Tour de France Voor fotografen is de Tour rock-'n-roll P2C Dinsdag 3 juli 2007 7 Lance Armstrong tijdens de door hem gewonnen etappe naar Sestrières in de Tour van 1999. foto Ed Oudenaarden/ANP uit het boek van Mart Smeets Mart Smeets weet het ook deze na middag bij de presentatie van zijn boek 'De Tour wacht op niemand', mooi te vertellen. Hij werkt voor een weg- werpproduct. De televisie. Al wat hij voor de NOS maakt, vervliegt. Nog een geluk dat er mensen zijn die de video- of dvd-recorder laten meelopen. En dat er tegenwoordig zoiets als 'Uitzending gemist' is. En als hij, de veelschrijver Smeets van wie per jaar toch zeker twee, drie boeken verschijnen, schrijft? Oké, boeken krijgen een plekje in de kast. Maar nooit krijg je het zo precies op papier als je het zou wil len. Nee, dan de fotograaf. In de Tour zijn ze er weet, die vaak rau we kerels, met tientallen tegelijk. Net als Smeets zelf, die alweer voor de 35e keer gaat. „Fotografen leggen de essentie van de ronde vast. Voor altijd. De ver stilde werkelijkheid." 'De Tour wacht op niemand' noemt hij „mijn visie op de Ronde van Frankrijk, maar door hun lens." Smeets: „Die mannen met die fo toapparaten zien het net iets an ders dan de televisiekijker. Authen tieker, wilder, kunstzinniger, meer verstild, vervreemd wellicht. Fo to's, mits goed gemaakt, beklijven en dringen diep in ons geheugen door. Ze nestelen zich daar en blij ven er tijdenlang wonen. Beroem de foto's blijven een eeuw in je le ven en verhuizen altijd mee, waar je ook gaat." 'De Tour wacht op niemand' is een hommage geworden. Een hommage aan Hans Heus, Ed Oudenaarden, Tonny Strouken, Al- do Tonnoir, Stefan Vanfleteren, Graham Watson, Clifford Barton van Flymen, Cor Vos en Klaas Ian van der Weij. En aan al die fotogra fen die geen foto's beschikbaar stel den voor Smeets' boek, die geen ei gen hoofdstuk kregen, maar die wel doen waar Smeets jaloers op zegt te zijn. „Televisie heeft iets ge likts in zich, iets verwends ook. En ik was van de tv." Nee, dan fotografen. Die beleven de Tour zoals een band een optre den. Rock-'n-roll. Ed Oudenaar den en Klaas Jan van der Weij ke ken, bij de presentatie, veelbeteke nend naar elkaar. Voor Smeets, we ten ze, is de Tour inderdaad allang geen rock-'n-roll meer. Daarvoor zijn de hotels, kasteeltjes doorgaans, te chic. En de maaltij den te copieus. „Wij hebben nog wel eens het bed gedeeld. Of een strozak." En het eten, dat schoot er soms ook nog bij in. Het deert allemaal niet tijdens de Tour. Als dé plaat maar wordt gemaakt. Daarvoor moet gewerkt worden. Hard. Oudenaarden: „De Tour is de zwaarste opdracht, maar ook de leukste." Behalve als je precies hebt uitgedacht hoe je de plaat wilt maken, maar op het moment suprème net een hele familie zijn parapluutjes openklapt. Veel moet wijken voor de foto. Ze ker als het duo Van der Weij- Oudenaarden gezamenlijk optrekt. „We hebben bij een tijdrit wel eens geoefend. Ging het ons om de gele trui, maar dan probeerden we het daarvoor al bij een andere renner uit. Arm in arm oprukken, niets en niemand ontziend. Dan sneuvelde er hier of daar wel eens een neus." Als de plaat er maar kwam én de renner niet gehinderd werd. Het werken in de Franse heksenketsel wordt wel steeds moeilijker. Re den waarom Oudenaarden eigen lijk best gelukkig is dat hij dit jaar niet gaat. „Er zijn zoveel meer re geltjes gekomen. En wil je, met de auto, her en der afsteken, dan loop je tegenwoordig geheid ergens vast. De wegen zijn dichtgeslibd, heel Frankrijk wil de Tour zien." Liefst laat de fotograaf de kranten lezer de volgende dag meegenie ten van het lijden. Daarom was Erik Breukink, voor de schrijven de journalist als ideale schoon zoon niet bepaald het dankbaarste onderwerp, voor de fotograaf wel 'van goud'. Oudenaarden: „Die kon zich zo mooi stuk rijden. Dat witte snot uit zijn neus, prachtig. Maar je moest er wel binnen drie secon den bij zijn. Een tel later en Breukink had die snottebel wegge veegd." Ieder heeft zijn eigen kijk. Vos is de meest gespecialiseerde wielerfo- tograaf 's Ochtends weet hij één ding: de foto aan de streep, met die renner met zijn armen in de lucht, mag hij absoluut niet mis sen. Daar vragen de bladen, kran ten, websites om. Maar zijn archief zit ook bomvol met de prachtigste, minder afge zaagde prenten. Genoeg reden voor Jacob Bergsma om juist nu ook een 'boekje' open te doen over Vos en zijn werk. In 'Het Wielren Boek' maakte Bergsma de bijschriften bij ruim 400, vaak bij zonder intrigerende foto's. Oudenaarden leerde het vak bij Vos. Maar kijkt ook vol bewonde ring naar collega's die de Tour iets kunstzinniger vastleggen. „Dat moet je van mij niet verwachten." Grappend: „Zie je een scheve foto dan is-ie van Barton." Hans Heus heeft een goed oog voor het grote niks, de leegte. Van der Weij is uniek vanwege zijn lijnenspel, ar tisticiteit. Tonny Strouken loopt tegenwoor dig strak in het pak, maakt bijzon dere bruidsreportages en klikt op grote bedrijfsfeesten. Zijn foto's in het boek zijn zwart-wit, het waren zijn hoogtijdagen. Achter op de motor, in de weer om de klassieke plaat, van hardwerkende coureurs, te maken. „Ze hebben me in de Gi ro eens voor dood op de vloer van een staminee neergelegd. Had ik negen uur en veertig minuten ach terop gezeten, een heel grote etap pe met Anquetil en Merckx, het was de hel, echt waar. Onze-Lie- ve-Heer wilde hier niet zijn, zo slecht. Sneeuw, vriesweer, ijsre- gen, je zag niets. Maar je moest wel de goede plaat trekken..." Edward Swier De Tour wacht op niemand. Door Mart Smeets. Uitgeverij LJ Veen, 19,90 euro. IS BN 978 90 204 0723 5. Het Wielren Boek. Door Jacob Bergsma. Uitgeverij Waanders, 14,95 euro. ISBN 978 90 400 8395 2.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 69