Kustvogels wachten op
getij in Crevelingenmeer
In de maatschap komen, was logische stap
Buitengebied
De roep om terugkeer van
het getij in de Crevelingen
zwelt aan. Nu is ook land-
bouwclub ZLTO voorstander
van een beperkte eb- en
vloedbeweging in het zoute
meer. Dat is goed voor de
natuur en zeker voor de kust-
broedvogels, die het in de
Delta toch al moeilijk heb
ben. In afwachting van wat
de toekomst brengen zal,
werkt Staatsbosbeheer aan
maatregelen om delen van
de huidige Grevelingen zo
geschikt mogelijk te houden
voor de vogels.
Bossen bepalen steeds meer de einder en het beeld van de eilanden in de Crevelingen; kustvogels hebben daar niks mee.
foto Dirk-Jan Cjeltema
door Rinus Antonisse
Voor de een is het een verrij
king van het landschap.
Een aangename onderbre
king van de wijdheid die
kenmerk is van de Grevelingen.
Voor de ander is het een gruwel.
Steeds hoger opschietend bos en
struikgewas op de voormalige pla
ten. Het is een natuurlijke ontwik
keling, maar funest voor vogels die
kale, open gebieden nodig hebben
om te overleven en jongen voort
te brengen.
Daarom zijn soorten als visdief,
stern, plevier en kluut achteruit ge
gaan, vertelt Kees de Lange, hoofd
van Staatsbosbeheer in Zeeland,
beheerder van het meer. „Bijvoor
beeld de grote stern is vrijwel ver
trokken. Die zit nu onder meer bij
de Flaauwers-inlagen aan de zuid
kust van Schouwen. En er zitten
ook weinig kokmeeuwen meer."
Hij herinnert eraan dat de platen
in de Grevelingen er na het droog
vallen in 1971 kaal bijlagen. De
toenmalige beheerder zaaide op
enkele platen zelfs graan in en liet
er koeien grazen. Nadat de 'eco-
schok', veroorzaakt door het getij
loos worden, was verwerkt, ont
stond langzaam maar zeker be
groeiing. Die zette meer en meer
door en kustvogels hebben daar
niks mee. 'Verbossing' en 'verstru-
weling' noemt De Lange het en
daar is nauwelijks tegen op te bok
sen.
Om de 'verbossing' enigszins bin
nen de perken te houden, paste
Staatsbosbeheer in de loop van de
tijd het beheer aan. Eerst begra-
zing en daarna begrazing en
maaien. De Lange: „Je kunt ook
maaien en vervolgens het maaisel
afvoeren, maar dat kost erg veel
geld." In plaats daarvan kiest
Staatsbosbeheer nu voor een aan
tal kleinere ingrepen om de leefge
bieden voor de kustvogels niet he
lemaal verloren te laten gaan.
Zo is op de plaat Kleine Stamper
de verruiging aangepakt. Het ei
landje is als het ware schoonge-
schraapt. Ook is er een aanlegstei
ger gemaakt, zodat het makkelijker
is om materiaal aan te voeren voor
een jaarlijkse schoonmaak. Op de
Veermansplaten is een stuk bebos
sing weggehaald. Bedoeling is ook
bij de plaat Hompelvoet aan de
westkant een kaal te houden ei
landje te maken.
Op zich maatregelen die positief
uitpakken, maar Kees de Lange
vindt het toch 'een beetje tuinie
ren'. Het zet niet echt zoden aan
de dijken. De kustvogels moeten
liefst zoveel mogelijk plekken heb
ben waar ze zich thuis voelen. „Ze
kunnen dan de geschiktste kiezen.
Hoe meer plekken, hoe meer kans
op broedsucces en dat is van le
vensbelang voor het voortbe
staan."
De beste oplossing is volgens hem
terugkeer van de dynamiek, ofwel
getij, in de Grevelingen. „Anders
moet je met het beheer steeds har
der ingrijpen. Als je weer dyna
miek krijgt, kan je de situatie vast
houden met begrazen en maaien.
De voortschrijdende successie
stoppen. Je offert er wel wat na
tuur voor op, maar je krijgt een
waardevolle zilte situatie terug."
Een getijbeweging van een aantal
decimeters volstaat al. De droogge
vallen slikken en platen overspoe
len dan bij vloed en vallen droog
bij eb.
Oprukkende begroeiing wijkt voor
het zoute water. Pluspunt is dat de
platen en drooggevallen randgebie
den niet helemaal onder water ko
men te staan, zodat de daar aanwe
zige natuurwaarden blijven be
staan. Voor afslag, zoals in de Oos-
terschelde, hoeft niet te worden ge
vreesd, omdat grote delen van de
randen al met oeververdediging
zijn beschermd.
bij de boer
De maatschap Poppe-Dekker heeft een
landbouwbedrijf, paardenpension en mini-
camping De Kreekrug bij Grijpskerke. We
volgen beide families wekelijks tijdens het
kampeerseizoen.
door Miriam van den Broek
Wie Katinka Dekker
aan het werk ziet op
de boerderij tussen
de kippen en de
paarden, zal niet geloven dat ze
tien jaar lang een kantoorbaan
heeft gehad bij een bank. „Ik
hoefde niet zo nodig weg van de
boerderij waar ik geboren ben,
maar ik wilde er ook niet per se
blijven. Ik hield alle opties open.
Ik had nog geen vriend. En die
baan bij de bank kwam gewoon
vanzelf voorbij nadat ik de meao
had gedaan."
Ze ontmoette Piet Dekker, een
boerenzoon die bij een loonbe
drijf werkte. Ze trouwden, be
trokken een huis in het dorp en
na de geboorte van hun zoon,
ging Katinka in deeltijd werken.
Een paar jaar later, toen ze een
dochter kreeg, besloot ze na veel
wikken en wegen de baan bij de
bank op te zeggen. Ze richtte
zich op de kinderen en bracht
daarnaast opnieuw veel tijd door
op de boerderij waar haar paard
gestald stond.
Het idee om in de maatschap te
stappen, ontstond pas toen de
65e verjaardag van Katinka's va
der in beeld kwam en de familie
om de tafel ging zitten om de
toekomst van de boerderij te be
spreken. „Ronald en Monique za
ten indertijd al bij mijn vader in
het bedrijf, maar voor hen was
het financieel en wat de hoeveel
heid werk aanging, onhaalbaar
om alles alleen te runnen. Het
was een logische stap dat Piet en
ik in de maatschap zouden ko
men. Piet werkte al veel mee op
het land en ik verzorgde samen
met Monique onze paarden."
De ouders van Katinka waren
eerst wel wat bezorgd. „Maar wij
wisten eigenlijk meteen dat het
goed zat. En mijn ouders kijken
er nu ook tevreden op terug."
De meeste taken werden op een
natuurlijke manier verdeeld. Mo
nique deed de camping, de man
nen de landbouw en Katinka ver
zorgde de dieren. Inmiddels is
Katinka een grote kracht achter
maatschap Poppe-Dekker. Ze ver
zorgt de kippen, geiten en kat
ten, helpt met de paarden,
poetst het toiletgebouw op de
minicamping als Monique er
niet is, zorgt voor de verkoop
van aardappels en eieren, maakt
dat het erf er netjes bij ligt en
springt als dat nodig is, ook bij
op het land.
Wie haar op de boerderij in de
weer ziet, denkt vast dat ze nooit
anders heeft gedaan. „Dieren ver
zorgen is mijn grootste hobby",
zegt ze. „Maar toch kijk ik ook
met veel plezier terug op de tijd
dat ik bij de bank werkte. Toen
had ik nog wel eens een avond
waarop ik niks hoefde te doen.
Hier op de boerderij is altijd
werk. Maar wel heel leuk werk."
PZC Zaterdag 30 juni 2007 1 9
- :;L
-> -