Waar zijn toch de daklozen gebleven? Werken alleen is niet goed voor jongeren Zondag 1 Juli 2007 Koopzondag Brocante markt Rotterdamse opvang dicht wegens gebrek aan daklozen. Middelburg... is gezellig winkelen! Laagopgeleide starters op de arbeidsmarkt zijn kwetsbare groep. 6 Zaterdag 30 juni 2007 PZC door Jacqueline Steenwijk ROTTERDAM - De stilte in de Rotter damse noodopvanglocatie Van Speyk doet bijna bizar aan. Slechts acht stretchers hoeven er neerge zet te worden voor daklozen die een plek zoeken om te overnach ten. Dit terwijl er ruimte is voor dertig. De onderbezetting in de Rotterdamse opvangcentra is zo groot, dat deze locatie dichtgaat. Waar andere steden kampen met bomvolle opvangcentra en niet meer weten waar ze met hun dak lozen heen moeten, zit Rotterdam met lege bedden. Het blijkt het re sultaat te zijn van een nieuw, strikt daklozenbeleid. „Rotterdam gooit ze over de schutting en ande re gemeenten zitten ermee", zegt jetty Alberts, voorzitter van de Landelijke Vereniging voor Thuis lozen. In middelgrote gemeenten zoals Vlaardingen, Haarlem maar ook Doetinchem wordt dat pijnlijk zichtbaar. „In 2001 hadden we slechts een handjevol daklozen", weet Tamara Otten, woordvoerder van de gemeente Doetinchem. „Nu zijn dat er in onze regio zo'n driehonderd. Iedere dag hangen er zestig in de binnenstad rond. En dat terwijl we maar zo'n tien bed den in de opvang hebben." In Rotterdam maakten tot 2006 per jaar ongeveer 4500 daklozen gebruik van één van de vele op vangcentra die de stad telt. En dan nog werden velen gedwongen bui ten te slapen. Er waren simpelweg te veel daklozen en te weinig bed den. In een jaar tijd daalde dit aan tal naar slechts 733. Alleen 'eigen' daklozen mochten er nog in. De rest moest weg. Daklozen moeten nu aantonen dat ze twee van de afgelopen drie jaren in Rotterdam hebben ge woond. Wie dat niet kan, mag ook Rotterdam zit met lege bedden door een nieuw, strikt daklozenbeleid de opvang niet meer in. Daarbij worden daklozen verplicht een zorgtraject te volgen, waarmee ze langzaam maar zeker teruggeleid worden naar een normaal bestaan. Wie dit niet wil, komt ook de op vang niet in. Ruim een jaar later blijken duizen den daklozen met de noorderzon vertrokken. „Waar ze heen zijn ge gaan? Niemand die het weet. Ze slapen in ieder geval niet hier op straat", zegt directeur Jaap Meeuw- sen van het Basisberaad, de organi satie die de belangen van de daklo zen in Rotterdam behartigt. „En ze zijn echt niet allemaal afge wezen", stelt 'straatadvocate' Han- neke Oberman, die uitsluitend voor daklozen werkt. Uit haar laat ste cijfers blijkt dat per maand nog geen 20 procent van de daklozen door de gemeente wordt afgewe zen. Dat zijn er zo'n tien op de vijf tig. Er is volgens haar veel meer aan de hand. „De meesten hebben nooit een aanvraag ingediend. Ze zijn gewoon vertrokken naar ande re steden. Voor een deel omdat ze wisten dat ze in Rotterdam toch niet de opvang in kwamen. Maar er zijn er ook die weg zijn gegaan omdat, ze geen zin hadden in het verplichte zorgtraject. Ze willen met rust worden gelaten." En die rust krijgen ze ook elders. De grote gemeenten hanteren mo menteel vrijwel allemaal het prin cipe dat ze hun 'eigen' daklozen een intensief traject aanbieden. „En dus trekken ze nu naar de middelgrote steden. Die worden er mee overspoeld, omdat zij nog wel opvang bieden aan iedere daklo ze", zegt directeur Meeuwsen. Volgens hem nemen de proble men in de middelgrote steden snel toe, omdat ze niet op die aantallen daklozen berekend zijn. Zo kregen Vlaardingen en Spijkenisse vrijwel meteen na de invoering van het nieuwe Rotterdamse beleid een toename van het aantal daklozen te verwerken. „In die gemeenten hebben ze de voorzieningen uitgebreid. Als de daklozen oorspronkelijk daar van daan kwamen en daar ook gehol pen worden, is er niets mis mee", aldus straatadvocate Oberman. „Als iemand maar helpt." Meeuw sen: „Wat dat betreft, zou je kun nen zeggen dat Rotterdam gelijk heeft gehad. De stad ving schijn baar veel daklozen op uit andere gemeenten. Of zijn we ze slechts uit het zicht verloren en komen ze straks net zo hard terug?" I11 de noodopvanglocatie voor daklozen in Rotterdam is het erg rustig. Stad moet dakloze opvangen foto Phil Nijhuis/CPD In Nederland zijn 43 grote steden aangewezen om daklozen die zich in hun regio bevinden, op te vangen. Officieel dienen deze gemeenten alle daklozen toegang te geven tot de opvang en van een uitkering te voorzien. Daarbij mo gen zij geen onderscheid maken tussen 'eigen' en 'vreemde' daklozen. Slechts het gegeven dat iemand zich als daklo ze binnen de gemeentegrens bevindt, is voldoende. Sinds 2006 zijn de regels een beetje versoepeld. Indien een gemeentebestuur ook een zorgtraject aanbiedt aan een dakloze, mag er wel een selectie worden gemaakt. Hiertoe is overgegaan om te voorkomen dat gemeentebestu ren die daklozen zorg, onderdak en een reïntegratietraject aanbieden, overspoeld worden door daklozen van elders uit het land.. Rotterdam is tot nu toe de enige gemeente die dit selectieprincipe ook toepast voor de laagdrempelige noodop vang. door Jan Ruesink ZWOLLE - De Taskforce Jeugdwerk loosheid is opgeheven, 165.000 jon geren zijn aan werk geholpen, pro bleem opgelost. „Helemaal niet", zegt Henk Schaafsma, voorzitter van christennetwerk GMV. „Veel laagopgeleide jongeren heb ben nu wel werk, maar als straks de economie wat tegenzit, als ze te duur worden voor de baas of als hun werk verandert, zijn ze de kwetsbaarste groep. Dan lopen ze vast in hun loopbaan, of erger, be landen ze als eersten op straat", zegt Schaafsma. Christennetwerk GMV, een organi satie met elfduizend leden, vindt dat er nodig iets gedaan moet wor den aan de positie van laagopgelei de starters op de arbeidsmarkt. Want hoewel de jeugdwerkloos heid hard daalt en er euforie heerst over de resultaten van de Taskforce, maakt GMV zich ernsti ge zorgen over deze groep jonge ar beiders. „Ze laten zich verleiden door de geldbuidel van de baas, en de scoo Voorzitter Henk Schaafsma van GMV. ter en mobiel die ze daarmee kun nen betalen, maar ze denken niet aan later. Hebben geen oog voor doorleren en weten nog amper hoe de arbeidsmarkt en het be drijfsleven in elkaar steken. Daar door zijn ze onvoldoende zelfred- zaam en doen met horten en sto ten ervaring op. Zo komen ze geen stap vooruit en lopen ze het gevaar gedemotiveerd te raken en op een dood spoor te belanden." Schaafsma verwijst daarbij naar conjunctuurgevoelige bedrijfstak foto Bram van Biezen/GPD ken als de bouw en naar de proble matiek van de kassameisjes en vak kenvullers in de supermarkt, die 'Jongere werknemers moeten niet gezien worden als productiemachines' op hun achttiende al te duur zijn geworden. Volgens Schaafsma begint het pro bleem bij een slechte startkwalifi catie. „Veel jongeren haken voortij dig af in het vmbo, omdat dit te theoretisch en te collectief is. Die jongeren hebben wel gouden handjes, maar hun hoofd staat niet naar leren. Het onderwijssys teem biedt te weinig mogelijkhe den voor die groep en leraren zijn te weinig betrokken bij de indivi duele leerlingen. Daarnaast is er een groep jongeren die wel kan le ren, maar het niet wil. Ze zijn te vreden met hun vmbo-papiertje en zeker nu ze overal werk kun nen krijgen en direct geld kunnen verdienen, leren ze te weinig door. Ze zouden toch minstens niveau twee, het liefst drie van het mbo moeten halen om een beetje goed beslagen ten ijs de arbeidsmarkt op te gaan. Dat kan via de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL), waarbij leren en werken worden gecombineerd, maar ook door de jongeren langer in het dagonder wijs te houden." Schaafsma denkt aan verhoging van de leerplichtige leeftijd en het uitbreiden van het aantal schoolda gen van één naar twee binnen de BBL-trajecten. „Maar het is niet al leen een onderwijsprobleem. Ouders zullen hun pedagogische taak weer moeten oppakken en de overheid moet ervoor zorgen dat er weer geld gaat naar het buurt en clubhuiswerk, dat de afgelopen jaren de nek is omgedraaid. Want juist dat haalt jongeren van de straat. Geef ze het gevoel dat ze meetellen, dat ze er niet alleen maar bijhangen, maar dat ze er toe doen." Ook het bedrijfsleven moet zijn verantwoordelijkheid oppakken. Schaafsma: „Jongere werknemers moeten niet gezien worden als pro ductiemachines. Dat valt me op in de publicaties over de nieuwe am bachtsschool. Het lijkt heel sympa thiek, maar werkgevers denken dat ze met een vmbo'er die vier jaar lang alleen maar voor timmerman of automonteur heeft geleerd, een compleet vakman krijgen die zijn hele loopbaan mee kan. Dat is niet zo. Jongeren zijn nog niet uitge leerd. Werkgevers moeten in inves teren en blijven investeren." „We moeten terug naar het sys teem van gezel en meester. Oude re werknemers moeten de rol van coach en begeleider krijgen, zodat hun ervaring behouden blijft. Jon geren accepteren de wijsheid van een collega met levenservaring eer der dan die van een jonge praatjes maker."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 6