witte trui Het onzekere bestaan van hoofd doet" nummer twee Oscar Pereiro Sio 73 1 4 Dinsdag 3 juli 2007 PZC Vijf Nederlanders wonnen in het verleden het jongeren- klassement in de Tour, maar werden vaak door het toeval in de richting van de witte trui ge dreven. Henk Lubberding zag zijn kopman Hennie Kuiper op de grond liggen met een gebroken sleutelbeen. „Doorrijden, Henk", zei Kuiper. „Denk aan je witte trui." Het jon- gerenklassement werd zo opeens hoofdzaak voor Lubberding die het kleinood als eerste Nederlan der in 1978 op de Champs-Elysées kreeg uitgereikt. Bij Eddy Bouw- mans en zijn ploeg Panasonic werd het belang pas in de slot- week erkend. „Toen mijn concur rent Richard Virenque in een kop groep zat, zijn we even serieus gaan rijden." Bouwmans was in 1992 de laatste Nederlandse winnaar van het klas sement, waaraan in die jaren geen trui was verbonden. Pas in 2000 beleefde de witte trui zijn rentree. Met Thomas Dekker, geboren na 1 januari 1982, heeft Nederland voor het eerst sinds jaren weer een kans hebber. „Maar hij moet natuurlijk eerst maar eens drie weken op de been zien te blijven", waarschuwt Peter Winnen, bij zijn debuut in 1981 de beste jongere, lohan van der Velde kreeg de trui in 1980 in de schoot geworpen. „De Belg Ronny Claes viel in de laatste week uit, ik meen na een valpartij." Van der Velde had naam gemaakt als meesterknecht van Joop Zoetemelk, die dat jaar de Tour won. Zijn succes stond in diens schaduw. „Ik vind het toch een mooie prijs. Je bent de beste jonge renner in de zwaarste koers ter wereld." Erik Breukink pakte in 1988 in zijn tweede Tour de witte trui. Dat was geen verrassing. De huidige ploegleider van Thomas Dekker was in de Giro al als derde en twee de geëindigd. „Ik weet nog wel dat de Japanse bazen van Panasonic er helemaal gek mee waren. De ploeg had dat jaar niet zo veel gewon nen." Oscar Pereiro Sio (29) oogt ontspannen als hij na weer een etappe in de Dauphiné Libéré de avond tracht te doden in een zoveelste hotel. „Ik ben niet in topvorm, maar ik ben goed. Een beetje zoals vorig jaar rond deze tijd." Toch is er één groot verschil met vorig jaar, beseft hij iedere dag weer. „Nu kijkt iedereen naar mij. Nu vraagt iedereen naar mij. Vorig jaar bestond mijn leven uit trainen, koersen, eten, koffiedrin ken en slapen. Dat is nu wel an ders." En dat allemaal omdat Oscar Perei ro Sio op het punt staat om alsnog de knotsgekke Tour van 2006 te winnen. Die ronde begon met een zware tik, zijn ineenstorting in de Pyreneeën. Door een doldwaze tac tiek van Landis kwam de Span jaard in Montelimar plots alsnog in de gele trui. Omdat Landis hem die dag een voorsprong van bijna dertig minuten gunde. Pereiro raakte de trui kwijt op Alpe d'Hu- ez, pakte hem na de inzinking van Landis terug op La Toussuire en raakte hem weer kwijt in de afslui tende tijdrit. Pereiro zat er niet mee. De Tour was al mooi genoeg geweest. Tot Landis bij een dopingcontrole te gen de lamp liep. Nog altijd is niet duidelijk of de Amerikaan wordt gediskwalificeerd en Pereiro als nog tot winnaar wordt uitgeroe pen. „Of ik me zie als de winnaar of de nummer twee van de Tour? Die vraag kan ik net zo goed aan jou vragen. Wat vind jij? Het is een krankzinnige situatie, die nu al bijna een jaar duurt. Als ik er op het internet de officiële uitslagen op nasla, ben ik nog steeds twee de. Daar houd ik het dan voor lopig maar op. Zolang Floyd nog niet is gediskwalificeerd, is hij ge woon de winnaar. Wat me wel goed doet is dat ik in Spanje wordt beschouwd en behandeld als de winnaar. Dat vind ik voorlopig mooi genoeg." De Spanjaard zegt Landis na de po sitieve controle niet meer te heb ben gesproken. „Twee keer belde ik zijn nummer, twee keer kreeg ik geen gehoor. Hij was mijn vriend, maar wat kan ik nog meer doen als hij de telefoon niet op neemt?" Het is een verwarrende situatie waarin Pereiro rustig moet zien te blijven. „Of ik straks in het geel start in Londen? Ik weet het niet. Het zou mooi zijn. Iedereen vraagt me ook of ik met het nummer één wil rijden. Dat maakt me dus niet uit. Dat nummer zit op mijn rug en dat zie ik toch niet. Er moet wel snel duidelijkheid komen." Pereiro reed een jaar in de ploeg van Landis. Toen stapte hij over naar Caisse d'Epargne om daar Val- verde te dienen. De kopman ver dween al snel met een gebroken sleutelbeen uit de Tour en de knotsgekke etappe naar Monteli mar zette hem in het geel en de schijnwerpers. „Ik begrijp één ding: het zal me niet nog een keer lukken zo'n voorsprong te pakken. Toen zag ik het als de kans van mijn leven. Ik moet mijn kansen pakken als alles meezit. Dat was vorig jaar." Dit keer keert hij terug naar de ba sis. „Dat wil zeggen Valverde hel pen de Tour te winnen." Ook al rijdt hij met het nummer één. „Als de ploeg het vraagt, offer ik me voor de volle honderd procent op voor hem. Normaal ben ik goed genoeg voor de top tien of de top vijf Als het nodig is voor Ale jandro neem ik genoegen met min der." Ook Pereiro Sio ontkwam niet aan de machine van de dopingge- ruchten en -verhalen. Hij vergat een attest op te sturen. „Heel stom." Toen hij dat wel deed was de kous af Vervolgens kwamen er verhalen de wereld in als zou hij zijn DNA niet willen afstaan. Zuch tend hoort hij het aan en heft dan zijn vinger op. „Ik zal het nog één keer duidelijk vertellen. Begin dit jaar hebben Alejandro en ik in Mal- lorca onze handtekening gezet on der een papier waarin gevraagd werd, indien nodig, DNA af te staan. Ik weet alleen nog niet waar ik dat DNA moet inleveren." La chend: „Ik vind alles best zolang er geen nieuw kind van gemaakt wordt." Als velen ondergaat Pereiro de do- pingcrisis met de nodige gelaten heid. „Ik snap het helemaal dat sponsors afhaken. Het enige wat je nog leest zijn dopingverhalen. Het is ook niet normaal wat er nu alle maal gebeurt. Er moet snel een soort parlement van de wieler sport komen die de problemen op lost. Misschien is deze sport wel te zwaar geworden om hem door ie dereen schoon te laten beoefe nen." Er zijn mensen die vinden dat een bergetappe uit hooguit twee cols mag bestaan. „Helemaal mee eens. Het spektakel zal hetzelfde zijn. Er moeten oud-renners zitting ne men in dat 'parlement' om duide lijk te maken wat te doen is en wat niet te doen is. Ik heb ook de indruk dat andere sporten hun at leten veel beter beschermen dan de onze." Pereiro leeft te midden van veel onzekerheden. Is hij de toekomsti ge winnaar van de Tour? Mag Val verde starten? Hoe gaat de Tour van start? Is er straks nog wel een wielersport? Hij lijkt ondanks dit alles vol goede moed naar Londen uit te kijken. „De mensen zullen weer genieten van de Tour. Hele maal als het weer zo'n onvoorspel bare ronde wordt als vorig jaar. Wie weet pakt er weer een onver wacht iemand de kans van zijn le ven." Ad Pertijs m NUMMER Het Nederlandse Tourpelo ton heeft 73 dagen in de gele trui gereden. Joop Zoetemelk neemt daarvan bijna eender de voor zijn rekening: 22 da gen was hij de leider in de Tour. Nog zestien andere Nederlan ders hebben de gele trui om de schouders gedragen. Wout Wagtmans had hem twaalf dagen aan, Gerrie Knete- mann acht dagen. De laatste drager was Erik Breukink, die na zijn proloog zege in 1989 één dag de gele leider was. Tijdens de slotetappe van de Tour van 2006 reed Oscar Pereiro Sio (rechts) nog gebroederlijk naast Floyd Landis en kon de Spanjaard nog leven met zijn tweede plek. Maar nadat Landis op doping betrapt werd, weet hij niet meer waar hij aan toe is. foto Cero Breloer/EPA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 76