest de gang op. Isaac wist het allemaal nog precies te vertellen. En nu stapt Huizebosch daar uit. Bijna op de zelfde plek waar Isaac naar die Zeppelin keek. De plaatselijke Harmonie speelt 'Het Kleine Ca fé aan de haven'. Receptiegangers deinen de feestzaal in. Glunderende gezichten en een ge roezemoes van stemmen. Geen klein café, mao vrêêd vee volk. En Engels? Glad nii. 't Is allemao dialect da de klokke slaot. Uut 'êêl Olland. Rinus Willemsen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 25